Home>>read Storm op komst free online

Storm op komst(19)

By:Damian Dibben


Jake voelde zich inderdaad afschuwelijk: zijn keel leek op schuurpapier, al zijn spieren deden pijn en zijn hoofd bonsde. Hij pakte de beker en dronk het sap op. Daarna voelde hij zich iets beter en hij ging overeind zitten.

‘Een Oost-Indiëvaarder, als ik het goed heb,’ mompelde Charlie. ‘Uit Holland, denk ik. Waarschijnlijk op weg naar Ceylon of Bombay.’

Charlies woorden waren Jake ontgaan, maar toen zag hij tussen de spijlen van de reling door iets bewegen aan de horizon. Hij sprong overeind. ‘Is dat wat ik denk dat het is?’

Aan de horizon tekende zich een schip af dat zich majestueus in hun richting bewoog. In de lange, robuuste romp zaten op regelmatige afstanden patrijspoorten en aan de drie torenhoge masten hingen talloze zeilen die opbolden in de harde wind. Het schip voer een heel eind bij hen vandaan, maar Jake zag dat er mensen op het dek bezig waren.

‘Mag ik je telescoop even?’ vroeg hij aan zijn makker.

Charlie overhandigde hem het instrument. Jake pakte het opgewonden aan en richtte het op het schip. Wat hij zag deed hem verrast naar adem happen: op de achtersteven stonden een aantal matrozen het laatste zeil te hijsen. Ze droegen allemaal hetzelfde uniform: een loshangend wit hemd, een broek met smalle pijpen en knielaarzen. Een gedistingeerd uitziende man met een blauw jasje en een driehoekige hoed die Jake aan lord Nelson deed denken hield toezicht.

Dit was het bewijs waar Jake op had gewacht en gefascineerd liet hij zijn blik over de andere delen van het schip dwalen. Bij een van de patrijspoorten zag hij een scheepsjongen een emmer spoelwater in zee gooien; op een verhoogd dek bij de boeg stonden drie mannen in lange jassen met een Spaans riet in hun hand. Naast hen stond een uitkijk over de reling geleund, die ook met een telescoop de horizon verkende. Jake dook instinctief de schaduw in om te voorkomen dat de man zijn schooluniform zou zien.

‘Je staat op mijn croissants,’ merkte Charlie op. Jake keek omlaag en zag dat hij een van de broodjes onder zijn schoen had geplet.

‘Sorry,’ zei hij afwezig, waarna hij snel zijn aandacht weer op de Oost-Indiëvaarder richtte. ‘Dit is ongelooflijk!’

‘Als je díé kant uit kijkt,’ zei Charlie, terwijl hij naar de voorsteven wees, ‘staat je zo nog een verrassing te wachten...’

‘Wat dan?’

‘Kijk zelf maar,’ antwoordde Charlie met een ondeugende knipoog, waarna hij naar het benedendek verdween.





7

Het kasteel in zee


Jake wachtte geduldig bij de voorsteven van de Escape. Langzaam maar zeker onderscheidde hij de vage, in ochtendmist gehulde contouren van het vasteland. Toen ontdekte hij recht voor hen uit een driehoekige vorm die schimmig afstak tegen de rotsachtige kust. Eerst zag het er dreigend uit, als een enorme, in een cape gehulde reus die met grote stappen op hen afkwam. Maar toen hij beter keek zag hij dat het een compact eiland was, kegelvormig en granietgrijs.

Jake herinnerde zich dat hij Charlies telescoop nog had. Hij zette hem tegen zijn oog om de vreemde driehoek beter te bekijken. De brede, massieve onderkant bestond uit natuurlijk gesteente, maar wat erbovenop stond leek eeuwenoud en door mensenhanden gemaakt. Talloze bouwsels waren als speelgoedblokken op elkaar gestapeld om zich uiteindelijk te verheffen in een enkele toren met een scherpe, spitse punt.

‘Daar is het,’ klonk een zachte stem achter hem. ‘Mont Saint Michel.’ Topaz kwam naast Jake bij de voorsteven staan. ‘Punt Nul, het hoofdkwartier van de Geheime Dienst van de Wakers van de Tijd.’ Ze at een van Charlies amandel- chocoladecroissantjes. Fransen aten hun broodjes altijd met zo veel zwier, dacht Jake, en Topaz was geen uitzondering. Zelfs een simpel gebaar als het opvangen van de kruimels en ze in haar mond stoppen vond Jake al onbeschrijflijk mooi.

Terwijl het eiland uit de mist opdoemde, vertelde Topaz alles wat erover te weten viel. ‘De geschiedenis van het eiland als fort gaat terug tot het jaar 808; dat is ook de reden dat de Geheime Dienst het als basis heeft gekozen. In meer dan duizend jaar is er nog nooit een bres in de muren geslagen.’

Ze legde uit dat de commandanten niet alleen in geografisch opzicht de veiligste locatie als hoofdkwartier hadden gekozen, maar ook in historisch opzicht.

‘De jaren twintig van de negentiende eeuw zijn vredige jaren,’ vertelde ze hem. ‘Het bloedige tumult van de voorgaande tweehonderd jaar is grotendeels voorbij. De Engelse burgeroorlog, de oorlog rond de Oostenrijkse troonopvolging en de onvergetelijke Franse Revolutie zijn allemaal verleden tijd. Of hij het nu wilde of niet, de nalatenschap van Napoleon Bonaparte heeft een zekere rust in dit deel van Europa gebracht.’

Het decennium was ook vrij van de perikelen van de moderne wereld, vervolgde ze. De op stapel staande industriële revolutie zou veel onontkoombaar kwaad aanrichten en de ontwikkeling van de stoommachine zou uiteindelijk leiden tot de ‘duivelse atoombom’.