‘Maar je hebt toch nog tijd om te vluchten?’ protesteerde Jake hoofdschuddend.
Topaz sloeg een hand tegen haar voorhoofd en haalde toen diep adem. ‘Dit is een missie. Ik ben op een missie.’
‘W-wat?’ stamelde Jake.
‘Voordat we Punt Nul verlieten nam commandant Goethe Nathan, Charlie en mij apart voor een vertrouwelijke kwestie – weet je nog? Er is toen afgesproken dat ik me, mocht ik gevangengenomen worden, niet zou verzetten. Onze organisatie heeft geen idee waar Zeldts dynastie zich schuilhoudt. Het kan in elk tijdperk zijn, overal ter wereld. Dit is onze eerste echte kans in jaren om erachter te komen.’
Nu begreep Jake waarom Nathan er zo op had gehamerd dat ze Topaz niet zouden redden. ‘Dan ga ik met je mee,’ zei hij vastbesloten. ‘Ik heb het atomium dat je me in Venetië hebt gegeven.’ Hij viste de ketting met het kleine flesje uit zijn wambuis. ‘Dan neem ik dat nu in!’ Hij begon het dopje los te draaien.
‘Dat kan niet, Jake!’ Topaz pakte het flesje uit zijn hand en stopte het terug onder zijn wambuis. ‘Alle doses moeten precies dezelfde verhouding hebben. Al had ik een vermoeden van Zeldts dosis of onze bestemming, wat niet zo is, dan nog is het voor een beginner veel te gevaarlijk om meer dan duizend jaar terug te reizen. Je overleeft het niet, om nog maar te zwijgen van de rest van het gezelschap.’ Ze vervolgde weer op mildere toon: ‘Ik moet deze missie trouwens in mijn eentje volbrengen.’
‘Je bent niet goed wijs! Zeldt is niet achterlijk. Als hij erachter komt wat je van plan bent doodt hij je.’
‘Hij zal me niet doden, dat verzeker ik je.’
‘Hoe weet je dat zo zeker?’
‘Ik weet het gewoon!’ Ze zei het zo fel dat Jake er bang van werd.
Plotseling had Topaz spijt. Ze stak een hand uit en streek over zijn haar. ‘Het ligt nogal gecompliceerd,’ zei ze zacht.
‘Gecompliceerd?’ herhaalde Jake. Zijn moeder had hetzelfde gezegd. Waar had iedereen het over?
Er werd een sleutel in het slot gestoken. Topaz keek geschrokken naar de deur. Bliksemsnel duwde ze Jake een kast in. ‘Geen woord, geen heldhaftigheid!’ beval ze, waarna ze de kast dichtdeed.
Mina Schlitz, kil als altijd, stapte de hut in.
Jake knielde om door een kier te kunnen kijken. Hij zag Mina’s zwarte rok en haar slang met de rode rug, die zich om haar onderarm had gewikkeld.
‘Wat wil je?’ vroeg Topaz koel, zonder een greintje angst voor haar vijand.
Een moment lang bleven ze elkaar aankijken – elkaars tegenpolen: Mina met haar strakke uniform, staalharde blik en steile, strenge, inktzwarte haar; Topaz met haar honingkleurige lokken en grote violetblauwe ogen waarin al haar emoties werden weerspiegeld.
‘De prins zal je nu ontvangen,’ zei Mina op vlakke toon.
‘Mag ik misschien eerst iets eten?’ vroeg Topaz gemaakt beleefd. ‘Zo veel atomium op een lege maag zou zelfs jou misselijk maken.’
Mina’s slang was onrustig geworden. Zijn bovenlijf kronkelde in de richting van de kast.
‘Vijf minuten,’ beet Mina haar toe. Ze draaide zich om naar de deur, maar zag toen de kratten met eten op de grond staan. Als aan de grond genageld bleef ze staan. En op dat moment klonk er gebonk uit de eikenhouten kist.
In een flits had Mina haar zwaard getrokken; ze dook op de kist af en gooide hem open.
Jake reageerde in een impuls. Hij sprong de kast uit en wierp zich op Mina in een poging haar tegen de grond te werpen. Maar ze was te snel. Ze pareerde zijn aanval met een scherpe stoot, waardoor hij onderuitging. Ze drukte haar hak zo hard in zijn nek dat de huid openscheurde.
‘Ik begin genoeg te krijgen van jouw halsstarrigheid,’ zei ze met opeengeklemde kaken.
+++
Het interieur van Zeldts privévertrek op de Lindwurm was weelderig en monsterlijk tegelijk. Een hele wand bestond uit vitrinekasten met gebalsemde hoofden van zijn vijanden. Er waren trofeeën uit allerlei tijdperken – oud en jong, sommige met een hoed of hoofdtooi, andere met bloederig haar – maar op elk gezicht stond dezelfde doodsangst te lezen van het moment vlak voor een koelbloedige executie. De hut was slechts verlicht door enkele kandelaars met zwarte kaarsen.
Zeldt, die bijna onzichtbaar was in de schaduw, zat aan een tafel waar zeekaarten op lagen uitgespreid. Naast hem stond zijn kapitein op instructies te wachten.
De prins keek niet op toen Mina en twee soldaten Jake en Topaz de hut in duwden. Mina liep naar haar meester en fluisterde iets in zijn oor. Toen hij zijn hoofd iets oprichtte om te luisteren viel het zwakke schijnsel op zijn bleke gelaat.
Uitdrukkingsloos wendde hij zich weer tot de kapitein, overhandigde hem de kaarten en stuurde hem weg. Na enkele aantekeningen te hebben gemaakt stond hij op, liep het vertrek door en bleef recht voor Jake staan.