Home>>read Spoor free online

Spoor(90)

By:Deon Meyer


‘Wat?’ vraagt Mac verstoord.

‘Cornelia Johanna van Jaarsveld blijkt een professioneel spoorzoeker te zijn, Mac. Maar het ironische is dat ze eigenlijk geen spoor heeft achtergelaten.’

Milla glimlacht. Ze is bezig met een rapport over ene Ephraim Silongo, ook wel ‘Slang’ genoemd. Ze werkt het systematisch bij, al naargelang de rapporten van de operators binnenkomen. Slang Silongo’s lichaam is gevonden op een verlaten onverharde weg in de Waterbergen, provincie Limpopo, zwaar toegetakeld, kogelwond in zijn hoofd. Volgens informatie van de saps was hij een gewapende overvaller en maakte hij deel uit van het syndicaat van Julius Shabangu.

‘Hebben we laatst niet iets gedaan over Julius Shabangu?’ vraagt ze.

‘Klopt,’ zegt Theunie. ‘Moet in de database staan.’

Terwijl ze zoekt, denkt ze weer aan het vacuüm waarin ze heeft geleefd, haar onwetendheid over de onderstromen in dit land.



Donald MacFarland is degene die hun na een gefluisterd telefoongesprek vertelt van De Grote Confrontatie, met gedempte stem, terwijl zijn ogen snel heen en weer flitsen naar de deur van mevrouw Killian. ‘Het schijnt dat onze Iron Lady vanochtend haar naam heeft waargemaakt,’ zegt hij.

‘Wat?’ vraagt De Godin, altijd nieuwsgierig als ze Macs roddeltoontje hoort.

‘Het schijnt, lieverd, dat onze zeer achtenswaardige directrice totaal over de rooie is gegaan...’

Ze schuiven alle drie dichterbij, en Mac herhaalt het gerucht, met zo veel mogelijk verbale barok. Over iets wat vannacht is gebeurd, een operatie die een totale mislukking was. En vanochtend heeft Janina Mentz alle hoge pieten in de Operations Room ontboden, inclusief mevrouw Killian. Ze stond voor het gehoor, keek de laatkomers dreigend aan, wachtte tot ze allemaal zaten, en begon ze toen uit te foeteren. ‘“Ik heb nog nooit van mijn leven zoveel onbenul, zoveel zwakzinnigheid gezien,” zo begon ze, en het werd steeds erger,’ vertelt Mac met smaak. ‘Ze gooide letterlijk met dingen. En toen waagde Mister Nobody het haar tegen te spreken, en vroeg ze de rest om weg te gaan, en toen gingen die twee elkaar te lijf achter gesloten deuren, het schijnt dat je ze op de gang nog tegen elkaar kon horen schreeuwen.’



Masilo loopt met een papier in zijn hand het kantoor van Janina Mentz in. Hij gaat voor haar bureau staan en zegt: ‘Hier is mijn ontslagbrief. Gedateerd op 13 oktober. Als ik die terreurdaad niet kan voorkomen, ga ik weg. Als ik slaag, is het uw keuze of u mijn ontslagbrief aanvaardt.’

Mentz kijkt hem uitdrukkingloos aan.

‘We kunnen Willem de la Cruz en Terrence Richard Baadjies nergens vinden.’ Masilo’s monotone stem verraadt de vermoeidheid, de berusting. ‘We vermoeden dat ze de zending diamanten ergens anders gaan proberen te onderscheppen. We vermoeden verder dat De la Cruz alleen wacht tot de transactie met de Supreme Committee is afgehandeld voordat hij naar Zuid-Amerika vlucht. Daarom houden we nu alle buitenlandse vluchten vanuit Kaapstad en Johannesburg in de gaten. We hebben alle verkeersdiensten in de Wes-Kaap gewaarschuwd; ze zullen elke Mercedes 1528 die stopt bij een weegbrug op weg naar de Kaap aanhouden en vasthouden tot een van onze operators hem heeft doorzocht. We hebben de observatie van Suleiman Dolly, Shahied Latief Osman en Baboo Rayan opgevoerd. De Reactie-eenheid staat klaar mocht er contact zijn tussen de Supreme Committee en de Restless Ravens. De operatie om toegang te krijgen tot het computersysteem van Consolidated Fish­eries vindt maandag even na middernacht plaats.’

Mentz zit nog steeds als een sfinx.

‘We onderzoeken op het ogenblik de uitvoerbaarheid van een plan om een elektro-akoestische microfoon in de kelder van de Chamberlainstraat 15 te planten. De enige mogelijkheid is door Baboo Rayan minstens een uur bij het huis weg te houden, misschien met een nepoverval op het winkeltje waar hij ’s ochtends naartoe gaat. Dat zal zeer omzichtig moeten gebeuren, want we kennen de beveiligingsmaatregelen in het huis van de Committee niet. En als laatste: we zullen Julius Shabangu blijven afluisteren tot 13 oktober.’

Dan draait hij zich om en loopt weg.





52


Fotokopie: dagboek van Milla Strachan

Datum van aantekening: 27 september 2009

Sporen achterlaten, diepe sporen, is een manier om te zeggen ‘ik was hier’. Iets wat zin geeft aan dit vluchtige bestaan.

Hoe laat je een spoor achter?

En wat voor spoor wil ik achterlaten? Wat voor spoor kán ik achterlaten? Waarom wil ik een spoor achterlaten? Is het alleen angst, angst om vergeten te worden, want vergeten worden maakt een heel leven nutteloos. Is dat mijn wezenlijke angst? Is dat waarom ik een boek wil schrijven, mijn enige (laatste!) kans om iets tastbaars achter te laten, een klein bewijs dat ik hier was?