Opzettelijk vals. Moet wel.
Dan slaat hij zijn schrijfblok open en vult zijn tijdlijn aan. Tussen 28 oktober: gaat de Porsche halen en 29 oktober: storting van R 147.000 maakt hij een nieuwe notitie: 28 oktober: betaalt R 3.000 contant aan Self Storage.
Nu nog het mobiele nummer bellen dat Danie Flint aan Self Storage heeft gegeven, voor de zekerheid. Want er is iets aan het nummer wat hem dwarszit.
Een vrouw neemt op. Hij vraagt of hij Danie Flint kan spreken.
‘Nee toch,’ zegt ze gelaten. ‘Nog een.’
‘U kent Danie niet?’
‘Op geen enkele manier.’
‘En zijn er andere mensen die ook dit nummer hebben gebeld?’
‘Alleen die mensen van Self Storage.’
‘Mevrouw, als ik vragen mag, waar woont u?’
‘Paulpietersburg, meneer. In KwaZulu.’
Als hij heeft opgehangen, kijkt hij weer naar het nummer. Waarom komt het hem vaag bekend voor?
Het kost hem een paar minuten diepe concentratie voordat hem een licht opgaat. Hij bladert terug in het schrijfblok tot waar hij het mobiele nummer van Tanja Flint heeft opgeschreven. Haar nummer is bijna hetzelfde. Alleen de laatste vier cijfers zijn verhaspeld in het nummer dat haar man aan Self Storage heeft gegeven.
Ze zitten zwijgend te wachten omdat de vrouw bij de Absa-informatiebalie hogerop toestemming is gaan vragen voordat ze inlichtingen over de rekening geeft. Ze blijft lang weg.
Joubert vraagt zich af waar Tanja aan denkt terwijl ze naar de muur staart. Hij weet dat hij op een bepaald moment tegen haar zal moeten zeggen dat haar man heeft gelogen en bedrogen. En handig ook. Valse adressen en telefoonnummers, verhalen over garages en fictieve beroepen. En hij weet dat het een spoor is dat naar grotere problemen zal leiden. Bedrog maakt altijd deel uit van een groter gedragspatroon. Hij zal nog meer boven water halen. Tanja gelooft na de inbraak van afgelopen nacht dat er iemand anders achter de hele zaak zit. Maar dat denkt hij niet. Hij kan de inbraak niet verklaren, hij weet niet precies hoe die erin past, maar hij heeft zo zijn vermoedens.
Het gaat om het geld. 400.000 rand. Vind de bron daarvan en je vindt de inbrekers en de graffitikunstenaars. Danie Flint maakte deel uit van iets. Het geld is besmet, ergens gestolen en Danie was niet de enige die erbij betrokken was.
Heeft hij te snel geld uitgegeven, zodat zijn vriendjes zich zorgen begonnen te maken en besloten dat hij een te groot risico vormde?
Het zou niet de eerste keer zijn.
Was het aanvankelijke bedrag groter, verdeeld onder medeplichtigen, de vierhonderdduizend alleen Danies aandeel?
Dan zal het makkelijker zijn om de bron te vinden.
Maar hoe vertelt hij dit allemaal aan Tanja? Want zij heeft die kant van haar man niet gekend.
Als de bankbediende terugkomt, heeft ze een glimlach van goed nieuws op haar gezicht. Ze toont de details van de spaarrekening op haar scherm. Danie Flint heeft hem op 15 oktober geopend, met een storting van 200 rand. Hij heeft aan de identiteitseisen voldaan. Het e-mailadres dat hij heeft gegeven was
[email protected], het mobiele nummer is dat van de telefoon die ze in de Porsche hebben gevonden.
En de twee grote stortingen van 250.000 en 147.000 rand waren contant, een mededeling waardoor Tanja Flint haar hoofd schudt van ongeloof.
‘Mag ik de kopie van zijn ID zien?’ vraagt ze. En tegen Joubert zegt ze: ‘Het kan Danie niet zijn geweest.’
Hij weet niet precies hoe ze tot die conclusie is gekomen.
‘Die moet in ons systeem zitten,’ zegt de vrouw. Ze roept hem op uit de database en draait dan het computerscherm zodat Tanja het kan zien.
Danies gezicht op de foto.
Tanja fronst haar wenkbrauwen.
‘Is dit het nummer van zijn ID?’ vraagt de employee.
Tanja knikt alleen maar.
‘En de adresverificatie?’ vraagt Joubert, want volgens de fica-wetgeving is alleen een ID niet genoeg. Iemand die een rekening wil openen moet ook een factuur van een elektriciteitsbedrijf of een telefoonabonnement laten zien.
‘Ik zal even kijken,’ en de vrouw zoekt weer in de computer.
Ze vindt iets en draait het scherm weer. Een gescand afschrift van een elektriciteitsrekening, duidelijk een fotokopie. De factuur is gericht aan D. Flint, Greenpark Road 179, Monte Vista.
‘Dat is niet ons adres,’ zegt Tanja opgelucht.
‘Dat adres bestaat niet,’ zegt Mat Joubert. ‘De factuur is vervalst.’
Onder een parasol op een terras aan het Tulbaghplein praat hij vriendelijk met haar. Hij weet dat hij fysiek intimiderend kan zijn, daarom leunt hij naar achteren en houdt zijn stem zacht. Hij vraagt haar hoe ze zich voelt na alle gebeurtenissen van de laatste twee dagen.
Ze zegt dat het gaat, maar hij kan zien dat ze het moeilijk heeft.
Hij vraagt of ze wel slaapt.
‘Niet veel.’
Heeft ze al overwogen met een dokter te praten? Om iets tegen de stress te krijgen?