‘Heb je een uur op me gewacht?’
‘Eigenlijk alleen de laatste tien minuten. Daar tegen die pilaar,’ zegt hij jongensachtig verlegen. Dan lacht hij.
Ze lachen allebei. ‘Ik verga van de dorst. En ik ben een beetje weerloos.’
Fotokopie: dagboek van Milla Strachan
Datum van aantekening: 5 oktober 2009
Lieve Jessica,
Je hebt me een keer gevraagd of ik nooit gevaarlijk had geleefd.
Vanavond heb ik het gedaan. Een beetje. En het was lekker.
In het Thaise restaurant aan de hoofdstraat, een blok van Arthur Murrays dansstudio, zitten ze op het balkon.
‘Wat doe jij?’ vraagt hij haar.
‘Ik drink mineraalwater met een stalker en overweeg sushi te bestellen.’
‘Touché. Wat voor wérk doe je?’
‘Ik ben bedrijfsjournalist. Ik werk voor de overheid, voor het ministerie van Communicatie, bij een krant die News This Week heet. Als ik morgen ontslag neem, stort de regering in. En jij?’
‘Ik heb in het buitenland gezeten. Bijna dertien jaar.’
‘Wat heb je daar gedaan?’
‘Opgravingen, de eerste zeven jaar. En vanaf 2005 was ik in Irak. Opleiding kleine vaart op de Tigris. Voor het Iraakse leger.’
‘Wanneer ben je teruggekomen?’
‘Een week of drie geleden.’
‘Waarom?’
‘Dat is een lang verhaal.’
‘Dan kunnen we beter sushi bestellen.’
Fotokopie: dagboek van Milla Strachan
Datum van aantekening: 5 oktober 2009
Hij was echt. Eerlijk. En zo ontzettend op zijn gemak met zichzelf, met mij, met de serveerster (hij noemde haar ‘ousus’, en de wijnkelner ‘ouboet’), hij probeerde geen indruk te maken, hij probeerde niet overdreven grappig of ernstig te zijn, hij praatte ongedwongen over zichzelf en toonde ongedwongen belangstelling voor mij.
Hij heeft een mooie stem.
Ik heb hem mijn mobiele nummer gegeven.
‘Ik ben teruggekomen om een boerderij te kopen.’
‘In de Kaap?’
‘Nee. In de Vrystaat. Tussen Philippolis en Springfontein.’
‘Waarom daar?’
‘Dat is min of meer waar ik vandaan kom en het is een mooie boerderij. Het is het landschap waar ik van hou. De Suidwes-Vrystaat, gras en heuvels, struikgewas met doringbomen, een stroompje met wilgen...’
‘Maar wat doe je dan in de Kaap?’
‘Je bent een nieuwsgierige vrouw.’
‘Dat heeft mijn vader me geleerd: als een man je stalkt, zorg dan dat je zo veel mogelijk te weten komt.’
‘Je vader is een wijs man. Ik ben in de Kaap om geld terug te krijgen dat iemand van me heeft... geleend. Ik heb het nodig om de boerderij mee te betalen.’
‘Ben je daarom in het buitenland gaan werken? Om een boerderij te kunnen kopen?’
‘Dat was een van de redenen.’
59
(6 oktober 2009. Dinsdag.)
Milla haalt haar identiteitskaart door de gleuf van de veiligheidsdeur, hoort het slot klikken en gaat naar binnen. Ze kijkt omhoog naar de bewakingscamera in de hoek en voelt zich een beetje schuldig.
Die mensen moesten eens weten...
En heel even overweegt ze de mogelijkheid dat iemand hen gisteravond gezien kan hebben. Dat laat haar hart sneller kloppen en maakt dat ze zich opeens bewust is van de mensen in de gangen op weg naar kantoor. Ze zoekt naar tekenen van belangstelling, van afkeer, ook bij haar collega’s.
Maar ze begroeten haar met het gewone ritueel.
‘Good morning,’ zegt Mac, met zijn neus tegen zijn computerscherm.
Theunie, die zijn pijp schoonmaakt, kijkt op en glimlacht naar haar. ‘Carmen. Je ziet er bijzonder aantrekkelijk uit vanochtend.’
En Jessica is laat. Zoals elke ochtend.
Milla ontspant langzaam.
Misschien was het profiel het enige wat ze wilden hebben. Misschien is Lukas Becker allang weer vergeten.
Quinn herkent haar niet op de foto, de belichting is slecht: Becker en de vrouw ’s avonds op het balkon van het restaurant.
Pas als hij het korte rapport van het achtervolgingsteam leest, de registratiegegevens van de witte Renault Clio, ziet hij de naam. Milla Strachan. Komt hem bekend voor.
Hij moet hard nadenken om de naam te kunnen plaatsen: boven aan een paar recente pia-rapporten, als hij het zich goed herinnert.
Hij zoekt het op in zijn computer en ziet dat het inderdaad dezelfde naam is als van die nieuwe vrouw bij het rapportageteam. En hij denkt: toeval? Het is geen doorsnee naam, hij moet het onderzoeken. Zou dat niet krankzinnig zijn, zou dat niet de knuppel in het hoenderhok zijn?
Hij vraagt het pia-personeelsrapport van Milla Strachan op en ziet dat type en kleur en registratienummer van de auto hetzelfde zijn. Hij kijkt naar de pasfoto en vergelijkt hem met de vrouw op het balkon van het restaurant.
Ze is het.
Hij zoekt in de database om te zien aan welke rapporten ze heeft gewerkt. Lukas Becker was het laatste.