Home>>read Stoner free online

Stoner(56)

By:John Williams


Bij aanvang van de middelbare leeftijd had Finch het nobele zachte voorkomen van iemand die hevig zijn best doet zijn gewicht onder controle te houden. Zijn gezicht was dik, maar zonder rimpels, al begonnen zijn wangen wat omlaag te zakken en bolde het vet in zijn nek wat op. Zijn haar was erg dun, en hij was het zo gaan kammen dat zijn kaalheid niet meteen opviel.

Op de middag dat Stoner op zijn kamer langskwam, spraken ze even over hun gezin. Finch bleef voor het gemak doen alsof Stoner een normaal huwelijk had, en Stoner pretendeerde zoals gewoonlijk dat hij zich niet kon voorstellen dat Gordon en Caroline de ouders van twee kinderen waren, van wie de jongste al op de kleuterschool zat.

Nadat ze de rituelen van hun vertrouwde omgang hadden afgewerkt, keek Finch afwezig uit het raam en zei: ‘Waarover wilde ik het ook alweer met je hebben? O ja. De decaan van de postdoctorale opleiding – volgens hem, omdat we vrienden zijn, moet ik het je vertellen. Niet dat het van groot belang is.’ Hij keek op een briefje in zijn aantekeningen. ‘Gewoon een kwaaie postdoctoraalstudent die meent dat hij afgelopen semester tijdens een van jouw colleges belazerd is.’

‘Walker,’ zei Stoner. ‘Charles Walker.’

Finch knikte. ‘Dat is ’m. Wat is er met hem aan de hand?’

Stoner haalde zijn schouders op. ‘Voor zover ik kan zeggen, heeft hij de verplichte leesstof niet gedaan – het was mijn werkgroep over de Latijnse traditie. Hij probeerde zijn werkgroepverslag te improviseren, en toen ik hem de kans gaf het over te doen of een exemplaar van zijn werkstuk te overhandigen, weigerde hij. Ik moest hem wel een onvoldoende geven.’

Finch knikte weer. ‘Zoiets had ik al gedacht. Je moest eens weten hoeveel tijd ik aan dit soort zaken kwijt ben. Maar het moet uitgezocht worden, al is het maar om jou in bescherming te nemen.’

‘Is er dan iets wat dit extra problematisch maakt?’ vroeg Stoner.

‘Nee, nee,’ zei Finch. ‘Helemaal niet. Gewoon een klacht. Je weet hoe die dingen gaan. Bovendien heeft Walker voor zijn eerste cursus als postdoctoraalstudent slechts een krappe voldoende gekregen. Als we zouden willen, kunnen we hem meteen uit het programma verwijderen. Maar ik denk dat we zo ongeveer besloten hebben de volgende maand zijn mondelinge overzichtstentamens af te nemen, wat meer duidelijk zal maken. Het spijt me dat ik je hiermee moet lastigvallen.’

Ze namen nog wat andere zaken door. Toen, net op het moment dat Stoner op het punt stond te vertrekken, hield Finch hem tegen.

‘O, er was nog iets waarover ik het met je wilde hebben. De president van de universiteit en het college van bestuur hebben eindelijk besloten dat er iets aan Claremont moet gebeuren. Dus zal ik vermoedelijk begin volgend jaar decaan van Geesteswetenschappen worden – officieel.’

‘Dat is fijn, Gordon,’ zei Stoner. ‘Dat werd tijd.’

‘Wat dus inhoudt dat we een nieuwe voorzitter van de vakgroep nodig hebben. Heb jij daar weleens over nagedacht?’

‘Nee,’ zei Stoner, ‘daar heb ik nog nooit een seconde bij stilgestaan.’

‘We kunnen buiten de vakgroep kijken en een nieuwe medewerker aantrekken, of we kunnen een van de huidige medewerkers tot voorzitter benoemen. Wat ik wil uitzoeken is, áls we iemand vanuit de vakgroep zouden kiezen – nou, zie jíj die baan misschien zitten?’

Stoner dacht even na. ‘Ik heb er niet over nagedacht, maar... Nee. Nee, ik denk niet dat ik dat wil.’

Finch was overduidelijk zo opgelucht dat Stoner glimlachte. ‘Goed. Ik dacht al dat je niet zou willen. Het gaat gepaard met een heleboel gezeik. Gasten onthalen en overal aanwezig zijn en...’ Hij wendde zijn blik van Stoner af. ‘Ik weet dat jij niks van dat soort dingen moet hebben. Maar nadat Sloane is overleden, en Huggins en hoe heet hij ook alweer, Cooper, afgelopen jaar met pensioen zijn gegaan, ben jij de oudste medewerker van de vakgroep. Maar als jij er geen begerig oog op hebt laten vallen, dan...’

‘Nee,’ zei Stoner beslist. ‘Ik zou vast een waardeloze voorzitter zijn. Ik zit niet op die baan te wachten en ik wil hem niet.’

‘Goed,’ zei Finch. ‘Goed. Dat maakt het allemaal een stuk eenvoudiger.’

Ze namen afscheid van elkaar en Stoner dacht niet meer terug aan het gesprek.



De mondelinge overzichtstentamens van Charles Walker stonden voor half maart gepland. Enigszins tot Stoners verbazing ontving hij een briefje van Finch waarin stond dat hij deel zou uitmaken van een uit drie man bestaande commissie die hem het tentamen zou afnemen. Hij herinnerde Finch eraan dat hij Walker een onvoldoende had gegeven, dat Walker hem dat persoonlijk aanrekende, en hij vroeg of hij in dit specifieke geval van zijn taak kon worden ontheven.