Joubert slikt de impuls in om Fischer te corrigeren.
‘... dus hebben we besloten haar een dag gratis te geven. Gezien de omstandigheden. Het juiste gebaar. In dit specifieke geval.’
‘Dank je, Jack, als alles goed gaat, is het misschien niet eens nodig. Maar toch bedankt.’
‘Uitstekend, uitstekend. Ik dacht alleen ik laat het je even weten.’
Het gezicht van inspecteur Fizile Butshingi staat somber als hij binnenkomt. ‘Dit is groot, Sup. Heel groot.’
‘Waarom?’
‘Laat eens zien wat je hebt.’
Joubert zegt dat hij moet komen zitten, speelt de video af, zet hem stil en wijst naar de hand in de kofferbak.
‘Ai,’ zegt de inspecteur. ‘Dat is niet best.’
‘Van wie is de auto?’
‘Dat is de grote ellende. Eerst heb ik hem door het Natis-systeem gehaald, daaruit bleek dat de Mercedes op naam staat van ene Terrence Richard Baadjies, de auto staat geregistreerd op een huisadres in Rosebank. Dus ik dacht: eens even kijken wie die man is. En ik heb hem door de database gehaald. En ik vond een slechte man, Sup. Terrence Baadjies, alias Terry, alias Terror, alias De Terrorist. Jeugddelinquent op zijn vijftiende, gevangenisstraf voor het doodsteken van een kind op school. Na drie jaar vrijgelaten, daarna volgden zestien zaken, zeven beschuldigingen van moord, en vijf veroordelingen, drie voor dealen, één voor geweldpleging, één voor doodslag toen hij in Pollsmoor zat. Hij heeft veertien jaar gezeten.’
‘Bendelid,’ zegt Joubert.
‘Niet alleen lid. Hij is de nummer twee van de Restless Ravens.’
‘Bliksems,’ zegt Mat Joubert, want dat verandert alles.
‘Ja.’
Het duurt even voordat hij de mogelijkheden kan overzien. ‘We moeten superintendent Johnnie October waarschuwen.’ Want de Vlakte hoort bij de wijk van October. Maar veel belangrijker is dat Johnnie een goede vriend van hem is. Johnnie zal hem niet buitensluiten.
104
Superintendent Johnnie October, met zijn lange, pezige lichaam, zijn korte, grijze haar, het dunne snorretje dat hij al dertig jaar op dezelfde manier draagt, is een van de weinige Kaapse rechercheurs die nog elke dag in een pak op zijn werk verschijnt, altijd een bruintint. Hij is de netste mens die Joubert kent, zacht van aard, zacht van stem. Vaak te bescheiden. Zijn beleefdheid, zelfs tegenover misdadigers, is onwrikbaar.
‘Jinne,’ zegt October als hij de video heeft gezien, want hij vloekt niet.
‘Umdali,’ zegt Butshingi. ‘Heel erg.’
‘Kun jij zien of dit Terror is?’ vraagt Joubert.
‘Het zou hem kunnen zijn, Sup, voorin, naast de bestuurder. Maar dit is degene op wie we ons moeten concentreren,’ en October wijst naar de brede figuur op de achterbank van de Mercedes. Die met de stompe neus.
‘Waarom?’ vraagt Butshingi.
‘Dat is K.D. Snyders.’
Butshingi maakt aantekeningen en vraagt: ‘Hoe spel je Keedie?’
‘K.D. Het is een afkorting. Voor knuckle duster. Dat is zijn handelsmerk, de boksbeugel, hij smeedt die dingen zelf. Zijn echte naam is Willem, maar ze noemen hem K.D. als hij erbij is, en “King Kong” achter zijn rug. Vanwege zijn neus en zijn omvang. Het is een zielig verhaal. Komt uit de Sabiestraat Courts, in Manenberg, rottige omstandigheden. En toen hij elf was, is hij aangevallen door een hond, zo’n pitbull, tijdens een hondengevecht op vrijdagavond. K.D. was via de achterkant bij de hokken naar binnen geglipt, zeggen ze, en toen heeft zo’n woeste hond hem in zijn gezicht gepakt. Tegen de tijd dat ze dat beest van hem af trokken, was het al heel erg. Het werk van de dokters was niet zo goed gelukt, zijn gezicht begon later te zweren, waarschijnlijk ook omdat de ouders niet goed op de medicijnen en zo hebben gelet. Drank, Sup, de vloek van de drank. En in Manenberg is niet veel medeleven te vinden. De kinderen lachten hem uit. En K.D. kende maar één antwoord. Vechten. Ze zeggen dat hij op zijn veertiende een keer een fietsketting om zijn hand wikkelde en dat daarmee dat “Knuckle Duster” is begonnen. En natuurlijk, toen hij een reputatie begon te krijgen en heel groot en breed werd, zagen de Restless Ravens zijn waarde. Terror Baadjies is degene die K.D. heeft ingewijd. Vanaf die tijd zijn ze zó,’ zegt Johnnie October en hij vlecht zijn wijs- en middelvinger om elkaar. ‘Hij is Terrors lijfwacht en hitman.’
‘Jo-jo,’ zegt inspecteur Butshingi.
‘Maar de echte reden waarom we ons op hem moeten concentreren, is dat K.D. op het ogenblik vastzit, in Pollsmoor. In afwachting van een proces. Wegens opzettelijke geweldpleging en poging tot moord. En deze keer hebben we een getuige. Het gaat niet goed met K.D., hij zit in eenzame opsluiting. Toen hij nog maar net een dag in de bak zat, probeerden ze hem neer te steken. Want het is oorlog tussen de facties van de Restless Ravens, nu Tweetybird het land uit is. Het is een machtsstrijd.’