Home>>read Spoor free online

Spoor(105)

By:Deon Meyer


‘Het zal ons een eer zijn jullie te helpen, als we kunnen, natuurlijk. Mag ik vragen wie de nieuwe scheepseigenaren zijn?’

Die vraag had ze verwacht. ‘Een groep tamelijk onsmakelijke figuren die van plan zijn onze nationale veiligheid te ondermijnen.’

Als hij merkt dat ze niets meer zal vertellen, zegt hij: ‘Ik begrijp het. En wat voor soort assistentie had de minister in gedachten?’

‘De minister heeft veel respect en bewondering voor het enorme arsenaal aan technologische toverij dat de regering van de Verenigde Staten tot haar beschikking heeft, met name basic, de Broad Area Surveillance Intelligence Capacity.’

‘De minister is goed op de hoogte.’

‘Daar laat hij zich op voorstaan. En hij vroeg zich af of de VS bereid zouden zijn onze ontluikende jonge democratie te helpen beschermen door deze faciliteiten aan ons beschikbaar te stellen. Om het schip te vinden, natuurlijk.’

Burzynski knikt langzaam, alsof hij hier eerst over moet nadenken. ‘Janina, je weet, er is de regering van de Verenigde Staten, en met name de cia, veel aan gelegen de vriendschap met onze zeer gewaardeerde bondgenoten in Zuid-Afrika in stand te houden en te versterken. En als we op de een of andere manier kunnen helpen, zullen we absoluut ons uiterste best doen, zoals altijd. Maar weet je wel welke kosten eraan verbonden zijn, in termen van mankracht en middelen, mochten we instemmen met een satellietzoektocht? Vooral als ze de lrit niet aan hebben staan. Het schip is al weken zoek, en er is tijdsdruk.’

‘Dat ga jij me ongetwijfeld vertellen.’

‘Het wordt een wereldwijde zoektocht, Janina. Ze kunnen overal zijn. De logistiek is gigantisch.’

‘Ik begrijp het.’

‘Ik zeg niet dat we niet kunnen helpen. Maar om mijn superieuren te... laten we zeggen, motiveren, heb ik munitie nodig.’

‘Ja, natuurlijk. Daarom heeft de minister deze brief geschreven.’ Ze schuift hem over tafel naar Burzynski toe. ‘Je zult zien dat hij de zaak omschrijft als een kwestie van nationale én internationale veiligheid, en van de hoogste urgentie.’

‘En?’

‘En hij drukt zijn innige dankbaarheid uit.’

‘Genoteerd. Maar met alle respect, Janina, we hebben meer nodig dan dat.’

‘Zoals?’

‘De aard en schaal van de dreiging. En vooral de internationale implicaties ervan.’

‘Helaas zijn we niet in een positie om jullie op dit moment veel meer te geven. Maar als jullie ons kunnen helpen het vaartuig te lokaliseren, en we informatie vinden waar de cia belangstelling voor zou kunnen hebben, geef ik mijn woord dat we die door zullen geven.’

‘Janina, daarmee kom je er niet.’

‘Dat is echt jammer. Ik had gedacht dat het de ideale gelegenheid zou zijn voor de cia om... ons vertrouwen terug te winnen.’

‘Ik kan je niet volgen.’

‘Ik denk van wel, maar daar gaat het nu niet om. Mag ik je vragen het verzoek in ongewijzigde vorm aan Langley over te brengen?’

‘Zijn er vertrouwenskwesties waarvan ik niet op de hoogte ben, Janina?’

‘Ik weet echt niet waarvan jij op de hoogte bent, Bruno. Wil je ons verzoek doorgeven?’

‘Natuurlijk, ik zal mijn uiterste best doen.’

‘Heel erg bedankt.’





62


Er is een afstand tussen Milla en de werkelijkheid, een zacht kussen, een lichte mist. Haar lichaam voelt hem nog, ze ruikt en proeft hem nog. Zijn woorden, zijn verhalen zitten in haar hoofd.

Theunie komt naast haar staan en legt zijn arm om haar schouders. ‘Is alles oké?’

Ze reageert langzaam, kijkt op en glimlacht. ‘O, ja.’

‘Je bent een beetje afwezig vanochtend.’

‘Dat ben ik zeker.’

En ze denkt: zo voelt het dus om verliefd te zijn. Op je veertigste.



‘We zijn Becker kwijt,’ zegt de operator.

‘Hoe?’ vraagt Quinn. Hij probeert zijn teleurstelling niet te laten blijken.

‘Op het vliegveld. Hij had de Toyota teruggebracht naar Tempest Car Hire. Toen liep hij naar de vertrekhal. Dat hadden we niet verwacht, en tegen de tijd dat we er waren, was hij weg.’

‘Hoe lang geleden?’

‘Vijf, zes minuten. De rijen om in te checken zijn lang, en daar stond hij niet. Ik denk niet dat hij een vlucht heeft genomen. Ik denk dat hij ergens anders weer naar buiten is gegaan.’

‘Dat betekent dat hij jullie heeft gezien.’

‘Dat is onmogelijk.’

‘Blijf zoeken. Je hoort van me.’

Quinn vloekt, staat op en rent naar het team van Rajkumar. Hij wil weten of Becker een vliegticket heeft gekocht en waarom ze daar niets van weten.



‘Jissis, Quinn,’ zegt Masilo.

Quinn weet hoe groot de druk op zijn baas is. Hij praat op rustige toon. ‘We vinden hem wel.’