Home>>read Storm op komst free online

Storm op komst(15)

By:Damian Dibben


+++

‘Voel je al iets?’ vroeg Charlie Chieverley toen hij met Jake het dek op liep.

Jake schudde zijn hoofd.

Charlie keek op zijn horloge. ‘Het is bijna een uur geleden dat we het atomium hebben ingenomen. Het zal niet lang meer duren.’

De Escape bevond zich op open zee en doorkliefde de golven naar een maanverlichte plek die steeds buiten haar bereik lag. Het regende niet meer, maar er stond nog wel een stevige wind.

Jake was gefascineerd door Charlie: hij was excentriek en had een droog soort humor, die meer bij een wereldwijze volwassene paste dan bij een jongen. Als Charlie iets niet zag zitten, dacht Jake, zou hij vast niet aarzelen om het te zeggen. Hij had zich altijd al aangetrokken gevoeld tot mensen die de moed hadden om hun mond open te doen.

‘Dus als ik het goed begrijp zijn er twee vloeistoffen: atomium en die tinctuur...’

‘Atomium is de belangrijkste. Schandelijk zeldzaam.’

‘En de precieze verhouding tussen die twee bepaalt het moment in de geschiedenis waar we naartoe reizen?’

‘In een notendop, ja.’

‘Maar wat ik niet begrijp... hoe werkt atomium?’

‘Ah!’ riep Charlie opgewonden uit. Hij gaf zijn bril een duwtje. ‘Het gaat een reactie aan met onze atomen waardoor we worden opgenomen in de tijdflux, het ongrijpbare netwerk dat alle tijdperken met elkaar verbindt. Het atomium schudt alle atomen in ons lichaam wakker en vraagt om een volledige inventaris van wat erin ligt opgeslagen. Ons lichaam heeft een onvoorstelbare hoeveelheid atomen. In de dikte van een enkele haar verdringen er zich miljarden. En die atomen worden voortdurend door het hele universum heen gerecycled. Zo heb je een paar duizend atomen die ooit van Shakespeare waren, een paar duizend van Dzjengis Khan en Julius Caesar, en een paar duizend van een egel uit Noorwegen.’

Jake kon het slechts met moeite bevatten.

Met glinsterende ogen vervolgde Charlie: ‘Dat is één ding. Maar een atoom op zich is al heel bijzonder, een soort miniuniversum. Je kunt het je zo voorstellen: als een atoom zo groot was als St Paul’s Cathedral, dan zou de kern niet groter zijn dan een erwt. Maar hoe zit het dan met de ruimte daartussenin? Wat zit daar?’

‘Geen idee,’ zei Jake, die moest glimlachen.

Charlie leunde naar voren en zette met een theatraal gebaar zijn bril af om zijn woorden kracht bij te zetten. ‘Daar zit de geschiedenis. De geschiedenis van alles.’

Opnieuw kroop er een tinteling langs Jakes ruggengraat omhoog. Er rezen onmiddellijk nog meer vragen bij hem op. ‘En het horizonpunt?’ vroeg hij. ‘Wat is dat?’

‘Er zijn over de hele wereld een heleboel horizonpunten. Het zijn stuk voor stuk punten met een grote concentratie van magnetische activiteit... Je weet natuurlijk dat de aarde een magnetisch veld heeft. De horizonpunten leveren de energie waarmee het atomium zijn werk kan doen. Wij gebruiken steevast een horizonpunt dat midden op zee ligt; die op het land geven altijd complicaties.’

Jake dacht diep na over deze vreemde wetenschap. ‘Rose zei dat alleen een “select gezelschap” naar het verleden kan reizen. Maar iedereen heeft atomen. Waarom kan dan niet iedereen het?’

Charlie glimlachte en haalde diep adem. ‘Dat is een vraag waar geen antwoord op is,’ zei hij, zichtbaar genietend van het mysterie. ‘Niemand weet hoe we aan onze valor komen. Maar hoe dan ook, als je geen vormen ziet, kun je niet naar het verleden reizen.’

‘En het schip? Het tuig? De kopjes en de borden? Hoe doen die het dan?’

‘Om nog maar te zwijgen over onze kleren. Niemand van ons zou graag in zijn adamskostuum aankomen!’ Charlie grinnikte. ‘Als groep verruimen we onze focus. Via telepathie, zogezegd, nemen we dit allemaal met ons mee’ – hij beschreef een wijde boog met zijn hand – ‘de Escape, met alles erop en eraan, en ook wat van de zee. De meest getalenteerde Wakers, meestal de diamanten – ik heb de eer er een te zijn,’ voegde hij er trots aan toe, ‘dragen het meest. Niet alleen de levenloze voorwerpen, maar ook de andere Wakers, de minder gekwalificeerde.’

‘Zei Jupitus daarom dat je bij me moest blijven?’

‘Aangezien jij ook een diamant bent, zo heb ik me laten vertellen,’ fluisterde Charlie, ‘zou je een natuurtalent moeten zijn, maar op een eerste reis kun je beter voorzorgsmaatregelen treffen.’ Hij keek om zich heen en liet zijn stem nog meer dalen. ‘Toen ik zei dat de diamanten de andere agenten “dragen” bedoelde ik meer de rechthoeken en de misvormen. Een beetje reis wordt heel lastig als er niet ten minste één diamant aan boord is.’

Het was allemaal heel abstract, maar toch bespeurde Jake een zekere trots over zijn status. ‘En als we kunnen tijdreizen,’ vroeg hij, ‘kunnen we dan ook bij onszelf op bezoek – ik bedoel, onszelf op jongere leeftijd?’