Home>>read Spoor free online

Spoor(117)

By:Deon Meyer


EM: Mahhala.





67


‘Ze staat stil,’ zegt Quinn door de autoradio tegen de achtervolgers. ‘Op het parkeerterrein van Tygervallei, aan de oostkant. Team Eén, hoe ver zijn jullie van het winkelcentrum?’

‘Ongeveer een kilometer.’

‘Schiet op. Parkeer en ga haar zoeken. Team Twee, jullie doen hetzelfde. Team Drie, laat even weten als jullie er zijn, jullie houden haar auto in de gaten.’

‘Roger,’ klinkt het, de een na de ander.

‘We peilen nu haar mobiel, ik zal laten weten waar ze ongeveer is.’



Ze kent het winkelcentrum van Tygervallei als haar broekzak.

Ze loopt snel ingang 8 in, blijft meteen staan en kijkt om. Overal mensen, die aan komen lopen of weggaan, maar niets wat er verdacht uitziet.

Ze loopt het centrum in, glipt links een zijingang van de Pick n Pay in, dan door de Durbell-apotheek naar buiten, de roltrap af, linksaf, ze bukt onder het hekje bij de bioscoop door.

‘Mevrouw!’ roept de kaartjescontroleur. Milla begint te rennen, zwaait alleen even.

Aan de andere kant weer naar buiten, daar rechtsaf, de trap op, dan weer links in de Arena. Daar zijn de telefoons, bij de roltrappen, zoals ze zich herinnerde. Ze doet haar tas open, pakt haar portemonnee en gaat bij de verste munttelefoon staan. Pakt de muntstukken. Kijkt nog een keer goed om zich heen, en toetst dan de cijfers een voor een in.

De telefoon gaat over.

Ze duwt de munt in de gleuf. Hij valt naar beneden.

‘Hallo.’ De stem van Lukas, kortaf.

‘Ik heb niet veel tijd en ik bel vanuit een telefooncel. Ik zal je twee vragen stellen en je moet alleen antwoord geven. Niets anders.’

‘Milla, wat...’

‘Niets anders.’

‘Ik luister.’

‘Werk je voor de cia?’

Ze luistert met haar hele wezen, hoort het geluid dat uit zijn mond komt, verbazing en geamuseerdheid tegelijk, alsof ze een grapje maakt. ‘Werk ik...’ Nog een geluid, nu een beetje bezorgd. ‘Nee. Het antwoord is nee.’

Hij spreekt de waarheid, denkt Milla. Ze weet het. ‘Heb jij Julius Shabangu doodgeschoten?’

‘Nee!’ Driftig. ‘Milla, je zult me moeten vertellen...’

‘Lukas, luister alleen maar. Er zitten microfoons in mijn appartement, ze luisteren mijn mobiel af, ik denk dat ze me achtervolgen. Ze zoeken jou. Ik wil je waarschuwen, en ik wil je helpen.’

Het blijft even stil. Als hij weer praat, is zijn stem opeens kalm. ‘Weet je wie het zijn?’

‘Ja. De presidentiële inlichtingendienst.’

Weer een stilte. Dan: ‘Hoe weet je... Wacht, dat is nu niet belangrijk. Waar ben je?’

‘In winkelcentrum Tygervallei. Toen ik naar binnen ging, zat er niemand achter me aan.’

‘Waar is je mobiel?’

‘In de auto. Buiten.’

‘Mooi zo. Luister nu goed, ik zal je vertellen wat je moet doen.’



Rajkumar komt buiten adem de Operations Room binnengewaggeld, met een usb-stick in zijn hand. ‘Dit moeten jullie horen,’ zegt hij tegen Quinn en Masilo, en hij steekt de stick in een computer.

‘Schakel hem door naar het systeem,’ zegt Raj. ‘Nieuwsbulletin op Kfm, vijf minuten geleden.’

Hij start het geluidsbestand. De stem van de nieuwslezer, helder en gewichtig: ‘De plaatselijke politie roept het publiek op om te helpen zoeken naar de zakenman en islamitische religieuze leider uit Kaapstad, Shahied Osman. Osman werd als vermist opgegeven na een schijnbare autokaping voor de Azzavia Masjid-moskee eerder vandaag. Diverse getuigen zagen hoe een man Osman dwong in zijn nieuwe Toyota Prado te stappen. Familieleden vertelden aan Kfm nieuws dat ze zeer bezorgd zijn over de gezondheid van Osman, aangezien hij aan een ernstige hartkwaal lijdt.’



Ze loopt haastig de uitgang van Game uit, door de ondergrondse parkeerplaats, tot de helling naar de Humestraat. Ze zoekt een voetpad, ziet er een rechts van zich, rent erheen. Laat zich zo snel mogelijk naar beneden glijden.

Het is druk op straat, zoals ze had gehoopt. Ze wacht op een opening in het verkeer en sprint naar de overkant. Een automobilist drukt fel op zijn toeter, ze stopt even op de middenberm, dan rent ze de volgende baan over, tot het lelijke stalen hek van Willowbridge. Dan pas blijft ze staan en kijkt om, hijgend, en laat haar blik rondgaan, zoals Lukas heeft gezegd. Zijn er andere mensen die te snel lopen? Of rennen? Identificeer ze. Kleur, geslacht, kleren, lengte, uiterlijk.

Die zijn er niet.

Ze rent naar de hoek en gaat linksaf.



‘Niets?’ vraagt Quinn door de telefoon.

‘Het is een groot centrum,’ zegt de operator. ‘En we zijn maar met z’n vieren.’

‘Blijf zoeken.’

‘En haar mobiel?’

‘We vermoeden dat ze die in haar auto heeft achtergelaten.’