Home>>read Spoor free online

Spoor(119)

By:Deon Meyer


‘Ja.’

‘En die maandagavond?’

Hij tilt zijn hand van het stuur met een gebaar van machteloosheid.

Ze wacht, zich steeds meer bewust van zijn uitputting.

‘Op een avond in New York,’ zegt hij zacht, ‘dacht ik aan een studievriendin. En vroeg me af wat er van haar geworden was. De volgende dag liep ik haar tegen het lijf op Lexington Avenue... Hoe groot is die kans? Ik kan het niet verklaren.’

Ze begrijpt wat hij wil zeggen. ‘Ik weet het.’

‘Het gebeurde gewoon.’

‘Denk je nog aan haar?’ Haar poging om wat lucht te creëren.

Het werkt. Hij draait zijn hoofd naar haar toe en glimlacht. ‘Nu niet zoveel meer.’

‘Je bent moe,’ zegt ze.

‘Nee,’ zegt hij. ‘Ik zit in de rottigheid. En ik zal het je moeten vertellen, want jij maakt er nu deel van uit.’



Om halfzeven zegt de operator tegen Quinn dat ze het videomateriaal hebben bestudeerd. Ze hebben gezien hoe Milla Strachan even na 14.00 uur via ingang 8 het winkelcentrum Tygervallei binnenkwam. Ze konden haar route min of meer nagaan, ze had bij de bioscoop even voor opwinding gezorgd, ze was langs een camera in de Arena gelopen. Pas veertien minuten later zagen ze haar ingang 6 aan de westkant uitkomen. De laatste camera in de ondergrondse parkeergarage heeft haar spoor gevolgd, kennelijk naar buiten.

Ze vermoeden dat iemand haar daar is komen ophalen.



Lukas Becker vertelt Milla over de ontvoering van Shahied Latief Osman.

Het was de bedoeling dat het binnen een paar uur afgelopen zou zijn; hij wilde Osman en zijn auto bij de moskee onderscheppen, hem op zo’n manier in de Citi Golf krijgen dat hij er zeker van was dat niemand ze kon volgen, naar Blouberg rijden, Osman in het gehuurde appartement op een stoel vastbinden en zeggen dat hij hem pas los zou laten als hij het geld terug had.

Eerst liep alles volgens plan. Voor de moskee was Osman zich doodgeschrokken, maar toen herkende hij Lukas van een vorige confrontatie bij Osmans huis, en kalmeerde hij een beetje. Hij was in zijn Prado gestapt, had de instructies gevolgd en was gaan rijden, onder het voortdurend herhalen van: ‘Shabangu liegt, ik heb je geld niet.’ Waarop Becker geduldig had geantwoord: ‘Dan zul je moeten zorgen dat je het te pakken krijgt.’

Het eerste probleem ontstond toen hij Osman bij de Spoor-ijn in Woodstock dwong om uit te stappen. Osman stak bij het uitstappen zijn hand in zijn jaszak. ‘Niet doen,’ had Becker geschreeuwd en hij had het pistool op Osman gericht, maar de man negeerde dat. Lukas had hem tegen de grond gewerkt, zijn handen vastgedrukt en de loop tegen zijn wang gedrukt.

‘Lig stil.’

Er zat een verschrikkelijke spanning in Osmans lichaam, wanhoop in zijn ogen. Becker wist dat hij geen tijd meer had; hij had het jasje uitgerukt, was opgestaan en had het doorzocht. Had alleen een mobiel gevonden en die over het hek gegooid.

Toen was Osman opgesprongen, maar het vreemde was dat hij niet wegrende. Hij strompelde terug naar zijn auto.

‘Wat doe je?’ terwijl hij hem tegenhield.

‘De tas,’ had Osman dringend gezegd.

De tas. De schoudertas waarmee Osman uit de moskee was gekomen.

Lukas had zich snel omgedraaid, Osman meegetrokken, en de tas uit de Toyota Prado gehaald. En toen moest hij opschieten want de achtervolgers kwamen eraan.

Aan de overkant van de Spoor-ijn, in de doorgang tussen fabrieksgebouwen, had Osman geprobeerd Lukas de tas af te pakken. ‘Geef hier!’

Lukas had hem weggerukt en gezegd: ‘Kom.’

Osman, met de wanhoop op zijn gezicht, was langzamer gaan lopen en had naar zijn borst gegrepen. ‘Mijn hart,’ had hij gezegd.

‘Je liegt. Kom!’

In de Citi Golf zat Osman in elkaar gedoken, wasbleek, nat van het zweet, zijn adem te snel. Hij had een bevende hand naar de zwarte tas uitgestoken, in slow motion.

‘Laat die tas los.’ Toen zag hij Osmans ogen, de wilde paniek van de man. En de hand die snel terugschoot, naar de linkerschouder, het gezicht vertrokken van pijn. En nog steeds geloofde Lukas Becker hem niet.

‘Ik moet mijn medicijnen hebben,’ had Osman gekreund.

Lukas had hem genegeerd en zich op de weg en de achteruitkijkspiegel geconcentreerd.

Toen was Osman in elkaar gezakt. Becker was vloekend gestopt. Osmans gezicht was gelig, en hij zag dat de ogen weggedraaid waren. Hij had Osmans pols opgenomen, de razende hartslag gevoeld en geweten dat het een hartaanval was, hij had een basisopleiding eerste hulp gehad en wist dat het de volgende vijftien minuten een kwestie van leven of dood was voor Osman.

Dat veranderde alles, hij was naar de stad geracet, naar de dichtstbijzijnde medische hulppost, het Chris Barnard Memorial Hospital, met Osman bewusteloos naast zich. Hij was gestopt bij de eerste hulp, had Osman met een brandweergreep naar binnen gedragen en om hulp geroepen. Het medisch personeel was op hen afgestormd en had hem gevraagd Osman op een brancard neer te leggen. Hij had verteld dat de man een hartaanval had gehad, hij had gelogen en gezegd dat hij hem gewoon op straat had gevonden.