Er verschenen twee bemanningsleden die haastig de tafel in het midden van de hut dekten. Niet veel later hadden ook de andere passagiers zich in de hut verzameld: Charlie Chieverley met meneer Drake, zijn papegaai, de stralende Topaz Saint Honoré en Jupitus Cole. Het viel Jake op dat Oceane Noire opveerde toen Jupitus de hut in beende. Ze doofde haar sigaartje, voelde snel of haar haar nog goed zat en liep naar de tafel, waar ze Jupitus een verleidelijk glimlachje toewierp en pal voor hem ging zitten, zodat hij haar elegante rug kon bewonderen. Helaas was de operatie niet aan Jupitus besteed, want hij was verzonken in zijn eigen wereld van zeekaarten en coördinaten.
Jakes aandacht werd getrokken door een vreemd uitziend instrument dat boven de tafel aan het plafond hing. Het bestond uit een bol met drie gouden ringen van verschillende grootte die precies in elkaar pasten. Op de ringen stonden verschillende tekens, zowel cijfers als geheimzinnige symbolen.
‘Dat is de Constantor,’ fluisterde Rose. ‘Hij leidt ons naar het horizonpunt. Heel belangrijk nautisch instrument. Er is er nog een op het dek. Je kunt hem zien bewegen.’
Jake keek nauwkeuriger. Rose had gelijk: het was bijna niet te zien, maar als hij goed keek zag hij de gouden ringen rond hun as draaien.
‘Als de drie ringen samenvallen, zijn we bij het horizonpunt. En daar begint de pret pas echt. De eerste keer is onvergetelijk. Het is een soort superachtbaan.’
Geërgerd keek Jupitus op zijn horloge. ‘Norland!’ riep hij langs de trap omlaag. ‘Wordt het diner nog geserveerd of hoe zit dat?’ Iedereen zweeg en hij mompelde kwaad: ‘Waardeloos sujet. Wat heb je nu aan een butler die zich niet aan de tijd houdt?’
Norland kwam uit de kombuis naar boven. Hij leek volkomen onaangedaan. (Uit ervaring wist hij dat de beste reactie op Jupitus’ uitbarstingen was om te doen alsof er geen man overboord was.) Hij trok aan de touwen van de etenslift, schoof het luik open en zette de borden met sappig gebraden kip neer. Iedereen ging aan tafel, Jake en Rose naast elkaar met recht tegenover hen Topaz en Charlie.
Oceane wierp een blik op de schalen met groenten en zuchtte vermoeid. ‘Dat afschuwelijke Engelse eten.’ Niemand besteedde enige aandacht aan haar.
Jake begon aan zijn maaltijd, een van de lekkerste maaltijden die hij ooit had gegeten, en ving nog wat onzeker en verward flarden op van de gesprekken om hem heen. Topaz vroeg Jupitus naar zijn ervaringen in het Byzantijnse Rijk bij het verdedigen van de zijderoute tegen Chinese aanvallen. Jupitus trok zijn gebruikelijke stalen gezicht en zwakte de gebeurtenissen af, maar hij vond het blijkbaar wel erg leuk dat ze hem indertijd Held der Turken hadden genoemd.
Oceane vond het een prachtig verhaal en beloonde hem met een van haar ‘affreuze ervaringen’ in Parijs, waar ze een horde Franse revolutionairen tegen het lijf was gelopen met ‘nog geen nagelvijltje om zich te verdedigen’. Op raadselachtige wijze leidde dit naar Norland, die nadat hij had opgediend (en de grootste portie voor zichzelf had bewaard) was aangeschoven en een langdradige anekdote vertelde over Mozart die hij had horen pianospelen toen hij naar het Oostenrijkse hof ten tijde van Joseph II was gestuurd.
Alle verhalen werden zo terloops verteld alsof ze op een doodgewone vakantie aan de Costa del Sol hadden plaatsgevonden. Voor Jake was het als een droom of een ingewikkelde toneelvoorstelling. Maar wat een heerlijk, onweerstaanbaar idee om echt naar het verleden te kunnen reizen! Rose had gezegd dat hij het straks zelf zou meemaken. Jake wachtte gespannen op het moment dat het zover zou zijn.
Zo nu en dan wierp hij een blik op het stralende, zelfverzekerde meisje tegenover hem. Ze was volkomen anders dan de meisjes die hij kende. In zijn slaapkamer had Jake foto’s aan de muur hangen van mensen die hij interessant vond. Eén foto, die hij uit een zondagsblad had geknipt, had hem nog het meest gefascineerd: het was een portret van een meisje, een krijgshaftige prinses – in zijn verbeelding tenminste. Ze had een knap, bleek gezicht en de blik in haar ogen was zowel koninklijk als onzeker. Er waren edelstenen in haar lange haar gevlochten en ze droeg een glanzende wapenrusting. Achter haar strekte zich een mysterieus berglandschap uit met kastelen waarboven donkere wolken zich dreigend samenpakten. Topaz deed Jake aan dit meisje denken: mysterieus, knap, dapper.
Dapper? vroeg Jake zich verwonderd af. Hij had er nog nooit bij stilgestaan of iemand er dapper uitzag. Topaz zat met Charlie te kletsen en toen hij naar haar keek, verloor hij zichzelf weer in haar blauwe ogen. Het was alsof er ontelbare emoties tegelijk in schemerden en schitterden: opwinding, blijdschap, ongeduld en verwondering. Op een gegeven moment verslapte haar aandacht en leken haar ogen van violet naar nachtblauw te gaan en zich te vullen met een peilloos verdriet. Een tel later barstte ze weer in lachen uit bij Charlies imitatie van een eenogige papegaaienfluisteraar die hij ooit in Tanger had ontmoet.