Tijdens de kerstvakantie, die merkwaardige pauze die de vaart van het semester onderbrak, begon William Stoner zich twee dingen te realiseren: hij kreeg in de gaten dat Grace een centrale plek in zijn leven was gaan innemen, en hij begon te begrijpen dat hij een goede leraar zou kunnen worden.
Hij was bereid zichzelf toe te geven dat hij geen goede leraar was geweest. Sinds hij zich door zijn eerste eerstejaarscolleges Engels had gestunteld, was hij zich altijd bewust van de grote kloof tussen wat hij voor zijn onderwerp voelde en wat hij daarover in de collegezaal wist over te brengen. Hij had gehoopt dat die kloof na verloop van tijd en met het toenemen van zijn ervaring zou dichten. Maar dat was niet gebeurd. Datgene wat hij diep in zijn binnenste voelde, ontglipte hem volledig zodra hij er tijdens zijn colleges over begon. Zaken die uiterst levendig waren, kwijnden weg met zijn woorden. En wat hem het meest raakte, verkilde zodra hij erover sprak. En dat hij zich van zijn ontoereikendheid bewust was, zat hem zo hevig dwars dat hij dat gevoel gewoon begon te vinden, een gevoel dat net zozeer deel van hem uitmaakte als zijn neerhangende schouders.
Maar in de weken dat Edith in St. Louis verbleef, merkte hij dat hij tijdens het college geven zozeer in zijn onderwerp opging dat hij zijn ontoereikendheid vergat, zichzelf vergat, en zelfs de studenten voor zich. Nu en dan ging hij zo op in zijn enthousiasme dat hij stotterde, gebaarde en de aantekeningen negeerde die hij meestal voor zijn praatjes gebruikte. Aanvankelijk stoorde hij zich aan zijn uitbarstingen, alsof hij zich te vrijpostig gedroeg ten opzichte van zijn onderwerp, en hij verontschuldigde zich tegenover zijn studenten. Maar toen ze na afloop van zijn colleges bij hem kwamen, en ze in hun werkstukken enige verbeelding en een ontluikende liefde begonnen te tonen, werd hij aangemoedigd om te doen wat hij niet had geleerd te doen. De liefde voor literatuur, voor taal, voor de geheimen van de geest en het hart, die zichzelf in de minieme, merkwaardige en onverwachte combinaties van letters en woorden toonden, in het zwartste en kilste drukwerk – de liefde die hij geheim had gehouden alsof die illegaal en gevaarlijk was, daar begon hij voor uit te komen, eerst weifelend, toen vrijmoediger en toen trots.
Hij voelde zich zowel bedroefd als bemoedigd door de ontdekking van wat hem te doen stond. Ongewild vond hij dat hij zowel zijn studenten als zichzelf had bedrogen. De studenten die tot op dat ogenblik door het herhalen van mechanische stappen in staat waren geweest met hard werken door zijn colleges te komen, begonnen hem verbaasd en verontwaardigd aan te kijken. Degenen die geen colleges bij hem hadden gevolgd, begonnen zijn lessen bij te wonen en hem in de gangen toe te knikken. Hij sprak met meer zelfvertrouwen en voelde in zijn binnenste een krachtige warme eenvoud opkomen. Hij meende dat hij – tien jaar te laat – zichzelf aan het ontdekken was, en de figuur die hij zag was aan de ene kant meer en aan de andere kant minder dan hij zich ooit had voorgesteld. Hij had de indruk dat hij eindelijk een leraar begon te worden, eenvoudigweg iemand voor wie zijn boek het ware is, die respect voor kunst toont, los van zijn dwaasheid, zwakheid of ontoereikendheid als mens. Het was een kennis waarover hij niet kon spreken, maar die hem, toen hij er eenmaal over beschikte, wel veranderde, zodat niemand de aanwezigheid ervan kon ontkennen.
Dus toen Edith uit St. Louis terugkwam, merkte ze dat hij veranderd was, en wel zodanig dat ze het niet kon begrijpen, maar zich er meteen van bewust werd. Onaangekondigd keerde ze op een middag per trein terug en liep door de woonkamer naar de studeerkamer, waar haar man rustig met zijn dochter zat. Ze had hen met haar plotselinge aanwezigheid en haar veranderde voorkomen willen verrassen, maar toen William naar haar opkeek, en zij de verrassing in zijn ogen zag, wist ze meteen dat hij degene was die echt een verandering had ondergaan, en dat die zo vergaand was dat het effect van haar verschijning teniet werd gedaan. En ze dacht bij zichzelf, enigszins terughoudend en toch een beetje verrast: ik ken hem beter dan ik ooit had gedacht.
William was verrast door haar aanwezigheid en haar veranderde voorkomen, maar dat raakte hem nu minder dan vroeger had kunnen gebeuren. Hij bekeek haar even en kwam toen achter zijn bureau vandaan, liep de kamer door en begroette haar plechtig.
Edith had haar haar kort laten knippen en droeg een hoed die zo strak zat dat het korte haar als een onregelmatige omlijsting tegen haar gezicht werd gedrukt. Haar lippen waren fel oranjerood gestift en op haar jukbeenderen zaten twee kleine plekken rouge. Ze had een van de korte jurken aan die de afgelopen jaren bij jongere vrouwen populair waren geworden. Hij hing recht van haar schouders omlaag en eindigde net boven haar knieën. Zich bewust van zichzelf glimlachte ze naar haar echtgenoot en liep door de kamer op haar dochter af, die op de vloer zat en haar kalm en nieuwsgierig aankeek. Ze knielde onhandig neer, terwijl haar nieuwe jurk zich strak om haar benen spande.