Terwijl ze op de anderen wachtten vertelde Topaz aan Jake dat de statiezaal in 1670 in het geheim was ontworpen en gebouwd door Louis Le Vau, die toen de beroemdste Franse architect was (en ook het paleis van Versailles had gebouwd), en dat Magnesia Hypoteca, de bevallige echtgenote van de zevende commandant van de Geheime Dienst van de Wakers van de Tijd, ooit over de beroemde ramen had gezegd: ‘Het zijn ogen waardoor men de hele wereld kan aanschouwen.’
Jake begreep haar woorden: het uitzicht was spectaculair. Het was alsof hij helemaal naar de overkant van de Atlantische oceaan kon kijken, en nog veel verder.
De Wakers druppelden een voor een de zaal in. De meesten hadden andere kleren aangetrokken. Charlie Chieverley droeg een kniebroek met een pandjesjas en een geblokte halsdoek. Het deed Jake denken aan het kostuum dat hij ooit bij een schoolvoorstelling van Oliver! had gedragen (tot grote hilariteit had Jakes broek vlam gevat tijdens ‘Consider Yourself’). Jupitus Cole, die stond op etiquette, had zijn formeelste victoriaanse rokkostuum aangetrokken. Op zijn revers glinsterde een klein gouden insigne met het bekende symbool van de Wakers van de Tijd. Truman Wylder droeg een zijden huisjasje, terwijl Oceane Noire zich zo’n wijde hoepel had laten aanmeten (bijna twee meter doorsnee) dat ze zijwaarts de deur door moest. Er waren nog een stuk of vijftien aanwezigen, bijna allemaal volwassenen, in kleding uit de hele geschiedenis.
‘Aangezien ons verblijf in Punt Nul geheim is,’ legde Topaz uit, ‘kan iedereen zich kleden naar zijn eigen tijd. C’est jolie, n’est-ce pas?’ voegde ze er glimlachend aan toe.
Jake keek gefascineerd toe hoe iedereen met een ernstig gezicht plaatsnam. Hij moest weer denken aan zijn verzameling interessante gezichten aan de muur van zijn slaapkamer thuis. Hij had altijd gevonden dat eigenzinnige mensen de wereld verrijkten en interessanter maakten, en deze mensen waren de vreemdste en meest excentrieke die hij ooit had gezien.
‘Deze stoel is vrij,’ riep Nathan vanaf de tafel naar Jake.
Hij ging tegenover Nathan zitten, tussen Charlie en een voornaam heerschap met een breedgerande hoed en lange kanten manchetten zoals een van de drie musketiers. Jake voelde zich ongemakkelijk in zijn schooluniform en met zijn schooltas nog over zijn schouder.
‘Je hoeft niet bang te zijn,’ zei Nathan op zijn bekende luide fluistertoon vanaf de andere kant van de tafel. ‘Het zijn allemaal zachtgekookte eitjes.’
‘Sorry, heb ik iets gemist? Ik heb de bel niet gehoord. Was er al gebeld?’ klonk een stem bij de deur. Tante Rose kwam haastig met rinkelende armbanden de zaal in. In haar Afghaanse jas, geknoopverfde jurk en met haar tapijttas over haar schouder zag ze er nog misplaatster uit dan Jake. ‘O jee, nergens meer plek,’ mompelde ze terwijl ze haar blik langs de tafel liet gaan.
‘Wacht maar!’ riep Nathan en hoffelijk haalde hij een extra stoel en zette hem tussen Jupitus en Oceane in, tot groot ongenoegen van de laatste. Ze verstarde toen Rose naast haar neerplofte en een oude zakdoek uit haar tas viste om haar neus te snuiten.
Even later draaide iedereen zich naar de deur, waar Olive, de windhond, was verschenen. Het dier draafde om de tafel heen, sprong op het verhoogde bed naast de stoel van de commandant en nam het gezelschap met haar intelligente ogen op. Vervolgens kwam Galliana Goethe de zaal in. Ze ging aan het hoofdeind van de tafel staan en legde haar handen op de rugleuning van haar stoel.
‘Goedemorgen, iedereen. Om te beginnen wil ik de laatste aanwinst van onze dienst verwelkomen: Jake Djones. Zorg dat de jongen zich hier thuis voelt. Hij heeft al heel wat op zijn bordje gekregen.’
Er steeg een verwelkomend gemompel op. Rose glimlachte trots naar Jake; Jupitus wierp hem een zijdelingse blik toe.
‘Ik zal meteen ter zake komen,’ vervolgde Galliana. ‘Zoals de meesten van jullie weten, worden twee van onze agenten vermist. Twee weken lang volgden we een spoor van Meslithgesprekken. Er werd gezinspeeld op een “catastrofe”; in een aantal gevallen werd melding gemaakt van Venetië, juli 1506.’
‘En die gesprekken waren geloofwaardig?’ vroeg Jupitus zonder speciaal iemand aan te kijken.
Galliana zweeg even en haalde diep adem. ‘Naar mijn idee geloofwaardig genoeg. Ik besloot een klein team op onderzoek uit te sturen. Vier dagen geleden zijn Alan en Miriam Djones met de Mystère op pad gestuurd voor een inspectiereis, louter een routineonderzoek.’
Bij het horen van deze informatie voelde Jake weer een pijnscheut. Een paar mensen hadden het door en keken hem meelevend aan.
‘De dag nadat ze in de stad waren aangekomen,’ vervolgde Galliana, ‘ontvingen we dit Meslithbericht...’ Ze zette haar bril op en las voor van een stuk perkament: ‘Code Paars...’