Home>>read Spoor free online

Spoor(30)

By:Deon Meyer




Voor Suleiman Dolly, ook wel de Sjeik genoemd, is dit de dag waarop hij De Datum te horen krijgt.

Zijn mobiele telefoon gaat om 07.38 uur. Sayyid Khalid bin Alawi Macki groet hem op de moslimmanier en zegt: ‘Sjeik, het is bevestigd. 23 Shawwal 1430.’

Dolly’s hart gaat sneller kloppen, en hij herhaalt de woorden. ‘23 Shawwal 1430. Allahu Akbar.’



Julius ‘Inkunzi’ Shabangu zal over twaalf dagen dood in een plas bloed in zijn slaapkamer liggen. Maar in die twaalf dagen zal hij zich 18 september als ‘Zwarte Vrijdag’ herinneren, want dat is de dag dat de moslims hem bedrogen. En dat die hond Becker op zijn pad kwam.

Even na negenen belt Abdallah Hendricks, spreekbuis van Osman. ‘Meneer, er zijn ontwikkelingen geweest.’

Inkunzi stuurt zijn bmw X5 door het spitsverkeer van Sandton met zijn telefoon aan zijn oor, zijn aandacht verdeeld tussen de weg en het telefoongesprek. Daarom ruikt hij aanvankelijk geen onraad. ‘Wat voor ontwikkelingen?’ vraagt hij.

‘Nou, er schijnen marktkrachten aan het werk te zijn, als u snapt wat ik bedoel.’

‘Nee, ik snap niet wat je bedoelt.’

‘Vraag en aanbod, die dingen veranderen voortdurend. Mij is door Inkabi verzocht nogmaals met u te onderhandelen.’

‘Onderhandelen?’ Shabangu heeft nu zijn volle aandacht bij het gesprek, hij ruikt lont.

‘Ja, we kunnen u helaas nu nog maar dertig cent bieden.’

‘Dat is bullshit.’

‘Het spijt me echt, maar dat is mijn opdracht.’

‘We hadden een deal, zeg tegen Osman dat we een deal hadden!’

‘Alstublieft, meneer, geen namen.’

‘Dit is bullshit. Waarom doet Osman dit?’

‘Alstublieft, meneer, we moeten ons houden aan het afgesproken protocol.’

‘Fuck het protocol, waar is Osman mee bezig?’

‘Om eerlijk te zijn, meneer, hebben we reden om aan uw bronnen te twijfelen. Over de route.’

‘De route? Ik heb vanaf het begin gezegd dat het tijd zou kosten, het is een proces... Wacht eens even... klootzakken...’

‘Pardon?’

‘Stelletje klootzakken. Het is Tweetybird, hè? Jullie hebben een deal met hem gesloten. Daarom weten jullie van de route.’

‘Nee, meneer,’ antwoordt Hendricks doodkalm en volmaakt beleefd. ‘Het is gewoon de marktwerking. Onze koper heeft een lager bod gedaan en we moeten...’

‘Jullie zitten me te fucken.’

Hendricks wil iets zeggen, maar Shabangu schreeuwt over hem heen. ‘Ik zal je nog wat vertellen, ik krijg die diamanten te pakken, en dan zullen we zien wat voor prijs jullie betalen! Ik kom achter die fucking route en ik kaap de hele fucking handel!’

‘Alstublieft, meneer, u belt met uw mobiele telefoon.’

‘Fuck you!’ schreeuwt Inkunzi en hij drukt de telefoon uit met een hand die beeft van woede. Tien minuten lang vloekt hij, slaat op het stuur, en loert woest naar het verkeer om hem heen. Dan belt hij eerst zijn twee luitenants om het verraad van de moslims met ze te bespreken en daarna zijn hoofdinformant in Harare.

‘Waar betaal ik je godverdomme voor?’

‘Inkunzi?’

‘Waar betaal ik je godverdomme voor? Je hebt de route helemaal mis, en laat ik je dit vertellen, als je niet op tijd de goeie vindt, kom ik persoonlijk je fucking ballen afsnijden, hoor je me?’

Tegen elven is Inkunzi Shabangu terug bij zijn luxe huis, zijn stemming iets beter dankzij de verzekering van zijn luitenants, zijn informant en zijn andere Zim-contacten dat ze koste wat het kost achter de route zullen komen.

Dan gaat zijn telefoon weer.

‘Ja?’

‘Ouboet, mijn naam is Lukas Becker, en u hebt per ongeluk mijn geld gestolen. Ik ben niet boos, ouboet, maar ik wil het terug.’

De laconieke toon en het trage ritme van de stem, de woordkeuze, de vermoedelijke herkomst – een blanke Afrikaner – zijn zo eigenaardig en onverwacht dat Shabangu in lachen uitbarst.

En Becker zegt: ‘Daar kan ik mee werken, ouboet, met een man die kan lachen.’



Een afluisteroperator laat kort na het gesprek tussen Shabangu en Hendricks Quinn halen. Die luistert bij de computer van de operator naar de opname, zegt dat het gesprek onmiddellijk in de gedeelde map op de server geplaatst moet worden om het te laten transcriberen, en loopt naar Masilo’s kantoor om het hem te vertellen.

Het Becker-gesprek wordt hem later per e-mail toegestuurd met twee audiobestanden als bijlage. De operator schrijft: Dacht dat je dit wel leuk zou vinden. Heel apart.

Quinn luistert.

(Shabangu lacht uitbundig.)

Daar kan ik mee werken, ouboet, met een man die kan lachen.

Wie de fuck ben jij?

Lukas Becker. Uw mensen hebben mijn auto gekaapt. Ik had het ding gehuurd, ouboet, dus jullie mogen hem houden. Maar mijn geld zat erin. Nu zeg ik beleefd: ik wil mijn geld terug.