Nu was Topaz ook nog ontvoerd. Dat Jake haar nog maar een paar dagen kende – dat hij zijn gevoelens voor haar ook zelf niet begreep of kon verklaren – deed er niet toe. Jake voelde een sterke verbondenheid met haar, alsof ze op de een of andere manier deel van hem was. Het verlangen haar terug te zien was bijna net zo groot als het verlangen zijn ouders te vinden.
Nathan had het niet opgegeven. ‘Voor het geval je je zorgen maakt over Zeldts woorden,’ zei hij, ‘trek geen voorbarige conclusies.’ In werkelijkheid vreesde Nathan na het vinden van het stukje stof in de kerker ook het ergste, maar hij vond het zijn plicht om de moed er zo veel mogelijk in te houden.
‘Hij heeft gelijk,’ viel Charlie hem opgewekt bij. ‘Het heeft geen zin om ons zorgen te maken voordat we harde bewijzen hebben.’
‘Zoals de afgehakte ledematen van Alan en Miriam,’ opperde Paolo behulpzaam. ‘Au!’ riep hij uit toen hij van Nathan een klap tegen zijn achterhoofd kreeg. ‘Au!’ schreeuwde hij weer toen Charlie hem er voor de zekerheid nog een gaf.
‘Laten we het er niet over hebben,’ besloot Jake grimmig. ‘Laten we gewoon zorgen dat we hier wegkomen!’
‘Wat een stijl!’ teemde Nathan.
‘De woorden van een ware Waker,’ beaamde Charlie.
‘Zeldt zei dat er over een uur een deur naar het labyrint openging...’ Nathan begon de muren af te tasten. ‘Er is nu een minuut of tien voorbij. We moeten die deur zien te vinden en hem forceren. Wat is dit...? Charlie, voelt dit als iets?’
Nathan legde Charlies hand op een groef in de achtermuur. ‘Kun jij er houvast aan vinden?’ vroeg hij.
Kreunend en steunend probeerden ze de muur opzij te duwen.
‘O, godzijdank!’ riep Nathan opeens uit.
‘Heb je hem opengekregen?’ schreeuwde Paolo opgewonden.
‘Nee, ik dacht even dat ik mijn nagel had gescheurd, maar het is niet zo – loos alarm.’
‘Hoe kun je je op een moment als dit om je nágels bekommeren?’ mompelde Paolo vertwijfeld.
‘Ik verwaardig mij niet op die vraag te antwoorden. Mijn nagels zijn in alle opzichten volmaakt: samenstelling, kleur en vorm. Ze verdienen op elk moment en onder elke omstandigheid mijn toegewijde aandacht.’
Zelfs toen ze met z’n vieren uit alle macht aan de stenen muur trokken was er geen beweging in te krijgen. Uiteindelijk stelde Nathan met tegenzin voor om hun energie te sparen en te wachten tot de deur vanzelf open zou gaan.
Terwijl ze in het donker wachtten, bracht Charlie Nathan en Paolo op de hoogte van Zeldts plannen om Europa en de renaissance te vernietigen. Bij elke nieuwe onthulling – van de genetisch gemodificeerde pest en de boeken met hun boosaardige geheim tot en met de tijdbom die boven op de kathedraal van Keulen zou afgaan – prevelde Paolo telkens weer dezelfde woorden: ‘O, mamma mia! O, mamma mia!’
Eindelijk klonk er een knarsend geluid en de achterwand spleet open.
‘Hij gaat open! De muur gaat open!’ Paolo hapte naar adem toen een zwak schijnsel de kamer in kroop. Jakes hart bonkte als een basdrum.
Nathan hinkte naar de opening en tuurde in de ruimte erachter. ‘Het labyrint, neem ik aan. Zeer verwelkomend.’
‘Is daar iemand?’ riep Jake. Zijn stem echode door het duistere niets. Er kwam geen reactie.
‘Jake, heb je die vonkdoos nog die ik je heb gegeven?’ vroeg Nathan.
Jake haalde hem uit zijn zak en gaf hem aan Nathan, die zich omdraaide naar Paolo en een mouw van zijn jasje scheurde.
‘Wat doe je nou? Dat jasje heeft mamma voor me gemaakt.’
‘Sorry. Goedkoop materiaal brandt beter,’ lichtte Nathan toe, terwijl hij Paolo’s mouw aanstak.
Hij had gelijk: de mouw brandde met een heldere vlam en Nathan slingerde hem het labyrint in. Hij landde op de rand van een houten stelling, waar het schijnsel een eindeloos doolhof van trappen onthulde die onder de vreemdste hoeken in de duisternis verdwenen.
‘Uitgang?’ jammerde Paolo. ‘Waar dan? Hoe vinden we in hemelsnaam de uitgang?’
‘Hallo,’ riep Jake weer, terwijl hij met samengeknepen ogen in de onheilspellende ruimte tuurde.
De vier agenten luisterden gespannen. Op een gegeven moment hoorden ze een vreemd geluid, alsof er iets in het zand bewoog.
‘W-wat is dat?’ vroeg Paolo, die het antwoord eigenlijk niet hoefde te weten.
‘Het lijkt van de vloer te komen,’ zei Charlie.
Nathan draaide zich weer naar Paolo om en scheurde zijn andere mouw los.
‘Nathan!’
‘Wat? Wil je dan met één mouw rondlopen? Het duurt nog vierhonderd jaar voordat asymmetrie in de mode komt.’
Nathan stak de tweede mouw aan en wierp hem naar het midden van de ruimte. Het was een goede worp. Hij viel tussen de trappen door en landde ver onder hen op de grond. Ze strekten hun nek om in de diepte te kunnen kijken. De brandende mouw verlichtte een grote kring van lege steen.