‘Het politiebureau is vlak naast de sportschool in Table View. Ik ben daar naar binnen gegaan en heb verteld dat mijn man zoek was en die man vroeg vanaf wanneer en ik zei dat hij om halfzeven thuis had moeten zijn, en hij zei: “Mevrouw het is pas negen uur,” en ik zei dat hij niets van zich had laten horen. Toen vroeg hij: “Hebben jullie ruzie gehad?” Ik zei van niet en hij zei: “Mevrouw, mannen, u weet wel” en ik zei: niet mijn man. Toen zei hij: “Hij is vast bij zijn vriendin” en toen begon ik te huilen.’
Joubert wil instinctief de agenten verdedigen die dagelijks met huiselijke problemen te maken krijgen. Maar hij schudt alleen zijn hoofd en vraagt zacht: ‘En toen?’
‘Toen ben ik weer naar huis gegaan, want ik was bang dat Danie daar al zou zijn en dat hij niet wist waar ik was. Misschien was zijn mobiel gestolen, ik dacht dat het zoiets moest zijn, ik moest me niet te veel zorgen maken, ik moest kalm blijven, het was vast iets heel simpels. Maar hij was niet thuis en hij nam nog steeds zijn telefoon niet op. Neville van zijn werk belde terug om te zeggen dat er geen noodoproep was. Daarna heb ik zijn moeder nog een keer gebeld, want ik wilde zeker weten dat ik niet paranoïde was, maar toen zij zei dat het niets voor Danie was, ben ik weer in mijn auto gestapt en gaan rondrijden langs alle plekken waar hij kon zijn, misschien was hij met zijn vrienden een biertje gaan drinken bij Cubana of de Sports Club, maar hij was nergens. En om elf uur ben ik weer naar de sportschool gereden, het parkeerterrein was nu bijna leeg, en daar stond zijn Audi; ik ben uitgestapt, en toen ik door het raampje keek, zag ik zijn sporttas achterin liggen. Toen ik het portier probeerde, zat dat niet op slot en op dat moment wist ik dat er iets ergs met hem was gebeurd. Daarvandaan ben ik teruggelopen naar het politiebureau. Ze stuurden zo’n jonge jongen in uniform met me mee en hij kwam kijken en liep met me mee terug en de man achter de balie haalde twee formulieren tevoorschijn en zei dat ik die moest invullen. De ene was een vrijwaring. Sinds wanneer heeft de politie een vrijwaring nodig?’
Joubert reageert niet. Het vrijwaringsformulier is er om de saps te beschermen voor het geval de melding van een vermissing kwaadwillend of vals is. Want dat gebeurt vaak.
‘En toen zei hij dat ik een foto moest komen brengen als Danie de volgende dag nog niet was opgedoken, dan zetten ze die op de website en zouden ze kijken wat ze konden doen. Maar ze hebben niets gedaan.’
Joubert kijkt op van zijn schrijfblok. ‘Wat was het voor een Audi?’
‘Een A3, een rode. Heeft hij tweedehands gekocht. Dit is het kenteken...’
Hij schrijft het op. ‘Hebben ze de auto op vingerafdrukken gecontroleerd?’
‘Nee. Ik heb de volgende dag de foto gebracht en gevraagd of ik de auto mee naar huis mocht nemen en zij zeiden dat het goed was. Ik heb elke dag gebeld en ben het ook een keer persoonlijk gaan vragen, maar dan zeggen ze alleen maar “geen nieuws”. Hoe werkt dat? Waarom kan het ze niets schelen? We betalen hun salaris, het is hun werk om ons te helpen. Maar dat doen ze niet. Ik heb flyers gemaakt en die onder de ruitenwissers van mensen bij de sportschool gestopt. Dat moest ik zelf doen.’
‘Staat de Audi nu bij jou thuis?’
‘Ja.’
‘Hebben ze een rechercheur gevraagd de zaak te onderzoeken?’
‘Na een week, ja. Hij kwam naar mijn werk en vroeg me van alles wat ik al op het formulier had geschreven en hij luisterde niet, hij streek alleen de hele tijd zijn haar glad. Ik heb niets meer van hem gehoord.’
83
Er zijn twee mogelijkheden als het om een vermissing gaat: kwade opzet of iemand wil verdwijnen. Voor de geliefden die achterblijven zijn beide gevallen even moeilijk te accepteren. Daarom stelt Joubert eerst de makkelijke vragen.
Lagen zijn portemonnee en zijn mobiel in de auto?
Nee, die zijn weg.
Zaten zijn bankpas en creditcard normaal gesproken in zijn portemonnee?
Ja.
Zijn er na zijn verdwijning nog transacties met die kaarten gedaan?
Nee, ze heeft de kaarten na drie dagen geblokkeerd.
Wat zat er allemaal in de sporttas?
Alleen Danies sportkleren.
Zijn er kleren uit zijn kast weg?
Pijn die als een schaduw over haar gezicht trekt. Nee, zegt ze.
Zijn er bezittingen van hem uit het huis verdwenen?
Nee.
Mist er iets anders uit de Audi?
Niet dat zij weet.
Geen spoor van de autosleutels?
Nee, ze moest de reservesleutels thuis gaan halen, uit Danies kast.
Merkwaardige telefoontjes in de weken voor zijn verdwijning?
Nee.
Grote ruzie die Danie met iemand heeft gehad in die tijd?
Niet dat zij weet.
Conflicten op het werk?
Niets bijzonders. Hij werkte hard, er was soms stress...
Wat voor stress?
Er was vorig jaar een staking. Er is altijd gedoe met personeel. De buschauffeurs... soms komen ze niet opdagen voor hun werk, soms zijn ze te laat, soms hebben ze een aanrijding. Danie moet vaak mensen ontslaan.