‘Zo ben ik in het bezit gekomen van de viool,’ zei LaValle. ‘Hij stond in de catalogus van haar nalatenschap opgetekend als een Bailly, zonder vermelding van verdere details, omdat de advocaat geen idee had van haar geschiedenis of waarde.’
‘Wist u meteen dat het de Angelique was?’ vroeg Dominik.
‘Niet meteen. Ik had verschillende instrumenten gekocht en ik wist dat ik voor de meeste al kopers had, dus ik hield me aanvankelijk niet zo met de Bailly bezig. Maar toen ik dat uiteindelijk wel deed, realiseerde ik me dat het het instrument betrof waar zoveel over te doen was geweest in de branche, vanwege zijn ongewone geschiedenis. Ik geloof niet in vervloekingen, dus ik dacht erover de viool zelf te houden in plaats van hem te verkopen. Echter, voordat ik het wist had die onnozele assistent de viool al verkocht in een poging bijdehand te zijn. Aan jou.’
‘De Angelique.’
‘Ja,’ grijnsde LaValle. ‘Mag ik u vragen of het instrument de jongedame Zahova ongeluk heeft gebracht?’
Dominik woog zijn woorden zorgvuldig af.
‘Ze is sindsdien in elk geval heel beroemd geworden. Misschien heeft het echter wel effect op anderen gehad…’
LaValle keek hem aan.
‘Ik hoop niet dat u bijgelovig bent. Het zijn namelijk gewoon toevalligheden. Ook al dankt het instrument zijn naam aan al die vreemde verhalen. En mooie objecten trekken tegenwoordig dieven aan. Als juffrouw Zahova hem zou willen verkopen, denk ik dat ze er vijf of zes keer zoveel voor zou krijgen als wat jij ervoor hebt betaald.’
‘Ik geloof niet dat het een kwestie van geld is, meneer LaValle,’ zei Dominik en hij stond op. ‘Maar wat een interessant verhaal. Dank u wel voor uw tijd.’
‘Ik hoop dat ik u naar tevredenheid heb geantwoord,’ zei de handelaar.
‘Absoluut. U hebt me stof tot nadenken gegeven. Soms is de waarheid vreemder dan het verhaal, vindt u niet?’
‘Zeker weten,’ beaamde LaValle. ‘En hebt u genoeg materiaal voor uw roman?’
‘Genoeg om een begin te maken, denk ik.’
Buiten klonk het geroffel van de regen op de daken van de huizen van Highgate Village. Dominik voelde dat hij frisse lucht nodig had om alles te overdenken en te beslissen wat zijn volgende stap zou zijn, en of hij Summer over de viool zou vertellen. Hij wist ook dat als hij uit het niets met vreemde verhalen over vervloekingen, diefstal en dode minnaars zou komen, hij haar niet bepaald voor zich zou winnen en ze hem waarschijnlijk niet meer zou willen zien.
In zijn dromen begon hij de verhalen te verwarren.
Aangewakkerd door een hevige en onverwachte migraineaanval, het verhaal van LaValle en de oncontroleerbare stroom van herinneringen aan Summer, werd de nacht van Dominik een verwarrende wirwar van emoties en waanbeelden.
Hij zag Summer in de gedaante van Angelique. Ze droeg gedateerde kleding die hij haar nooit had zien dragen, beelden die hij opriep uit oude films als Gone with the Wind en Merchant Ivory. Ze droeg een witte getailleerde crinolinejurk, en een soort bustier dat haar borsten omhoog drukte zodat ze voller leken. Ze heupwiegde wulps door het pas gemaaide gras van Hampstead Heath en zelfs door de dikke wanden van zijn slaap heen kon Dominik de kenmerkende geur ervan opsnuiven. Toen viel zijn blik op de lege muziektent die baadde in het licht onder een stralend blauwe hemel, waar Summer als een witte vlek in Angeliques jurk de stenen trappen opging. Hij stond als een onzichtbare toeschouwer op ongeveer honderd meter afstand, alsof hij daar wortel had geschoten en niet in staat was zich te verroeren.
Op een met fluweel gevoerde pianokruk in het midden van de tent lag een zwarte vioolkoffer. In zijn droom rende Summer in de gedaante van Angelique naar de viool toe, maar op dat moment verschenen uit het niets twee mannen die haar tegenhielden, afschermden en de pas afsneden. Ze waren volledig in het zwart gekleed. Een van hen had een snor, de ander een litteken. Melodramatische boeven uit een operette. Alle literaire clichés waren nu aanwezig.
Summer schreeuwde het uit, maar Dominik, die opgesloten zat in een luchtbel van stilte en wanhopig probeerde naar de muziektent en naar Summer te rennen, kon haar niet redden.
Een van de mannen sloeg Summer, terwijl de ander de bustier van haar bovenlijf trok, zodat haar borsten fier en broos tevoorschijn kwamen. Haar donkere tepels staken boven het korset uit waar haar borsten in gevangen zaten. Het was een koude ochtend en zelfs vanuit zijn positie zag Dominik hoe kippenvel zich over haar blote huid verspreidde.
De andere man pakte de vioolkoffer en reikte Summer de Bailly aan. Haar lichaam schokte van het huilen terwijl ze het instrument naar haar kin bracht, rechtop ging staan, en de viool onder haar kin plaatste. Toen Summer de eerste noten inzette haalde de man met de Mexicaanse snor vanuit het niets een scherp mes tevoorschijn en sneed haar jurk in één beweging bij de taille open. Summer was nu zo goed als naakt. Ze droeg alleen een witte jarretelgordel rond haar slanke middel, waar bijpassende antieke kousen aan bevestigd waren.