Home>>read Spoor free online

Spoor(98)

By:Deon Meyer


Hij wijst naar de pizza die voor hem staat. ‘Maar deze doet daar niet voor onder.’

‘Kom je uit Windhoek?’ vraagt ze.

‘Ja. Ben hier voor zaken. En jij?’

‘Al negen jaar hier.’

‘O? Wat doe je?’

‘Ik werk bij een visbedrijf. Hoofd Administratie.’

(4 oktober 2009. Zondag.)



Milla Strachan zit die ochtend aan een schrijftafeltje in haar slaapkamer, achter haar laptop. Ze heeft Microsoft Word openstaan. Ze typt een nieuwe titelpagina:

Veertig

Door Milla Strachan

Ze begint een nieuwe pagina en schrijft: Hoofdstuk 1.

Daaronder de eerste twee zinnen van de nieuwste poging, waar ze lang over heeft nagedacht, en waarvan ze nog steeds niet weet of ze werken.

Hannelie, ouder en wijzer, heeft me vaak gewaarschuwd: alles wordt anders op je veertigste.

Ik geloofde haar niet.



Het hoofd van de administratie van Consolidated Fisheries belt Reinhard Rohn die ochtend na elf uur. Hij neemt de telefoon op in zijn kamer in het Protea Hotel.

‘Met Ansie.’

‘Goedemorgen.’

‘Wat ben jij aan het doen?’

‘Ik zit te werken. En jij?’

‘Ik lig me dingen te herinneren.’

‘En wat herinner je je?’

‘Alles.’

‘Je bent een stout meisje.’

‘En wanneer gaat dit stoute meisje jou weer zien?’

‘Wat doet het stoute meisje vanavond?’

(5 oktober 2009. Maandag.)



Op de agenda van Janina Mentz voor die dag staat vrede. Ze loopt Masilo’s kantoor in, gaat vastberaden tegenover hem zitten en vraagt: ‘Wat zou jij gedaan hebben als je in mijn positie was?’

Hij laat niet zien dat hij verbaasd is. ‘Ik zou alles in de strijd hebben geworpen om de terreurdaad tegen te houden, al zou dat een fusie met de pia betekenen. Ik zou begrip en waardering hebben gehad voor het werk van mijn mensen.’

‘Zou je overwogen hebben een oplossing te zoeken die de terreur voorkwam en tegelijkertijd onze toekomst zeker stelde?’

‘Natuurlijk...’

Ze speelt met zachte stem haar troefkaart uit. ‘De minister kondigt vanmiddag aan dat het fifa-bezoek van 12 oktober gepaard zal gaan met een enorme beveiligingsoefening, om de paraatheid van de saps, de politie van Kaapstad en bepaalde onderdelen van Defensie te testen. Hij zal het publiek vragen geduld te hebben, omdat uitgebreide wegblokkades en het afsluiten van bepaalde routes oponthoud kunnen veroorzaken.’

Masilo probeert zijn opluchting te verbergen. ‘Dank u,’ zegt hij.

‘Even voor de goede orde, Tau, ik heb enorme waardering voor de ijver en toewijding van ons personeel. Maar als ze niet met de gewenste resultaten komen, is het mijn plicht en verantwoordelijkheid om dat te zeggen. Het is het onaangenaamste deel van mijn werk, maar ik moet het met dezelfde ijver en toewijding doen.’

Masilo komt half overeind, maar laat zich dan langzaam weer in zijn stoel zakken.

‘Tau, ik heb je nodig. Ik leun zwaar op je. We mogen van mening verschillen, maar we moeten elkaar vertrouwen om onze afzonderlijke plichten na te komen.’

Hij knikt. ‘U hebt gelijk.’

‘Wil je overwegen weer met mij aan tafel te gaan zitten?’





58


Tijdens de dansles om 19.00 uur komt er iets los in Milla Strachan.

Misschien omdat ze te laat was, in gedachten verzonken, geen tijd heeft gehad om na te denken, en gewoon begint te dansen. Misschien omdat twee maanden dansles, theorie, praktijk, vastberadenheid en verlangen eindelijk samenvallen, zodat ze beweegt zonder na te denken en de muziek bezit van haar neemt. En omdat haar leraar, meneer Soderstrom, zo verstandig is niets te zeggen voor het einde, haar geen verplichte figuren laat doen en haar geen kans geeft een adempauze te nemen.

Pas als het uur om is, zegt hij: ‘Juffrouw Strachan, dat was magnifiek.’

En Milla, met een blos van inspanning en genot op haar wangen, beseft opeens wat ze heeft bereikt en zegt: ‘Ja, dat was het.’ Emotie welt in haar op, euforie. ‘Dank u,’ zegt ze. ‘Zeg ik dat wel vaak genoeg?’

Ze trekt haar dansschoenen uit, neemt afscheid, pakt haar handtas en loopt met energieke veerkracht, haar tas heen en weer zwaaiend, de trap af, naar buiten, de mooie, stille avond in. Ze loopt naar haar Renault.

Dan roept iemand haar naam.

Ze kijkt om, nog steeds opgetogen en voldaan.

Lukas Becker komt over het asfalt naar haar toe lopen.

Een lach die van diep uit Milla opstijgt, een besef dat deze ontmoeting voorbestemd is, dat het goed is en klopt, en ze zegt ‘hallo’ en blijft staan.

‘Ik was net op weg naar Woolies, en toen zag ik je naar binnen gaan.’

Ze staat daar alleen maar, met een glimlach om haar mond.

‘Toen besloot ik een hinderlaag te leggen, in de hoop dat je dorstig, moe en weerloos zou zijn als je naar buiten kwam,’ met precies voldoende behoedzaamheid en moed in zijn stem.