Lukas zegt iets. Ze is terug in de Nissan en merkt dat haar ogen nat zijn, haar wangen vol tranen. Geërgerd veegt ze ze weg met de rug van haar hand en zegt: ‘Wat?’
‘Ze hebben je gezien.’
Ze begrijpt het niet en kijkt hem vragend aan.
‘De mensen van Osman hebben je gezien, Milla. We zullen het moeten laten zitten. Tot... Tot het veilig is.’
Ze begint het langzaam te begrijpen. ‘Tot het veilig is?’
Hij wendt voor het eerst zijn blik van de weg af en kijkt haar aan. ‘Gaat het nog een beetje?’
‘Tot het veilig is? Tot het veilig is?’ Haar verontwaardiging ontploft. ‘Veilig? Wat is dat voor woord, Lukas, wat is dat voor woord? Wat betekent dat in dit land? Waar vind je dat? Veiligheid?’ Tranen van woede, ze kan ze niet tegenhouden. ‘Hoe kun je dat zeggen? Het bestaat niet. Dat weet je, dat wéét je, maar je hebt het over “veilig”. Dat is leeg, het is een hol woord...’
Hij steekt zijn linkerhand naar haar uit, maar die slaat ze weg, haar stem schiet een halve octaaf omhoog. ‘Niet doen, Lukas, probeer me niet te sussen, probeer niet... Waarom doen jullie dat? Waarom willen jullie ons erbuiten houden, waarom willen jullie ons bedriegen? We hebben het recht om te weten...’
Hij wil protesteren, maar ze praat dwars door hem heen, een sombere woordenstroom. ‘Jullie verstoppen het voor ons, jullie die deze wereld hebben geschapen. Jullie die dit land gemaakt hebben, dit broddelwerk van haat en nijd en misdaad en geweld en armoede en ellende. En nu proberen jullie zo hard om alles weg te stoppen en te vermommen. Jullie denken dat jullie ons glimmende spulletjes kunnen geven, glitter, winkels, tijdschriften, steek je kop in het zand, want je moet vooral de waarheid niet zien. Het zijn leugens, het zijn allemaal leugens, en nu lieg jij mee. Veilig! Tot jíj veilig bent, dat is wat je bedoelt. Wil je me ergens opbergen, Lukas? Wil je me ergens gaan hersenspoelen en kalmeren achter muren en alarmsystemen en dan zelf weer wegsluipen naar jullie wereld? Je wilt het laten zitten omdat je een vrouw in je gestolen auto hebt? Het is niet jóúw keuze. Je gaat het niet laten zitten en je gaat me niet ergens dumpen, ik wil het zien, ik wil alles zien...’
Ze denkt ineens aan het pistool dat aan zijn voeten ligt, en pakt het. ‘Kijk,’ zegt ze, ‘ik ben niet machteloos, ik kan dit...’
‘Milla!’ Hij grijpt haar onderarm met zijn linkerhand en duwt hem weg zodat de loop van hem af zwaait. Zij rukt, maar hij is te sterk. Ze haalt de trekker over, er gebeurt niets. ‘Laat me los!’ krijst ze woest, ziet dan de veiligheidspal, drukt erop met haar duim en haalt weer de trekker over, het schot knalt oorverdovend, een ster in de ruit, ze haalt hem weer over. ‘Zie je wel, ik kan ook schieten!’ Maar hij trapt hard op de rem, ze valt naar voren, hij houdt haar arm vast, de banden van de Nissan piepen van het asfalt naar de berm van zand en gras. Hij laat het stuur los, pakt het pistool met zijn andere hand, draait het uit haar vingers, en zij slaat naar hem met gebalde vuisten, een leven van woede daarachter, en hij houdt zijn armen omhoog om zich te beschermen.
Ze huilt en slaat en krijst, diepe, onaardse geluiden die overkoken, die de auto vullen. En hij zit daar maar en verdraagt het.
‘Ik denk dat ik weet hoe ze het hebben gedaan,’ zegt Rajhev Rajkumar. ‘Ze gebruiken de lrit en ais van een ander schip.’
‘Hoe doen ze dat dan?’ vraagt Mentz.
‘Er zitten een paar mazen in het solas-verdrag. Het belangrijkste wat je moet onthouden is dat de reders in feite zelf hun schepen volgen, de solas-autoriteiten vergelijken alleen de authenticiteit van het signaal met de wereldwijde plaatsbepaling. Dus laten we zeggen dat je een reder in, bijvoorbeeld... Durban bent, met een paar schepen ergens in de Indische Oceaan. Ik benader je en ik zeg, beste moslimbroeder, ik wil de ais-identiteit van een van je schepen een maandje lenen, en ik betaal je ervoor. Dus ik installeer de apparatuur op The Madeleine en jij knijpt een oogje dicht voor de bewegingen van je signaal. solas weet van niets, want het signaal klopt met de route die jij bij hen hebt ingediend, alles ziet er koosjer uit.’
‘En mijn oorspronkelijke schip? Dat duikt op in het systeem, want het is uitgelogd. De cia zou het hebben opgepikt.’
‘Alleen als je schip in het water ligt.’
‘Maar...’
‘Schepen moeten onderhouden worden. Opgeknapt, gerepareerd, in een droogdok. Dat wordt alleen geregistreerd door de plaatselijke havenautoriteiten.’
Mentz overdenkt de argumenten en zegt ten slotte: ‘Je weet toch wel dat je briljant bent, hè?’
Rajkumar knikt verlegen. ‘Er zijn een paar manieren om het aantal mogelijkheden te beperken. De Committee zou moeten werken met iemand die ze kennen en vertrouwen. De ais zal verbonden moeten zijn met een schip dat verlof heeft om Zuid-Afrikaanse havens aan te doen, dat normaal gesproken in de Indische Oceaan opereert, tot aan de Arabische Zee, en het moet een vaartuig met min of meer dezelfde tonnage zijn, liefst een vistrawler.’