Home>>read Storm op komst free online

Storm op komst(54)

By:Damian Dibben


Jakes eerste impuls was om te kijken hoe de jongen eraan toe was. Toen hij zich over hem heen boog zag hij zijn oogleden trillen en zijn ogen half opengaan. Hij leefde nog.

Het is oorlog, bracht Jake zichzelf in herinnering. ‘Het spijt me,’ mompelde hij, terwijl hij zijn zwaard opraapte en ervandoor ging. Weer raakte zijn wapen verstrikt in zijn mantel. ‘Wat héb ik?’ Met een vloek scheurde hij hem bij zijn schouder los en smeet de reep stof op de grond.

Opnieuw klonk de jachthoorn. Het geluid van dreunende hoeven weergalmde tussen de donkere naaldbomen en de woest snuivende paarden haalden hem langzaam maar zeker in. Met bonkend hart en raspende adem holde Jake voort. Het gedreun was nu vlak achter hem. Enkele seconden later zag hij de zwetende flank van het voorste paard naast zich. Jake keek omhoog naar het spookachtige silhouet van de ruiter dat scherp tegen de maan afstak. De ruiter hief zijn bijl.

Jakes ogen werden groot. In een flits vulde zijn geest zich met een caleidoscopisch beeld: zijn vader en moeder, zijn broer Philip, hun huis, zijn kamer, zijn laatste verjaardag, de gangen op zijn school, en weer zijn vader, zijn moeder, zijn broer. De bijl kwam op zijn gezicht af.

De tijd bevroor.

Vlak boven Jakes gezicht bleef de bijl in de lucht hangen. Jake keek omhoog naar de ruiter en zag dat hij met doffe ogen scheef in het zadel hing. Uit zijn rug stak een dolk.

‘Snel! Hierheen!’ klonk een stem vanuit het niets.

Jake draaide zich om en zag achter zich nog een ruiter, op een wit paard, die een gehandschoende hand naar hem uitstak. ‘C’est moi, Topaz,’ hoorde hij.

Jakes hart maakte een sprongetje. Topaz droeg een mantel met een capuchon waar haar gezicht onder schuilging, maar de gouden lokken lieten geen twijfel. Hij greep haar hand beet en slingerde zichzelf op de rug van het witte paard.

‘Hou je stevig vast,’ riep Topaz buiten adem. Ze gaf haar paard de sporen en het ging er in galop vandoor. Jake was geen ervaren ruiter, maar een vriend van Philip had paarden gehad en de basis had hij daar geleerd: hoe je op een paard moest zitten, stappen, draven en galopperen. Maar hij had nooit gesprongen en was ook nog nooit zo hard gegaan. Met moeite wist hij zijn evenwicht te bewaren.

De overgebleven ruiters kwamen hen achterna; Jake kon hen horen roepen.

‘In de zadeltas zitten vuurpijlen,’ riep Topaz over haar schouder, terwijl haar paard over een omgevallen boom sprong.

‘Vuurpijlen?’ riep Jake uit.

‘Lang verhaal. Steek er een aan, dan schrikken ze zich een ongeluk.’

Jake stak zijn hand in de zadeltas en haalde er een bundel vuurpijlen uit.

‘Er zitten ook lucifers in.’

‘Ik heb een vonkdoos.’ Jake pakte het voorwerp dat Nathan hem had gegeven.

Topaz vertraagde hun pas zodat Jake de lont kon aansteken en het vuurwerk naar hun achtervolgers kon slingeren. Schel fluitend kwam de vuurpijl tot ontploffing. Een oogverblindende wolk van paars licht schoot tussen de bomen door. Twee van de paarden steigerden hinnikend en wierpen hun berijders af. Het paard van Topaz, dat ook schrok van de explosie, versnelde zijn pas en ze kon het slechts met moeite bedwingen. Jake stak nog een vuurpijl aan. Deze kwam nog uitbundiger tot ontploffing in een massa blauwe en witte sterren. De flits van de derde vuurpijl was zo fel dat de andere soldaten volledig verblind raakten.

De doodsbange witte merrie stoof tussen de bomen door. Onverschrokken bracht Topaz haar weer in toom, waarna ze het bos verlieten en over de lappendeken van maanverlichte velden raceten en over heggen en beken sprongen. Terwijl de wind langs zijn oren floot voelde Jake weer de opwinding van avontuur.

‘Charlie en ik zijn je vanaf de Veneto-tunnel gevolgd,’ hijgde Topaz. ‘We wachtten op het juiste moment. Mina Schlitz is niet voor de poes.’

‘Ken je haar?’

‘Nog van vroeger,’ antwoordde Topaz raadselachtig, terwijl ze het paard weer aanspoorde en ze een vallei in reden.

Eindelijk kwamen ze bij een groepje oude boerderijen. Ze stegen af en Topaz controleerde of ze niet waren gevolgd.

‘Ben je erg gewond?’ vroeg ze, terwijl ze haar sjaal afdeed en hem aan Jake gaf. ‘Bind deze eromheen!’

Jake aarzelde.

‘Toe maar,’ drong ze aan. ‘Ik heb vanavond geen afspraakjes.’

Jake gehoorzaamde. Hij wond de sjaal rond zijn elleboog en trok hem stevig aan.

‘Kom mee,’ beval Topaz en ze beende een schuur in. ‘Je ziet er anders uit met kort haar,’ merkte ze op. ‘Dapperder.’

‘Ik ben zo blij dat je nog leeft,’ zei Jake, nog buiten adem. Stiekem hoopte hij dat Topaz zou blijven staan en hem zou omhelzen, maar ze vervolgde haastig haar weg tussen de hoge stapels strobalen door.

‘We hebben geen idee wat er met Nathan is gebeurd,’ vertelde ze terwijl ze een soort morsecode op de houten wand roffelde.