Home>>read Stoner free online

Stoner(51)

By:John Williams


‘Het gaat over een student,’ zei Stoner. ‘Charles Walker. Hij zei dat jij hem naar mij had gestuurd.’

Lomax zette de toppen van zijn vingers tegen elkaar, staarde er nadenkend naar en knikte. ‘Ja. Ik heb geloof ik beweerd dat hij er baat bij zou hebben als hij jouw werkgroep volgde – hoe heet die? – over de Latijnse traditie.’

‘Kun je me iets over hem vertellen?’

Lomax keek op van zijn handen en staarde met een oordeelkundig vooruitgestoken onderlip naar het plafond. ‘Een goede student. Een superieure student, mag ik wel zeggen. Hij schrijft een dissertatie over Shelley en het hellenistische ideaal. Het ziet ernaar uit dat het briljant wordt, werkelijk briljant. Het zal geen verhaal worden dat sommigen’ – hij zocht aarzelend naar het juiste woord – ‘als gróndig zullen bestempelen, maar het is uiterst verbeeldingsrijk. Is er aanleiding om meer over hem te willen weten?’

‘Ja,’ zei Stoner. ‘In de werkgroep gedroeg hij zich nogal absurd. Ik vroeg me af of ik daar een bijzondere betekenis aan moest hechten.’

Lomax aanvankelijke jovialiteit was nu verdwenen, en het meer bekende ironische masker was weer over hem gekomen. ‘Ach, ja,’ zei hij, afstandelijk glimlachend. ‘De lompheid en dwaasheid van de jeugd. Walker is – dat zul je begrijpen – erg verlegen en heeft daardoor soms een wat verdedigende of assertieve houding. Net zoals wij allemaal heeft ook hij zijn problemen. Maar zijn wetenschappelijke en kritische vaardigheden mogen, hoop ik, niet vanuit zijn tamelijk begrijpelijke fysieke afwijkingen beoordeeld worden.’ Hij keek Stoner recht in het gezicht en zei met een olijke boosheid: ‘Zoals je misschien is opgevallen, is hij gehandicapt.’

‘Dat zou het kunnen zijn,’ zei Stoner nadenkend. Hij zuchtte en kwam uit zijn stoel omhoog. ‘Het is denk ik nog te vroeg om me er zorgen over te maken. Ik wilde het alleen even bij je navragen.’

Plotseling klonk de stem van Lomax gespannen en bijna trillend van onderdrukte woede. ‘Je zult merken dat hij een superieure student is. Ik verzeker je dat je zult merken dat hij een uitmúntende student is.’

Stoner keek hem even met een perplexe frons op zijn gezicht aan. Toen knikte hij en liep de kamer uit.



De werkgroep kwam wekelijks bijeen. Tijdens de eerste paar bijeenkomsten onderbrak Walker de les met vragen en commentaren die er zo waanzinnig ver naast zaten dat Stoner niet wist hoe hij erop moest reageren. Al snel werden de vragen en uitspraken van Walker door de studenten zelf met gelach begroet of nadrukkelijk genegeerd. Na een paar weken zei hij helemaal niets meer en zat hij uiterst verbolgen en gekrenkt op zijn stoel, terwijl de werkgroep aan hem voorbijging. Het zou, dacht Stoner, grappig geweest zijn als de belediging en verontwaardiging van Walker niet iets weerloos hadden gehad.

Maar ondanks Walker was het een succesvolle werkgroep, een van de beste groepen die Stoner ooit had lesgegeven. Bijna vanaf het eerste moment werden de studenten door de verwikkelingen van het onderwerp gegrepen, en allemaal maakten ze een moment van doorbrekend inzicht mee, dat zich voordoet zodra je merkt dat het onderhavige onderwerp de kern uitmaakt van een veel groter onderwerp, en als je merkt dat het bezigzijn met dat onderwerp waarschijnlijk zal leiden tot... waartoe, dat weet je niet. De werkgroep regelde alles zelf, en de studenten waren er zozeer bij betrokken dat Stoner zelf eenvoudigweg een van hen begon te worden, even ijverig op zoek als zij. Zelfs de toehoorder, de jonge docente die naar Columbia was overgekomen terwijl ze haar dissertatie afrondde, vroeg hem of ze verslag van een onderwerp van de werkgroep mocht doen. Ze meende dat ze iets was tegengekomen dat voor de anderen interessant zou zijn. Ze heette Katherine Driscoll en ze was eind twintig. Ze was Stoner nooit echt opgevallen, tot ze hem na afloop van de les aansprak en vroeg of hij haar dissertatie wilde lezen als die klaar was. Hij zei haar dat hij het verslag verwelkomde en dat hij haar dissertatie graag wilde lezen.

De verslagen van de werkgroep stonden voor de tweede helft van het semester gepland, na de kerstvakantie. Walkers verslag over ‘Hellenisme en de middeleeuwse Latijnse traditie’ zou vroeg aan de beurt zijn, maar hij stelde het alsmaar uit en verklaarde Stoner dat hij moeilijk aan de benodigde boeken kon komen, die niet in de universiteitsbibliotheek aanwezig waren.

Er werd van uitgegaan dat mevrouw Driscoll, als toehoorder, verslag zou doen nadat de studenten die er studiepunten voor zouden krijgen verslag hadden gedaan. Maar op de laatste dag die Stoner voor de werkgroepverslagen had aangewezen, twee weken voor het einde van het semester, vroeg Walker nogmaals om een extra week uitstel. Hij was ziek geweest, had last van zijn ogen gehad, en een belangrijk boek was niet vanuit een andere bibliotheek gearriveerd. Dus presenteerde mevrouw Driscoll haar verslag op de door Walker vrijgekomen dag.