‘Hij loopt een beetje voor op schema. We moeten opletten,’ zegt Quinn.
‘Bouten zijn roestig,’ zegt de monteur op de ladder. ‘Geef me de WD40.’
Quinn zegt niets. Kijkt alleen maar. Het hulpje is weer op weg naar het busje om de tweede ladder te pakken. Alles volgens plan.
Rayan stapt uit en loopt naar het winkeltje.
Laten er alsjeblieft nog andere klanten zijn, denkt Quinn.
‘Bouten een beetje een probleem,’ zegt de monteur.
‘Wat dan?’
‘Roest. Kan er twee niet loskrijgen.’
Rayan verdwijnt in het winkeltje. Quinn kijkt op de stopwatch. ‘Je hebt een minuut om de boel af te blazen.’
‘Roger.’ Quinn ziet hoe de monteur weer WD40 op de bouten spuit. Het hulpje zet de tweede ladder naast de eerste.
De monteur krijgt ze niet losgedraaid. Spanning.
De seconden tikken voorbij.
Monteur spuit, probeert het nog eens. De bout zit vast. Spuit weer, op alle bouten. Lang. Zet de sleutel op de bout en draait vastbesloten.
Vordert te langzaam.
‘T minus zes.’
Nog steeds worstelt hij met de bouten. Quinns handen zweten. Rayan is nog in het winkeltje.
‘Verdomme,’ zegt de monteur.
‘Nog dertig seconden om het af te blazen.’
Hij ziet hoe de man zwoegt met het gereedschap. Hij krijgt een bout los. ‘Eén los.’ Hij draait hem er in razende vaart uit.
Rayan nog in het winkeltje.
Misschien moet hij het team in het bakkie stand-by laten staan, denkt Quinn. Meer roest dan ze hadden gedacht.
Nog niet. Bewaar dat als laatste uitweg.
‘Twee los.’
‘Te langzaam.’
‘Wacht, het lukt wel...’
‘Bijna T minus vijf. Daarna is er geen weg meer terug. Wat denk je?’
Hij hoort de monteur kreunen van inspanning. ‘Drie los, het gaat door.’
‘Roger. Tempo.’
Rayan komt het winkeltje uit, de plastic tas met de melk aan zijn arm, de krant in zijn handen, zijn ogen op de koppen gericht.
Rustig aan, Baboo.
‘Vier los. Hij is eruit.’
Quinn ziet hoe de oude schotel aan het hulpje wordt gegeven. Die zet hem op de grond en klimt de tweede ladder op met de nieuwe. Komt boven. Haalt de nieuwe bouten voorzichtig uit zijn zak en geeft ze een voor een aan de monteur. Tijdens de generale repetitie hebben ze twee keer een bout laten vallen, waardoor kostbare seconden verloren gingen.
Baboo Rayan is bij de Elantra. Laat de krant zakken. Kijkt naar de overkant, heel even recht in de cameralens. Het is een idioot, denkt Quinn, een sukkel die de procedures van observatie braaf doorloopt, maar niets ziet. Ze hebben al een maand lang de gps-zender aan zijn auto zitten, ze zijn al bijna twee weken lang aan het observeren, recht onder Rayans neus, en hij merkt er niets van. Hij kijkt, maar hij ziet niets.
Rayan pakt zijn sleutels uit zijn zak en doet het portier van de Elantra open. Gooit de krant op de passagiersplaats, haalt de plastic tas van zijn arm...
‘T minus vier.’ Achter op schema.
Rayan stapt in de auto.
Het hulpje drukt de nieuwe steun tegen de muur. De monteur steekt de eerste bout erin.
Rayan rommelt weer aan de radio.
De monteur steekt er nog twee bouten in, een voor een. De vierde is de microfoon, fijn werk, dunne draadjes die aangesloten moeten worden.
Begint de drie bouten vast te draaien.
Het hulpje laat los, klimt naar beneden, pakt de ladder en klapt hem dicht.
Rayans Elantra komt in beweging.
Hulpje brengt de ladder terug naar het busje.
‘Microfoon gaat erin.’
Hulpje komt terug voor de oude schotel.
‘T minus drie.’
‘Microfoon zit. Nu aansluiten.’
Hulpje bergt de oude schotel in het busje en komt terug voor de gereedschapskist. Monteur worstelt met de fijne draadjes.
‘Verdomme,’ zegt de monteur.
‘Sluit nu de tv-kabel aan. We kunnen de microfoon morgen doen.’
‘Ik red het wel.’
‘Doe maar.’
‘Roger.’
De monteur maakt de tv-kabel vast.
Hulpje komt onder de eerste ladder staan, klaar om hem mee te nemen.
‘Tv aangesloten.’
Quinn kijkt op de stopwatch. Rayan is nog minstens een minuut van de hoek verwijderd.
‘Je hebt dertig seconden.’ Hij besluit om het onderscheppingsteam in het bakkie stand-by te laten staan. ‘Onderscheppingsteam, start de motor.’
‘Roger.’
De monteur gaat verder met het aansluiten van de draadjes van de microfoon.
‘Twintig seconden.’
Quinn kijkt naar de linkermonitor. Dan kan hij de Elantra de hoek om zien komen.
‘Tien seconden.’
‘Verdomme, verdomme, verdomme.’
‘Negen, acht, zeven, onderscheppingsteam, stand-by...’
‘Roger.’
‘Aangesloten,’ roept de monteur helemaal opgelucht.
‘Wegwezen, als de bliksem!’ Quinn kan de spanning in zijn stem niet onderdrukken.