Home>>read Stil Bloed free online

Stil Bloed(41)

By:Toni Coppers


‘Ik ben commissaris Meerhout’, begon Liese, ‘en ik leid het onderzoek naar de verdwijning van Laura. Ik denk dat we…’

Catherine onderbrak haar. ‘U bent van Brussel.’ Ze stond naast de zitbank en was zo gespannen als een veer. ‘Ik heb u op televisie gezien, met die persconferentie. Waarom komt u daarvoor van Brussel? Wat is er in godsnaam aan de hand?’

‘Cathy, niet doen’, mompelde Magits. Hij strekte zijn arm uit naar zijn vrouw. Met zichtbare tegenzin ging ze naast hem op de bank zitten.

‘Ik weet dat dit een heel moeilijke periode is voor u beiden’, begon Liese. ‘Ik beloof u dat ik er alles aan zal doen om Laura snel terug te vinden.’

Catherine Magits snoof minachtend. ‘Wat doet u hier dan bij ons? Hè?’ Ze wees naar een onbestemd punt in de tuin. ‘U zou daarbuiten moeten zijn, op zoek naar haar!’

‘Mevrouw Magits, ik zou even alleen met uw man willen praten, als dat mag. Ik blijf echt niet lang hier’, zei Liese.

Steven Magits keek naar zijn vrouw en gaf een bemoedigend knikje. Ze stond op en liep zonder nog een woord te zeggen de woonkamer uit.

Magits zuchtte en wreef sloom met beide handen door zijn haar.

‘Ik zou op de zaak moeten zijn’, zei hij traag. ‘Er ligt zo veel werk te wachten. Maar het gaat gewoon niet, ik kan het niet.’

‘Hebt u iets ongewoons gemerkt aan Laura de laatste weken?’

‘Iets ongewoons?’ vroeg Magits. Ook nu kwamen de woorden er trager uit dan normaal.

Liese zag dat zijn ogen troebel stonden. Ze zag ook het doosje geneesmiddelen dat voor hem op de lage tafel lag. Een kalmeringsmiddel, gokte ze.

‘Maakte ze zich ergens zorgen over?’

‘Nee.’ Hij schraapte zijn keel. ‘Nee, helemaal niet.’

‘Ze heeft u niets verteld? Dat ze iemand ontmoet had bijvoorbeeld. Of rare telefoontjes?’

Magits schudde het hoofd. ‘Nee, niks. Alles was heel goed met… haar.’ Hij begon ingehouden te snikken.

Liese wachtte tot hij zijn zakdoek had gebruikt. ‘En u? Hebt u iets vreemds meegemaakt, de laatste weken?’

‘Ik?’ Hij keek haar verward aan. Liese had afgeleerd ergens zeker van te zijn als het om haar werk ging, maar ze had er toch een eed op durven zweren dat de verwarring van de man oprecht was.

‘Die enveloppe met het popje was aan u geadresseerd. Hebt u enig idee waarom?’

Magits schudde traag zijn hoofd.

‘Als u me iets moet vertellen, dan zou ik het nu doen.’

‘Ik weet het niet. Echt niet.’

Ze liet een stilte hangen. ‘Steven?’ zei ze zacht.

Hij keek verbaasd omdat Liese opeens zijn voornaam gebruikte.

‘Vertel het me. Zeg iets. Als je aan iets denkt, als er ooit iets gebeurd is, zeg het me.’

Zijn gezicht straalde opeens pijn uit, pijn en machteloosheid. Hij hield zijn handen open, mompelde bijna geluidloos: ‘Ik weet het niet’, en liet toen zijn armen op zijn knieën vallen.

‘De enveloppe is waarschijnlijk ’s nachts in de brievenbus gestoken’, zei Liese. ‘Wie bezorgt ’s ochtends de post bij jou in het bedrijf?’

Fluisterend: ‘Stefanie.’

Liese zweeg tot Magits haar aankeek. Hij hoestte, haalde vervolgens diep adem.

‘De receptioniste. Ze doet zo’n beetje van alles bij ons. Telefoons. Of de broodjes bestellen ’s middags, voor de mannen.’

Hij ging rechtop zitten en greep opeens haar arm vast. Zijn ogen waren vochtig geworden.

‘Wat heeft dat popje te betekenen, mevrouw Meerhout? Waarom stuurt iemand dat aan mij? Laura heeft nooit met poppen gespeeld, nooit! Ik snap het gewoon niet!’

Om halfzes die middag zat het hele team behalve Thierry Coleyne verzameld in de recherchekamer. Liese was op de terugweg naar het stadhuis gestopt bij een kruidenierszaak en was naar binnen komen lopen met een blikje cola, een doos boterkoekjes en de wikkel van een Bounty, die ze al in de auto naar binnen had gewerkt. Als ze zo doorging, zouden de tien kilo extra waar Sura op zinspeelde nog een milde straf zijn.

‘Waar is de commissaris?’ vroeg Liese zo neutraal mogelijk.

‘Overleg met de korpschef’, zei Evy Meyvis.

Alweer, dacht ze. Iemand was zich in allerijl tegen de Hogere Machten aan het aanschurken.

‘Oké, collega’s’, zei Liese. ‘Tijd voor een round-up, denk ik.’

Ze ging voor de magnetische glazen wand staan waarop de foto’s van Franssen, Caestecker en Laura Magits hingen, en rukte het dopje van een markeerstift. Ze trok een lijn tussen Franssen en Caestecker. ‘Wat weten we ondertussen?’

‘Het VLIZ,’ zei Borms, ‘en meer bepaald het Vlaamse Baaien-project. Er staan enorme investeringen op stapel om de kust beter te beschermen. Caestecker wilde er een onthullende reportagereeks over schrijven.’