Home>>read Spoor free online

Spoor(44)

By:Deon Meyer


Het toerental van de motor is nu lager, beheerster.

‘Maar waarom doet hij zijn licht dan niet aan?’

‘Maak je geen zorgen, pa.’

‘Dat heb je nou al vaak genoeg tegen me gezegd.’

‘Maar we hoeven ons ook geen zorgen te maken, pa. We hebben alle vergunningen voor deze kant.’

‘Die mensen moeten nog terug zien te komen in Zim vanavond, en ze hebben niets wat op papieren lijkt.’

En dan zien we de vrachtwagen, een oude Bedford, die aan de buitenrand van de lichtcirkel uit het donker opduikt.

‘Goddank,’ zegt Wickus Swanepoel. ‘Het is een oude RL.’

‘Een wat?’

‘Dat was zo’n beetje de enige Bedford met fourwheeldrive,’ zegt zijn vader als de vrachtwagen voor ons stopt. Hij ziet eruit als een oud militair voertuig, met verbleekte en gehavende groene verf, maar aan de motor mankeert niets. Een zwarte chauffeur achter het stuur, geel shirt, gespierde armen, sigaret in de mond.

Het portier aan de bijrijderskant gaat open. Er springt een vrouw uit, lichtvoetig. Ze negeert ons en gaat direct naar de laadbak van de wagen, die is afgedekt met een smerig verschoten zeil. Ze begint de touwen los te maken.

‘Koot!’ zegt Wickus, maar gedempt. Want zij is op het eerste gezicht spectaculair. Schouders, armen en benen zijn fraai, atletisch gespierd. Gitzwart haar in een nonchalante paardenstaart, de hals lang en elegant, de glans van fijn zweet op de honingkleurige huid, het gezicht gedomineerd door sterke, hoge jukbeenderen. Lara Croft van de Limpopo op laarzen, in strakke kaki shorts en een mouwloos wit T-shirt dat haar flinke cupmaat onthult.

‘Cornél?’ vraagt Swannie. Hij klinkt blij dat hij de telefoonstem met dit uiterlijk kan verbinden.

Ze kijkt hem aan. ‘Kom helpen,’ beveelt ze.

Swannie komt niet onmiddellijk in beweging. ‘Vlo?’ vraagt hij verbijsterd. ‘Vlo van Jaarsveld?’

Ze reageert als door een wesp gestoken. ‘Ik ken jou niet.’

‘We hebben samen op de lagere school gezeten,’ zegt Swannie, innig dankbaar dat hij een band met haar heeft. ‘Jissie, Vlo, wat ben jij veranderd.’

‘Ik ben Cornél. Komen jullie nog helpen?’ vraagt ze en ze gaat weer verder met het losmaken van het zeil.

‘Fantastisch om je weer te zien.’ Swannie komt gretig dichterbij om een handje te helpen.





26


Om sporen te bestuderen, moet je onvermijdelijk naar plekken waar je grote kans loopt wilde en vaak gevaarlijke dieren aan te treffen.

– De principes van het spoorzoeken: Gevaarlijke dieren



Vlo van Jaarsveld. Neushoorndompteur.

Ze organiseert het weghalen van het zeil met een geïrriteerde stem en veel gewichtigheid, alsof haar verantwoordelijkheden groter zijn dan wij kunnen bevroeden. Ze kijkt een keer afkeurend naar de plek waar ik met gekruiste armen sta toe te kijken, een blik die zegt dat ik ook moet komen helpen.

En dan zie ik dat haar schoonheid van dichterbij bekeken relatief is, het totaalbeeld indrukwekkender dan de onderdelen. De lijnen van haar mond hebben een zuinig trekje, de kaak is net iets te zwak. Wat haar gelaatstrekken van kilheid redt is de kleine misvorming aan haar linkeroog, een deukje in het onderste ooglid, als een traan. Dat verzacht alles door een zweem van melancholie.

Ze rollen het grote zeil van de laadbak van de Bedford en onthullen de twee enorme stalen kooien die dicht tegen elkaar aan staan. Er zit maar een paar millimeter tussen de achterklep van de Bedford en de laatste kooi. De neushoorns zijn in duister gehuld, twee bonkige, rusteloze vormen achter ijzeren tralies.

‘Ik moet hier licht hebben,’ commandeert Vlo met een gebaar naar de dieren. De jonge Swannie, opeens de hoogst efficiënte jonge boer, springt op en blaft bevelen naar de arbeiders.

Ze klimt weer in de cabine van de Bedford, met opbollende kuitspieren en zekere bewegingen, een en al zelfvertrouwen en concentratie. Als ze uitstapt, heeft ze een zwartleren tas in haar hand, zo’n onpraktisch ding dat artsen als een soort statussymbool dragen. Deze heeft al een verleden zo te zien. Ze zwaait hem boven op de laadbak van de Bedford, stapt op het achterwiel en klimt erachteraan.

‘Waar blijft dat licht?’

‘Komt eraan,’ roept Swannie.

Ze kijkt op het grove horloge om haar slanke pols, drukt op knopjes. Swannie komt aandraven met een jachtlamp, een straal als een zoeklicht in de nachthemel. Hij houdt hem voor haar op.

‘Klim erop,’ zegt ze, nu met haar aandacht op de opengemaakte tas.

Hij grijnst, blij dat hij uitverkoren is, knikt ijverig en klimt in de laadbak.

Op dat moment zie ik Lourens le Riche. Hij staat naast de Bedford. Zijn ogen volgen haar met een gehypnotiseerde uitdrukking.

‘Schijn hierop,’ zegt ze tegen Swannie en ze wijst naar de voorste kooi. Ze haalt een injectiespuit en een flesje vloeistof uit de tas. De naald is kort en dik.