Hij laat zijn vorstelijke blik over Loxton gaan. ‘Fokking gat van niks,’ oordeelt hij, zodat iedereen het kan horen.
De kinderen komen aanrennen en de arbeiders komen dichterbij vanaf de winkel.
Alle vier de motorrijders zijn nu afgestapt; leren broeken, glimmende zwarte laarzen, barok versierd met zilver. Allemaal aan de verkeerde kant van de veertig. Nummer twee is groot, zeker twee meter; nummer drie is klein en gedrongen met een rattenkop; nummer vier is gemiddeld maar sportief.
‘Weg daar! Jullie mogen kijken, maar niet aankomen!’ commandeert Staalgrijs de kinderen.
Ze kijken met grote ogen naar hem en houden afstand.
Dan komen de ridders binnen. Staalgrijs voorop, gevolgd door Rat en Sportief, en Grote in de achterhoede. Pikorde.
‘Goedemorgen, welkom in Loxton,’ zegt tante Wilna met de liefdevolle hartelijkheid die ze voor iedereen overheeft.
Ze inspecteren haar en het restaurant. ‘Heb je bier?’ vraagt Staalgrijs, niet onder de indruk.
Emma draait zich weer naar mij, schudt even haar hoofd en eet haar scone.
‘We hebben helaas geen vergunning, maar de drankwinkel is aan de overkant. Ik stuur Mietjie wel even.’ Ze wijst naar de grote zespersoonstafel. ‘Ga gerust zitten...’
Staalgrijs werpt een vluchtige, taxerende blik op mij. De ogen van Rat blijven speculerend op Emma rusten. Dan gaan ze zitten. Achter op het T-shirt van Sportief staat de kreet: If you can read this, the bitch fell ofF.
Tante Wilna pakt menukaarten voor hen. ‘Wat voor bier willen jullie?’
‘Black Label,’ zegt Staalgrijs. ‘Koud.’
‘Haal snel even vier Black Label bij Zelda, alsjeblieft,’ zegt tante Wilna tegen Mietjie. ‘Vraag of ze de koude neemt.’
‘Juffrouw,’ zegt Staalgrijs, ‘maak daar maar twaalf van.’
‘Er moet een hoop gedronken worden,’ zegt Grote.
‘Trek na de Grote Trek,’ zegt Rat, hofnar ten huize van Staalgrijs, want ze lachen. Ha-ha-ha. Kameraden.
Tante Wilna aarzelt heel even voordat ze knikt. ‘Vraag bij Zelda of ze twaalf koude hebben, anders leggen we ze even in de vriezer.’
Mietjie loopt weg. Even valt er een stilte.
Buiten rijden vier kleurlingen op een ezelskar voorbij, de kant van Beaufort op, de hoeven klakken op het asfalt. Sportief kijkt ze na en zegt: ‘Binnenwegen.’ De anderen lachen weer, grapje voor ingewijden. Ze beginnen een gesprek, met hardere stemmen dan nodig, zodat wij – het publiek – kunnen meegenieten.
Emma schenkt me een weemoedig glimlachje dat zegt dat ons magische moment voorbij is.
20
Dieren met rabiës worden vaak gekenmerkt door afwijkend gedrag, waartoe ook het aanvallen van mensen kan behoren.
– De principes van het spoorzoeken: Gevaarlijke dieren
‘Waar waren we?’ vraagt ze zacht.
‘De Zwarte Zwaan,’ zeg ik en ik neem een slok van mijn koffie. Het is een boeiend boek waarover ze me heeft zitten vertellen.
‘Ik was eigenlijk bijna klaar.’ Emma schenkt thee in haar kopje en pakt haar laatste scone.
Aan de buurtafel verkondigt Staalgrijs dat hij een Porsche Cayenne gaat kopen.
‘Waarom?’ vraagt Sportief. ‘Je Q7 is nog geen jaar oud.’
‘Omdat het kan.’ Ha-ha-ha.
Staalgrijs probeert te hard de onverschrokken, doorgewinterde zwerver uit te hangen, de Hells Angels-kloon. Hij is duidelijk welgesteld, maar dat opscheppen duidt op onvrede. Zeker een aardige positie in een groot bedrijf, managersniveau, maar directieniveau haalt hij niet, misschien omdat zijn bazen de venijnige dictator in hem zien. Ik gok: financiële-dienstensector, fondsenmanager. Risico, adrenaline, het grote geld, grootheidswaanzin, verzengende ambitie.
Ik kijk naar de anderen. Grote is het makkelijkst te plaatsen: hij is een ondergeschikte van Staalgrijs op het werk, zijn waakhond. De andere twee zijn lastiger, geen collega’s maar geestverwanten. Klanten van Staalgrijs misschien. Spelen samen golf, lange alcoholische lunches, nu en dan een stiekem bezoek aan een stripclub. Het zijn alle vier rijke Afrikaners uit de noordelijke voorsteden van Kaapstad, op een droomtrip in de schoolvakantie, vrouw en kinderen in het strandhuis in Hermanus geparkeerd. Maar de kloof tussen wat ze zijn en de indruk die ze willen wekken is iets te groot.
‘Je hebt te veel toys,’ zegt Rat.
‘Boys need toys,’ zegt Grote en hij kijkt voor goedkeuring naar Staalgrijs.
‘Reken maar van yes,’ antwoordt hij.
En dan beginnen ze over hun bezit te praten.
Mietjie komt terug met het bier en Wilna bedient ze. ‘Laat die glazen maar zitten,’ zegt Grote.
Intens behaaglijk lurken ze aan hun flesjes. Staalgrijs dreunt de bodem van het flesje hard op tafel en veegt zijn mond af. ‘Moedermelk.’
Emma buigt zich over haar thee naar me toe. ‘Regressie,’ fluistert ze. ‘Het zijn weer studenten.’