Home>>read Spoor free online

Spoor(143)

By:Deon Meyer


‘Denk je dat het serieuze gegadigden zijn?’ Hij staat op en pakt de broodjes. Portefeuille, mobiel en nieuwe aktetas niet vergeten.

‘Ik hoop het. Maar bel me zodra je de kans hebt. Ik ben heel benieuwd.’

Hij loopt naar haar toe, geeft haar een kus op de slaap en ademt met voldoening haar subtiele vrouwengeur in. ‘Zal ik doen.’

‘Je bent vroeg.’

‘Wegwerkzaamheden... Ik weet niet hoe het verkeer is. En ik ben liever te vroeg dan te laat.’

‘Love you,’ zegt ze. ‘Mijn P.I.’

Hij glimlacht. ‘Love you too.’

Als hij de voordeur openmaakt, roept ze: ‘Heb je je aktetas?’

Hij draait zich om en gaat hem halen.



‘Het is één vijfenvijftig,’ zijn de woorden waarmee Jack Fischer hem in de gang voorbereidt, politietaal die verwijst naar het saps-formulier dat voor vermiste personen moet worden ingevuld.

In de vergaderkamer kan hij zien dat het verlies nog vers is: haar smalle schouders zijn wat moedeloos, haar ogen staren afwezig naar het St. George’s-winkelcentrum drie verdiepingen lager. Ze houdt een mobiele telefoon tegen haar borst alsof ze hoopt dat die zal overgaan.

Jack Fischer laat hem voorgaan en zegt dan: ‘Mevrouw Vlok?’

Ze schrikt even. ‘Sorry...’ Ze laat de telefoon zakken en steekt haar hand uit. ‘Tanja Flint.’ De glimlach is geforceerd, de ogen staan moe.

‘Flint,’ zegt Jack Fischer alsof hij het wil onthouden.

Ze is in de dertig, schat Joubert. Kort, donkerbruin haar. Een vastberadenheid in de kaaklijn en de stand van haar mond, die nu is verzacht door zorgen. En verlies. Het zwarte jasje, de witte blouse en zwarte rok zijn professioneel, maar een beetje wijd, alsof ze onlangs is afgevallen.

‘Mevrouw Flint, ik ben Jack Fischer. Dit is senior consultant Mat Joubert.’

Ze schudt beiden vluchtig de hand, geïntimideerd door de twee grote mannen van middelbare leeftijd tegenover haar tengere gestalte.

‘Ga zitten, ga zitten.’ Het klinkt Mat Joubert vaag als een bevel in de oren, al probeert Jack Fischer hoffelijk te zijn.

‘Dank u,’ zegt ze met een dappere glimlach. Ze haalt haar tas van haar schouder en schuift een stoel aan.

Ze gaan rond de grote donkerhouten tafel zitten, Fischer aan het hoofd, Joubert en Tanja Flint aan weerskanten.

‘Mevrouw, ten eerste hartelijk welkom bij Jack Fischer & Co...’ De grote ring aan Jacks vinger schittert bij het handgebaar. Hij loopt tegen de zestig, maar het dikke, zwarte haar toont nog nauwelijks grijs, de scheiding is kaarsrecht, de snor weelderig.

‘Dank u.’

‘Heeft Mildred u gevraagd of u iets wilt drinken?’

‘Ja, dank u, maar het is goed zo.’ Haar handen weer om het mobieltje, de duim die over de achterkant wrijft.

‘Uitstekend, uitstekend. Ik wil u verzekeren dat ik weliswaar niet elke zaak persoonlijk behandel, maar wel dagelijks op de hoogte word gehouden. Met Joubert hebt u een van de besten in het land. Hij is onlangs na tweeëndertig jaar dienst uit de saps getreden, waar hij senior superintendent was en hoofd van de Eenheid Ernstige Delicten hier in de Kaap. Hij is een ouwe rot, mevrouw, heel veel ervaring, briljant rechercheur. Nog even, voordat ik u in zijn bekwame handen achterlaat, een paar administratieve dingetjes. U weet dat er een aanbetaling gedaan moet worden, als we uw zaak aannemen?’

‘Ja, dat heb ik gezien...’

‘Uitstekend, uitstekend.’ Grote glimlach onder de overdadige snor. ‘We werken volgens een uurtarief van 600 rand, daar vallen de reiskosten niet onder, evenmin als uitgaven voor laboratoriumonderzoek, externe consultants, dat soort dingen, maar we overleggen alles eerst met u. We zijn niet de goedkoopste, maar we zijn de beste. En de grootste. En ons systeem zorgt ervoor dat u niet meer uitgeeft dan u wilt. We zullen binnen twee dagen vertellen of uw zaak kan worden opgelost. Als het werk tachtig procent van uw aanbetaling heeft bereikt, geven we u een belletje. Als het honderd procent heeft bereikt, vragen we om nog een aanbetaling.’

‘Ik begrijp het.’

‘Op die manier komt u nooit voor verrassingen te staan, begrijpt u?’

Ze knikt.

‘Nog vragen?’

‘Ik... nee, nu niet.’

‘Uitstekend, uitstekend. Goed, mevrouw Flint, vertel ons eens wat we voor u kunnen doen.’

Ze legt de telefoon voorzichtig voor zich op tafel en haalt diep adem. ‘Het gaat over mijn man. Danie. Hij is op 25 november vorig jaar verdwenen.’ Als de tranen in haar ogen opwellen, gaat haar blik naar Mat Joubert en ze zegt: ‘Ik ga niet huilen. Ik heb besloten dat ik hier vandaag niet ga huilen.’





82


Ze doet de aanbetaling van 30.000 rand bij het hoofd van de financiële afdeling, Fanus Delport, terwijl Joubert in zijn nieuwe kantoor op haar wacht. Hij voelt een zekere spanning. Voor het eerst in zijn loopbaan moet iemand rechtstreeks voor zijn diensten betalen. En het is zes, zeven jaar geleden dat hij zelf voor het laatst onderzoekswerk heeft gedaan, in de voorhoede. ‘Het is net als fietsen,’ had Jack Fischer twee maanden geleden tijdens het sollicitatiegesprek gezegd, ‘Je stapt zo weer op.’