Monteur glijdt van de ladder. Hulpje grijpt de ladder. Ze rennen naar het busje, schuiven de ladder erin, slaan de deur dicht. Lopen naar de cabine.
‘Hek dicht,’ zegt Quinn scherp. De monteur rent terug.
‘Niet rennen!’
Hij loopt. Doet het hekje dicht. Loopt weer naar het busje. Stapt in.
De tijd is om. Het busje rijdt weg.
Tien seconden later komt Rayan de hoek om.
Quinn slikt en leunt achterover in zijn stoel. Veegt zijn handen aan zijn broek af.
‘Onderscheppingsteam, inrukken. Heren, dat was fantastisch. Test de microfoon alsjeblieft.’
De stem van de vrouwelijke operator in nummer 16A. ‘Microfoon oké.’
‘Goed gedaan,’ zegt Quinn. ‘Heel goed gedaan.’
Hij zet zijn microfoon uit. Zodat hij een diepe zucht kan slaken.
12
Fotokopie: dagboek van Milla Strachan
Datum van aantekening: 9 september 2009
Jessica heeft me uitgenodigd om te komen eten. Ze is zo mysterieus, ze ziet eruit alsof ze model kan zijn geweest.
Hoogtepunt van de dag: de tango. Ik had er moeite mee, tot meneer Soderstrom zei dat de tango vier benen, twee lichamen en één hart is. ‘De meeste dansen,’ citeerde hij iemand, ‘zijn voor mensen die verliefd worden. De tango is een dans voor mensen die dat hebben overleefd en nog steeds een beetje boos zijn dat hun hart zo mishandeld is.’
Toen begreep ik het.
(10 september 2009. Donderdag.)
Ze staan met gespannen gezichten naar het tv-scherm te kijken. Rajkumar is de enige die zit. Quinn en Tau Masilo staan.
Op de videobeelden zien ze hoe de leden van de Supreme Committee met een paar minuten tussentijd aankomen – Suleiman Dolly als laatste – en de voordeur van de Chamberlainstraat 15 binnengaan.
Via de eam in de satellietschotel horen ze de mannen praten. De klank is hol en onduidelijk, en zal later met programmatuur door Rajkumars team bijgeschaafd worden. Maar het is goed genoeg om te horen hoe de extremisten elkaar begroeten, hoe ze daarbinnen in het huis luchtig naar elkaars gezondheid informeren.
‘Kom. De agenda is kort vanochtend.’ Vermoedelijk de stem van Suleiman Dolly door het systeem; de drie waarnemers spitsen hun oren en hun hoop vlamt op.
‘Begrijpelijk, Sjeik,’ zegt een ander lid van de Committee.
‘Waarom hebben we nog niets gehoord? We hebben geen tijd meer,’ zegt een ander.
Tau Masilo is de enige die bedenkt hoe vreemd het is om naar een moslimsamenzwering in het Afrikaans te luisteren. Dat geeft het geheel een zekere ongeloofwaardigheid, alsof het een knullige televisieserie is.
‘We moeten gewoon vertrouwen hebben,’ zegt Dolly.
‘Allahu Akbar.’
‘Kom, laten we gaan,’ zegt Dolly.
Quinn kijkt naar Masilo.
‘Betekent dat wat ik denk dat het betekent?’ vraagt Rajkumar.
‘Wacht even,’ zegt Masilo.
Door de luidsprekers komt het geluid van schuifelende voeten.
‘Ze verplaatsen zich,’ zegt Raj en hij kijkt naar de plattegrond van nummer 15 die voor het tv-scherm ligt. De grote vraag is waarheen. En hoe goed de eam zal functioneren.
De luidspreker valt stil.
‘Shit,’ zegt Raj. ‘Ze gaan naar de kelder.’
Quinn verstelt het volume. Er klinkt geruis en wat vage echo’s van een mannenstem, maar onverstaanbaar.
‘Zou je dat kunnen filteren?’ vraagt Quinn.
Rajkumar schudt zijn hoofd, diep teleurgesteld. ‘Waarschijnlijk niet.’
Ze staan te luisteren naar de luidsprekers, tot de laatste hoop vervlogen is.
‘Kom op, Raj,’ zegt Masilo bemoedigend. ‘We wisten allemaal dat er maar een heel kleine kans was. Ze zijn niet stom.’
‘Ik weet het. Maar fok, we kunnen wel wat geluk gebruiken. Ik bedoel, we verdienen het. Een heel klein beetje geluk.’
‘Geduld is zulk een schone zaak,’ zegt Tau Masilo.
Rajkumar vult aan op zijn gebruikelijke, pessimistische manier: ‘Maar dat zijn praatjes voor de vaak.’
(11 september 2009. Vrijdag.)
Janina Mentz is op weg naar het kantoor van de minister van Veiligheid, drie straten verderop, voor hun afspraak om elf uur.
Ze loopt rechtop en vol zelfvertrouwen door de regen. Want ze is voorbereid. In de aktetas zit Het Rapport. Maar dat is alleen het uiteindelijke planten van het zaad. Eerst moet ze de aarde omspitten, het perk voorbereiden, wat veel belangrijker is. Ze heeft het hele verloop uitgedacht, gevisualiseerd: de minister, een joviale man met een kaalgeschoren hoofd en een makkelijke glimlach, zal haar gastvrij ontvangen en haar vragen thee met hem te drinken. Dat zal ze dankbaar aanvaarden. Ze zal gaan zitten, het cijferslot van de zwarte aktetas traag openmaken, de map eruit halen, maar die op haar schoot houden.
Hij zal vragen hoe het met haar gaat, en met de Dienst. Ze zal zeggen dat het bijzonder goed gaat, dank u, meneer de minister. En geweldig dat u tijd kon maken, op zo korte termijn, maar ik wilde de zaak zo spoedig mogelijk onder uw aandacht brengen. Vooral in het licht van de recente gebeurtenissen.