Home>>read Spoor free online

Spoor(135)

By:Deon Meyer


‘Wacht,’ zegt Milla en ze loopt de trap af tot op de houten steiger waar twee mannen met bier in hun hand bij de loopplank van een zeiljacht staan. Ze hoort dat ze Engels spreken. ‘Do you know where we can find the Oceana Power Boat Club?’



‘Je hebt het mis,’ zegt Bruno Burzynski. ‘Het doelwit is niet ons voetbalteam. De data vallen toevallig samen. Onze inlichtingen duiden op iets heel anders.’

‘En wat zou dat zijn?’

Voor het eerst lijkt Burzynski in verlegenheid gebracht. ‘Het spijt me, maar ik ben niet gemachtigd die informatie te delen.’

Mentz maakt een geluid van honende afkeer.

‘Dus we kunnen de veiligheidsmaatregelen voor maandag annuleren?’ vraagt Masilo. ‘Jullie willen je voetbalteam niet beschermd hebben?’

‘Doe wat je niet laten kunt.’

Masilo schudt vol onbegrip zijn hoofd.

Mentz verbreekt de stilte. ‘Laat me even alles op een rijtje zetten. Je wilde dolgraag met ons praten toen je dacht dat wij Osman hadden,’ zegt ze.

Burzynski reageert niet.

‘En het enige wat jullie nu eigenlijk willen, is de nieuwe elektronische identiteit van The Madeleine. Wat betekent dat jullie ons niet meer nodig hebben als jullie het schip hebben gevonden.’

Burzynski staart naar de tafel. Mentz komt langzaam dichterbij, met steeds meer zekerheid in haar stem. ‘Jullie hebben een team stand-by om het schip te enteren, hè? Wat zijn het, Bruno? Navy Seals? Heb je je kleine, snelle bootjes meegenomen of heb je ze hier gekocht? Een paar helikopters gecharterd? Want jullie zijn van plan om het schip te enteren. En het ons achteraf te vertellen.’

‘Dat is belachelijk.’

‘Nee, dat is het niet,’ zegt Janina Mentz en ze gaat aan tafel zitten. ‘En dat leidt tot de vraag: wat is er op dat schip dat zó kostbaar is dat je bereid bent een gigantisch diplomatiek incident te riskeren, dat je bereid bent je betrekkingen met ons en met onze regering op te offeren?’

‘Je hebt het mis,’ zegt hij, maar ze hoort de ijle tekenen van onzekerheid in zijn stem.

‘Ik heb het goed. Eindelijk.’ Janina pakt de telefoon, trekt hem naar zich toe en toetst een nummer in. Burzynski volgt haar bewegingen. ‘Raj,’ zegt ze in het toestel, ‘we hebben net de nieuwe ais-identiteit aan de cia gegeven. Hoe lang zouden ze erover doen om The Madeleine te vinden?’

Ze luistert eerst en zegt dan: ‘Ik begrijp het. Nou, ze hebben ons een dolkstoot in de rug gegeven, dus je hebt vier uur de tijd om de harde schijf te decoderen. Gaat dat lukken...? Mooi.’

Mentz gooit de telefoon op de haak en glimlacht naar Burzynski.

‘Harde schijf?’ vraagt Burzynski. ‘Wélke harde schijf?’

‘Wat is de lading van The Madeleine?’ kaatst Janina Mentz terug.





77


De Oceana Power Boat Club is een lelijk, donker brok steenkool tussen de schitterende diamantclusters van het Victoria en Alfred Waterfronthotel en de jachthaven van Grangerbaai.

Er hangen drie identieke blauw-witte opbc-naamborden aan de verwaarloosde hoge afrastering, alsof eentje niet genoeg was om een bezoeker te overtuigen. Want het ziet er tijdelijk, primitief en verwaarloosd uit, als een verborgen bouwterrein: kale aarde, her en der verspreide containers, een lang, simpel gebouw met een plat dak met op de hoek één brandende lamp. En helemaal achteraan, een hoge golfbreker van betonblokken, net zichtbaar tegen het fosfor van de zee. Het dubbele hek is gesloten, alles is stil en verlaten.

Ze staan in de diepe schaduw links van het hek. Milla ziet hoe Lukas’ lichaam subtiel verandert, zijn schouders, nek en hoofd, alsof hij zich kleiner maakt, loerend, waakzaam. Zijn ogen zien alles, voor hen, om hen heen, ze meten en wegen.

‘Ik wil weten hoe het daarbinnen is,’ zegt hij op gedempte toon. Hij begint naar rechts langs de afrastering te lopen.



‘Tiger moet zijn eenheid in twee teams opdelen,’ zegt Mentz tegen Quinn. ‘Ik wil de helft bij Ysterplaat, de helikopters staan over een uur klaar. De andere helft moet naar Simonstad, de kapitein van het korvet SAS Amatola verwacht ze. Raj zegt dat hij tegen...’ ze kijkt op haar horloge, ‘twee uur informatie voor ons heeft.’

Quinn wil haar vragen hoe zeker ze ervan is dat het schip naar de Kaap komt, maar hij neemt aan dat het een hoopvolle gok is. En de Amerikanen hebben hetzelfde dilemma, als ze het schip als eersten opsporen, moeten ze dezelfde afstand afleggen.

‘Nog iets over de gestolen Nissan?’ vraagt Mentz.

‘Niets,’ zegt Quinn. ‘Helemaal niets.’



Ze volgen de afrastering zo’n honderd meter, tot aan de zee. Daar eindigt hij, voor de steile helling naar het water en de chaos van op elkaar gestapelde, driehoekige betonblokken. Links is een doorgang naar de Oceana Power Boat Club, een smalle met onkruid begroeide balk langs de korte kant van een container. Hij begint te schuifelen, zijn borst tegen de container, zijn handen steeds overpakkend van de ene metalen rib naar de andere. Dan kijkt hij om naar haar. ‘Kom. Het gaat makkelijk.’