JS: Je weet zeker dat het een Bedford is?
(Onbekende): Honderd procent, Inkunzi.
(26 september 2009. Zaterdag.)
Als iedereen verzameld is in de Operations Room, zegt Masilo: ‘Luister heel goed naar me: we hebben maar één doel, en dat is die diamanten onderscheppen. En we hebben maar één kans. De operators in het veld zijn volledig afhankelijk van ons. Ze kunnen Julius Shabangu en zijn troepen niet onderscheppen als wij ze niet precies vertellen waar ze heen moeten. Dus ik verwacht absolute professionaliteit, absolute focus. Als je moe bent, als je je concentratie verliest, zeg dat dan tegen mij, dan word je afgelost. Er staat veel op het spel. Heel veel.’
Dan gaan ze aan het werk. Ze hebben de afluisterapparatuur zo ingesteld dat ze de mobiele telefoon van Inkunzi Shabangu kunnen horen als hij hem gebruikt, en dat ze contact kunnen houden met de zeven teams van pia-operators, één team voor elk van de mogelijke routes in de omgeving van Musina en een extra team als back-up.
Ze horen hoe Shabangu als een generaal met mensen en auto’s schuift.
‘Hij heeft tien auto’s,’ zegt een meeluisterende operator.
‘Hij wil die diamanten echt per se hebben,’ zegt Rajkumar.
Om halfeen ’s middags rapporteert Quinn, na een eenzijdig telefoongesprek: ‘Het afgelopen halfjaar is er geen Zuid-Afrikaan met de rang van kolonel en de achternaam Van Jaarsveld Zim binnengekomen. We hebben twaalf Van Jaarsvelds die de grens over zijn gestoken, negen mannen en drie vrouwen.’
Advocaat Tau Masilo mompelt iets onverstaanbaars, haalt diep adem en zegt: ‘Breng me het oorspronkelijke geluidsbestand.’
Masilo zit met een koptelefoon op achter de computer, een schrijfblok naast zich. Om kwart voor een zet hij de koptelefoon af en zegt: ‘Ik wil de details van alle Van Jaarsvelds met een voornaam die begint met een C of een K.’
‘Ik zal ze uitprinten,’ zegt Quinn.
De hele kamer kijkt vol verwachting naar Masilo. ‘Misschien is het geen rang maar een verkeerd uitgesproken voornaam,’ zegt hij.
‘Aha,’ zegt Rajkumar.
Om één uur kijkt Masilo op van de lijst namen en vraagt aan Rajkumar: ‘Die Afrikaner in het Rapportageteam, hoe heet die?’
‘Theunie.’
‘Wat is zijn toestelnummer?’
‘Wil je hem nu spreken?’
‘Ja.’
‘Ogenblik,’ zegt Rajkumar, hij belt mevrouw Killian en vraagt of hij Theunie kan spreken. Hij steekt Masilo de hoorn toe.
‘Theunie...? We hebben een vrouw met de naam Cornelia Johanna. Is het mogelijk dat ze haar alleen “Cornel” noemen? Of zoiets?’
Masilo luistert even, zegt ‘Dank je’ en legt de telefoon neer. ‘Cornelia Johanna van Jaarsveld. Haar ID-nummer staat op de lijst. Zorg dat je een vaste verblijfplaats vindt en dat daar mensen naartoe gaan. Ik wil alles weten wat er te weten is.’
De dag is als een langzaam gif dat iedereen verlamt. Spanning, verveling, frustratie. Tien over drie, een beetje opwinding.
Door de luidspreker klinkt Shabangu’s stem wanneer hij zijn mobiel opneemt: ‘Hou op me te bellen, fucker.’
‘Ik heb er net zo genoeg van, ouboet. Laten we dit even afhandelen...’
‘Fuck you,’ zegt Shabangu en hij hangt op.
De operator die Quinn de oorspronkelijke geluidsbestanden heeft gestuurd kijkt met een grijns op. ‘Becker,’ fluistert hij.
Quinn knikt.
‘Wie?’ vragen Rajkumar en Masilo tegelijk.
Voordat ze kunnen antwoorden, wordt er weer gebeld. Weer Becker. ‘Ouboet, ik hou niet op met bellen voordat we...’
Shabangu: ‘Waar heb je dit fucking nummer vandaan?’
‘Een van je mannen heeft het me gegeven.’
‘Wie dan?’
‘Hij zegt dat hij Kenosi heet.’
Shabangu vloekt door de ether in het Zoeloe, een stroom woorden die knalt als een zweep. Dan: ‘Ik weet je te vinden.’
‘Neemt u dan het geld mee, ouboet?’
‘Fuck you, Boer.’
‘Zal ik anders langskomen, ouboet? Kenosi heeft me verteld waar u...’
Het gesprek wordt plotseling beëindigd door Shabangu.
De afluisteroperator lacht. ‘Die vent durft.’
‘Waar ging dat in godsnaam over?’ vraagt Masilo.
‘Wie is die kerel?’ vraagt Raj weer.
Weer valt Shabangu’s stem hen in de rede, want Becker belt voor de derde keer. ‘Fuck off, fuck off, ik neem niet meer op.’
Einde gesprek.
‘Jullie kennen die man?’ vraagt Masilo.
Ze vertellen hem in het kort van de blanke man die op zoek is naar zijn geld, schijnbaar na een autokaping.
‘Waarom hoor ik daar nu pas van?’
Voordat iemand het kan uitleggen, zegt een operator: ‘Jongens, we hebben een probleem.’