‘Dus ze hebben een redelijk vaste routine?’
‘Zo vast als een huis. ’s Ochtends vroeg eropuit, terug tegen elven, e-mail checken, de drmp-logs, roosteren, time sheets, personeelstoestanden, en dan gaan ze weer.’
‘En heeft hij zich in oktober en november daaraan gehouden?’
‘As far as I know...’
‘Neville!’ roept de vrouwenstem uit de gang.
‘Wat?’
‘Hoofdkantoor aan de lijn.’
‘Oké. Verbind maar door.’ Dan tegen Joubert: ‘Dat betekent meestal trubbels, ik zal het moeten aannemen.’
Joubert staat op. ‘Zijn huwelijk...?’
De telefoon begint te rinkelen. ‘Hoe moet ik dat weten?’ en hij schudt Joubert de hand.
‘Neville, ga je nog opnemen of hoe zit het?’
‘Jirre,’ zegt Neville. Hij legt zijn hand op de hoorn.
‘Off the record?’
Joubert knikt.
‘Zij is een beetje een nissen, die Tanja.’
‘Neville!’ klinkt de vrouwenstem.
Voordat Joubert kan vragen wat een ‘nissen’ is, neemt Philander zijn telefoon op.
85
Hij loopt over het asfalt naar zijn auto en zet eerst de portieren van de Honda open zodat de hitte kan wegstromen. Dat is het enige nadeel van een zwarte auto, maar dat kan hem niet schelen, hij geniet er te veel van. Op een avond dertien maanden geleden keek Margaret op van haar boekhouding en zei: ‘Het wordt tijd dat je een nieuwe auto neemt.’ Toen was zijn Opel Corsa al zes jaar oud, met meer dan tweehonderdduizend op de teller en een onheilspellende olievlek op de garagevloer. Er was niet veel voor nodig om hem over te halen, hun financiële situatie zag er goed uit dankzij haar huizenspeculatie, en Jeremy, haar oudste, was klaar met zijn studie en onderweg naar Amerika voor zijn gap year.
Toen is hij op zijn overwogen, rustige manier naar een auto gaan zoeken. Onderzoek gedaan, brochures verzameld, prijzen vergeleken, om vervolgens bij de Honda-dealer aan de Buitengracht binnen te stappen, en daar stond de Type R met het rode logo en het zwarte gestroomlijnde profiel en was hij verliefd. Thuis heeft hij verlegen en verontschuldigend tegen Margaret gezegd, met zijn onontkoombare Boeren-accent: ‘Het zal het Goodwood in me zijn,’ en zij heeft hem met een brede glimlach omhelsd en iets van ‘ook een beetje een midlifecrisis’ in zijn oor gefluisterd. Wat misschien dichter bij de waarheid was, want hij was de afgelopen jaren steeds meer gaan verlangen naar de Datsun Triple S van toen hij twintig was. En Margaret had gezegd: ‘Ga die auto kopen. You deserve it.’
En het ding geeft hem louter plezier. Vering misschien een beetje te stug, stoelen niet de comfortabelste van de wereld, maar het rijgedrag is ongelooflijk. En het vermogen...
Hij leunt tegen de Honda, pakt zijn mobiel en belt superintendent Johnnie October, voormalig collega, nu hoofd van het rechercheteam van Mitchell’s Plain.
‘Sup!’ zegt October. ‘Wat een leuke verrassing.’
‘Ik ben geen “Sup” meer, Johnnie.’
‘Je blijft voor mij altijd “Sup”. Hoe gaat het in de privésector?’
‘Nog te vroeg om iets van te kunnen zeggen. En bij jullie?’
‘Ruig, Sup. Nu Tweetybird het land uit is... De machtsstrijd raakt steeds meer opgefokt.’
‘Kan ik me voorstellen.’ Tweetybird de la Cruz, leider van de Restless Ravens, heeft vier maanden geleden het land verlaten nadat er een arrestatiebevel tegen hem was uitgevaardigd. Zijn territorium en business zijn nu vogelvrij voor facties binnen de Ravens en voor de vier andere bendes op de Kaapse Vlakte.
‘Vier moorden de afgelopen week, drie vanuit rijdende auto’s... Je wilt de oude tijd niet terug, Sup, maar de dingen zijn veranderd.’
‘Dat is waar, Johnnie. Maar ik wilde je niet storen, alleen iets vragen: als iemand zegt dat zijn vrouw een “nissen” is, wat betekent dat dan?’
October lacht door de telefoon. ‘Ja, eigenlijk zijn vrouwen allemaal Nissans.’
‘Nissans?’
‘Je weet wel, Sup, zoals de auto. Nissan. Weet je die oude slogan nog? “We are driven?” Als je zegt dat iemand een Nissan is, dan bedoel je dat die persoon heel intens is. Gedreven.’
‘Aha...’
‘Ze zeggen dat je beter met een Toyota kunt trouwen.’
‘Van “Everything keeps going right?”’
‘Wat je zegt, Sup. Wat je zegt.’
De Albertstraat in Woodstock is een mierenhoop van grote trucks, kleine vrachtwagens, minibusjes, motoren en mensen.
Joubert is in die nerveuze slakkengang vastgelopen, rijdt zonder om zich heen te kijken, en denkt aan zijn gesprek met Johnnie October. Hoe ze allebei niet meer in de pas zijn met de tijd. Anachronismen. Want de slogan van Nissan is niet meer “We are driven”, Toyota heeft allang “Everything keeps going right” vervangen door iets wat op niemand indruk heeft gemaakt. Ze wisten vast dat ze miljoenen auto’s zouden moeten terugroepen vanwege mankementen.