Onder het toeziend oog van haar gijzelaars begon ze te spelen.
Hoewel de droom geluidloos was stelde Dominik zich voor hoe de muziek uit haar vingers en het donkeroranje hout van het instrument omlaag stroomde als regenwater. Ze danste, kwam tot leven en steeg ten slotte in de vorm van minuscule wolkjes op, om een aura te vormen boven de muziektent. Een regenboog van geluiden strekte zich als een laken boven Hampstead, en vervolgens boven Londen, uit.
In zijn slaap zorgde de aanblik van Summer – die op de jarretelgordel en de kousen na naakt was zodat haar vurige schaamhaar oplichtte in het bleke landschap van haar lichaam, en die de Bailly met gesloten ogen bespeelde, verloren in de klanken van de muziek – ervoor dat Dominik een erectie kreeg. Hij bracht zijn hand omlaag naar zijn pik om te controleren of zijn opwinding echt was. Alsof ze zijn voorbeeld volgden, ritsten de mannen die Summer flankeerden hun broek open en gingen met een kwaadaardig dansende blik in hun ogen op haar af.
Dominik wilde haar te hulp schieten, maar in een flits verdween het hele tafereel voor zijn ogen en lag hij klaarwakker in zijn bed, met wijd opengesperde ogen. De hals van zijn t-shirt was nat van het zweet.
Het was een droom geweest. Of liever gezegd, een nachtmerrie. Dominik nam een slok uit het glas water op zijn nachtkastje. Het was drie uur ’s ochtends. In zijn donkere slaapkamer werden zijn gedachten gevuld met beelden van een eenzame en bedreigde Summer achtervolgd door mannen, haar kostbare viool in duizend stukjes uiteengevallen.
***
Dominik en Lauralynn zaten koffie te leuten aan de keukentafel.
‘Gaat het wel goed met je?’ vroeg ze hem.
‘Ja, hoezo?’
‘Ik dacht te horen dat je gezelschap had gisteravond. Je was zo luidruchtig.’
‘Echt?’
‘Ik zou zweren dat ik je heb horen schreeuwen,’ zei Lauralynn. ‘Ik ben er wakker van geworden. Ik moest me inhouden om niet naar boven te gaan en in je kamer te kijken wat er aan de hand was.’
‘Nee, ik was alleen, waarschijnlijk had ik een nachtmerrie.’
‘Je was wel heel luidruchtig…’
‘Sorry.’
‘Je ziet er ook nogal verwilderd uit vanochtend.’
‘Ik heb gewoon slecht geslapen. Ik heb nog steeds veel last van migraine.’
‘Arme jij,’ zei Lauralynn droog.
‘Bedankt voor je medeleven.’
‘Geen dank.’
Lauralynn dronk haar glas leeg en schonk zichzelf bij. Ze ging naar boven, naar de kamer die ze voor zichzelf had ingericht en liet Dominik alleen, ten prooi aan herinneringen en een vreselijk voorgevoel.
Dominik had LaValle verzekerd dat hij niet bijgelovig was, maar de restanten van zijn nachtmerrie die nog in de donkere uithoeken van zijn brein sluimerden en de beelden die na zijn ontwaken waren gevolgd, verontrustten hem. Hij was bezorgd over Summer en de viool. Hij hield zichzelf voor dat vervloekingen slechts in boeken voorkwamen, en niet in het echte leven.
Maar wat als haar toch iets zou overkomen? Hij wist dat hij zich dan verantwoordelijk zou voelen en er niet mee zou kunnen leven.
Moest hij haar waarschuwen?
Na al die tijd weer contact opnemen? Haar leven ontwrichten?
In de verte hoorde hij Lauralynns telefoon afgaan. Haar ringtone was een dreunend disconummer, dat op een vreemde manier contrasteerde met haar ingehouden cellospel. Hij probeerde zich te herinneren of ze vandaag werkte of thuis was. Hij zou blij zijn met haar gezelschap.
Hij ging naar zijn werkkamer op de bovenverdieping om de aantekeningen door te nemen die hij de dag ervoor had gemaakt van zijn gesprek met de instrumentenhandelaar. Hij kon het verhaal over de Angelique, de Bailly-viool, niet expliciet in zijn verhaal verwerken. Hij kon het er wel in opnemen, historische details en een interessante reeks personages toevoegen. Maar hij wist dat het in elk geval de basis, het raamwerk van de roman kon vormen. Hij vond onderzoek doen geweldig, en wist dat hij dat veel zou moeten als hij veel verschillende tijdsperioden bij het verhaal zou betrekken. Maar die uitdaging ging hij graag aan.
Hij moest alleen op zijn hoede zijn dat de personages niet te veel leken op Elena, de herkenbare tegenhanger van Summer in zijn Parijse roman.
Ook al had hij dat juist het liefst gedaan.
Het schrijven over Summer was niet alleen een vorm van exorcisme, maar ook een manier om haar levend te houden in zijn gedachten. Haar passie, haar gelaat, haar huid, haar geur: het waren herinneringen die hij niet kon loslaten. Ook al deed het pijn om aan haar te denken.
Hij zuchtte, verplaatste wat stapels papier en trok zijn laptop dichter naar zich toe. Hij maakte een nieuw document aan. Zijn vingers zweefden boven het toetsenbord terwijl hij nadacht over een geschikte titel voor het mapje.
Een halfuur later zat hij ijverig te typen en ging volledig op in zijn werk, toen er op de deur van zijn werkkamer werd geklopt. De deur stond open, maar Lauralynn bleef beleefd wachten.