Home>>read Spoor free online

Spoor(174)

By:Deon Meyer


‘Nee.’ Een beslist hoofdschudden.

Hij geeft haar even de tijd om erover na te denken.

‘Ik moet op een gegeven moment de waarheid onder ogen zien.’

‘Dat hoeft niet nu te zijn.’

Weer dat hoofdschudden.

Hij kiest zijn woorden zorgvuldig wanneer hij begint te praten. Hij zegt: ‘Ik was jaren geleden met iemand anders getrouwd, iemand die net als ik bij de politie werkte. Ik was gek op haar. Ze was... in veel opzichten het soort mens dat ik graag geweest zou zijn. Zoals Danie. Extravert. Slim en brutaal en... zonnig. Ze straalde. Fel. Iedereen hield van haar. Ik was elke dag dankbaar dat ik haar had gekregen. En toen ontdekte ik een andere kant van haar. Per ongeluk. En dat was... pijnlijk. Ik voelde me verraden. Bedrogen. Alsof ze me doelbewust pijn wilde doen. Mij. Persoonlijk.’

Tanja Flint kijkt de andere kant op. Ze wil het niet horen.

‘Het heeft me jaren gekost om te beseffen dat ik het mis had,’ zegt hij. ‘Het was gewoon deel van wie zij was. Een van de aspecten, een van de kanten van het grotere geheel. Misschien had ze last van haar geweten, misschien wilde ze niet zo zijn, maar ik denk dat ze er niets aan kon doen. We zijn allemaal op een bepaalde manier geprogrammeerd.’

Haar blik is elders, haar lichaamstaal een fort.

Hij ploegt door. ‘We hebben sinds gistermiddag een hele berg aanwijzingen gevonden. En alles duidt erop dat Danie niet de man was die je kende. Dat zal je pijn doen. In veel opzichten. Maar een van de dingen die je moet onthouden is dat het maar één facet van hem was. Er waren er nog veel meer...’ En dan klinkt het hem zinloos in de oren zodat hij niet weet hoe hij verder moet gaan.

Haar ogen draaien langzaam naar hem terug. ‘Dank je,’ zegt ze.

Ze zitten zwijgend bij elkaar terwijl de wereld aan hen voorbijschiet. Dan vraagt ze eindelijk: ‘Wat heb je nog meer gevonden?’





98


Op kantoor zijn er twee boodschappen van inspecteur Fizile Butshingi van bureau Milnerton met het dringende verzoek aan Joubert om hem te bellen, maar hij gaat eerst achter zijn computer zitten om het projectprogramma up-to-date te maken. Hij wil precies weten hoeveel geld Tanja Flint overheeft.

De rekening staat net boven de 21.000 rand, als de vingerafdrukken van Cordier en zijn laatste uren en reiskosten erbij opgeteld worden. Nog 9.000 rand over. Dan gaat hij niet de Porsche op vingerafdrukken laten controleren.

Hij tobt nog over het profiel en de belgeschiedenis van het nieuwe mobieltje. En besluit dat hij eerst gaat kijken wat zijn bezoek aan het hoofdkwartier van abc oplevert. Want hij heeft sterk het vermoeden dat het geld verband houdt met Danies werk.

Hij belt voor een afspraak met mevrouw Heese, hoofd Personeelszaken van de busmaatschappij. Ze kan hem laat in de middag ontvangen, tegen een uur of vier. Dan belt hij Margaret.

‘Hoe was mijn nieuwe recept?’ vraagt ze.

‘Fantastisch.’

‘Goed. En het onderzoek?’

‘Heel goed. Grote vorderingen. Maar ik maak me zorgen om Tanja. Iemand heeft gisteren ingebroken bij haar kantoor en een boodschap op de muur geschilderd. “Kap ermee.” Als ik haar nou eens vroeg om bij ons te komen logeren, een of twee nachten...’

‘Of course. Maar hoe zit het met haar schoonmoeder? Woont die niet in Panorama?’

‘Ik kreeg een beetje de indruk dat Tanja niet gek op haar is. En het zijn twee vrouwen alleen.’

‘Ze is welkom. Ik zal Jeremy’s kamer klaarmaken.’

‘Ik weet niet of ze zal komen. Ik laat het nog weten.’

Hij belt Tanja en doet heel diplomatiek het aanbod.

‘Baie dankie, maar ik ga me niet laten intimideren.’

‘Denk erover na,’ zegt hij, maar hij weet wat haar antwoord zal zijn.

‘Er was een boodschap van de rechercheur van Table View. Hij wil dat ik hem bel.’

‘Keyter?’

‘Ja.’

De saps is in beweging gekomen sinds inspecteur Butshingi vanochtend bij die inbraak was. ‘Laat hem wachten,’ zegt Joubert. ‘Als hij weer belt, zeg dan maar dat hij met mij moet praten.’

Als laatste belt hij bureau Milnerton en vraagt naar Butshingi.

‘De zaak was verwaarloosd door Table View,’ zegt de rechercheur. ‘Ik heb de bureauchef gesproken, en hij gaat ze onder druk zetten. Maar ik moet je dringend spreken.’

Niet nu. Dit zal zijn vorderingen vertragen.

‘Ik heb het nogal druk op het moment...’

‘Wanneer kunnen we elkaar treffen?’

‘Morgen? Bij de lunch?’

‘Je woont toch in Milnerton?’

De moed zinkt Joubert in de schoenen. ‘Ja.’

‘Wat dacht je van vanavond, na het werk?’

‘Ik weet niet precies hoe laat ik klaar ben,’ verweert hij zichzelf.

‘Ik ben tot laat op kantoor. Bel me even. Ik geef je mijn mobiele nummer.’