Home>>read Spoor free online

Spoor(103)

By:Deon Meyer


‘Waarom hebben ze zo’n groot schip nodig? Wat willen ze transporteren? Laten we veronderstellen dat Tau gelijk heeft en dat het doelwit het Amerikaanse voetbalteam is of het stadion in Kaapstad, of allebei. Daar hebben ze geen duizend ton wapens en explosieven voor nodig.’

‘Mensen,’ zegt de advocaat. ‘Ze brengen mensen aan land.’

‘Precies,’ zegt Mentz.

Raj veegt zijn haar naar achteren over zijn schouders, boos op zichzelf.

‘Ze brengen een moordcommando aan land,’ zegt Mentz. ‘Waarschijnlijk getraind door Al Qaida. Het schip verklaart alles. Het verklaart waarom ze zoveel geld nodig hadden. Waarom Macki er zo bij betrokken was. Misschien hebben ze de diamanten gebruikt als contante betaling, Walvisbaai is een smokkelhaven. Het verklaart waarom ze zo weinig contact hebben gehad met de Restless Ravens. Het belangrijkste is dat we de Committee in de gaten hebben gehouden, maar de rol van de Committee is eigenlijk uitgespeeld. Ze kunnen alleen nog maar zitten wachten tot het moordcommando er is.’

‘Met alle respect,’ zegt Rajkumar. ‘Dat maakt de kwestie van “waar” nog belangrijker.’

‘Daar heb je helemaal gelijk in,’ zegt Masilo.

‘Dus hoe vinden we het schip?’

Rajkumar is voorbereid op die vraag. ‘Dat hangt ervan af hoe graag ze gevonden willen worden.’

‘Hoezo?’

‘solas. Het internationale verdrag voor Safety of Life at Sea. Sinds 2006 moeten alle vaartuigen groter dan driehonderd ton onder andere beschikken over Long Range Identification and Tracking-apparatuur, lrit. Als ze hun lrit- en de ais-zenders aan hebben staan, kunnen we een Chapter Five-verzoek indienen via de minister – of een ander lid van het kabinet – bij de internationale lrit gegevensuitwisseling, om hun huidige positie te bepalen.’

‘En als ze de zenders niet aan hebben staan?’

‘Dan moeten we rapporten vinden over schepen die de solas-regels hebben overtreden, en dat kost tijd. De enige echte oplossing is met de Amerikanen praten en vragen of ze met hun satellieten willen kijken.’

‘Ik ga niet met de Amerikanen praten.’

‘Ik weet hoe u zich voelt, mevrouw,’ zegt Tau Masilo. ‘Maar we hebben geen keus. We hebben geen tijd meer. En ze hebben geen haven nodig om een terreurcommando aan land te brengen. Ze kunnen op zee overgeheveld worden naar een kleinere boot, waar dan ook voor de kust. En we hebben een ellenlange kustlijn.’

‘Waarom is het een probleem om de Amerikanen om hulp te vragen?’ vraagt Rajkumar onschuldig.

‘Omdat het slangen zijn,’ zegt Mentz.

‘O.’

‘We hebben geen keus,’ zegt Masilo weer.

Mentz kijkt afkeurend naar de advocaat, maar zegt ten slotte: ‘Raj, bereid het Chapter Five-verzoek voor. Ik ga met de minister praten.’



‘Nee,’ zegt de minister, hoogst geïrriteerd.

‘Meneer...’ zegt Mentz.

‘Nee, nee, nee. Wat moeten we tegen de Amerikanen zeggen? Iemand komt met een boot vol gestoorde moslims om jullie voetbalteam op te blazen, kom alsjeblieft een handje helpen, want we zijn te suf om een stelletje baarden tegen te houden? Heb jij enig idee van de druk op het ogenblik, van de mediagieren die daarboven in de lucht cirkelen, boven de World Cup, van de Afro-pessimisten? Ze willen dat we falen. Zodat ze kunnen zeggen: “Kijk, Afrika is nog steeds Afrika, vergeven van misdaad en corruptie en zwarten.” En nu wil je dat we negen maanden voor het toernooi tegen de Amerikanen zeggen: “Jullie team is in gevaar en wij zijn te stom om het zelf op te lossen.” Straks kondigt Obama aan dat ze niet meer komen, dat het risico te hoog is. Nee, Janina, nee, nee.’

‘Meneer, niemand heeft een grotere hekel aan...’

‘Waarom hebben jullie die moslims niet gewoon opgepakt, Janina? Toen daar nog tijd voor was?’

‘Meneer, u weet...’

‘Ik weet wat jij me vertelt, ik vertrouwde je.’

‘We hoeven niets tegen de Amerikanen te zeggen.’

‘Niets? We vragen ze om al hun satellieten op onze wateren te richten, maar we zeggen niets?’

‘Meneer, we hebben een troefkaart.’

‘En dat is?’

‘De cia is onlangs begonnen met een infiltratieproces. Bij de pia.’

‘Dat meen je niet.’

‘Dat meen ik wel.’

‘Heb je bewijzen?’

Ze legt de foto op het bureau. Lukas Becker, op het vliegveld van Kaapstad. ‘Hij is een Zuid-Afrikaner met een militaire achtergrond. Hij is in 1994 uitgeweken naar de VS...’

‘In 1994?’ klinkt het verontwaardigd. ‘Een van die lui die het niet beviel in ons nieuwe, democratische Zuid-Afrika?’

‘Best mogelijk. We zijn nog bezig om zijn ideologie te onderzoeken, maar we zijn er redelijk zeker van dat hij tussen 1994 en 1996 door de cia is geronseld. Want van 1997 tot 2004 wordt hij ingezet in alle speerpuntgebieden van de cia: Israël, Egypte, Jordanië, Iran en Turkije, onder de dekmantel van archeologische opgravingen. Hij zat vanaf 2004 tot eerder dit jaar fulltime in Irak, als “werknemer” van Blackwater. Hij beschikt over een Amerikaanse bankrekening en twee beleggingsrekeningen, en zijn liquide middelen bedragen volgens een conservatieve schatting meer dan twee miljoen rand. Een maand geleden is hij opeens weer in het land en pleegt een sluipmoord op een van de hoofdrolspelers van de georganiseerde misdaad, die wij toevallig aan het onderzoeken waren vanwege zijn relatie met de Supreme Committee.’