Quinn zegt niets, hij fluit alleen tussen zijn tanden, een verbaasd gesis, en een soort bewondering voor het noodlot, dat Operatie Shawwal maar niet met rust wil laten.
‘Quinn heeft het observatieteam bij zich geroepen en grondig ondervraagd,’ zegt Tau Masilo tegen Mentz. ‘Ze zeggen dat Becker haar buiten het winkelcentrum opwachtte. Daar zitten een sportschool en een dansstudio, ze kan bij een van die twee zijn geweest. En toen ze tegen 20.00 uur naar buiten kwam, sprak hij haar aan. Toen gingen ze naar het restaurant, waar ze hebben zitten eten en praten tot 22.40 uur. Daarna ging hij terug naar het guesthouse. We hadden geen mankracht om haar te volgen.’
Janina Mentz zit zo lang zwijgend naar de muur tegenover zich te staren dat Masilo zegt: ‘Mevrouw...?’
Ze staat abrupt geërgerd op, loopt om haar bureau heen, gaat achter haar computer zitten, klikt met de muis en kijkt gespannen naar het scherm. Masilo ziet hoe zich langzaam een gloed over haar gezicht verspreidt.
Ze kijkt naar hem. ‘cia,’ zegt ze, alsof het een scheldwoord is.
Masilo probeert haar bij te houden, maar geeft het op. ‘Ik begrijp het niet.’
‘Heb je zijn profiel gelezen? Hij werkt verdomme voor de cia.’
Masilo herinnert zich Beckers telefoongesprekken met Inkunzi Shabangu, hoe hij zijn geld zocht na een autokaping. ‘Ik weet niet zeker of ik het daarmee eens ben.’ ‘Even combineren, Tau, wat hebben Becker en Amerika met elkaar gemeen?’
Hij probeert zich te herinneren wat er in het rapport staat, maar ze beantwoordt de vraag zelf. ‘Israël, Egypte, Jordanië, Iran, Turkije. En nu Irak. Zegt dat je iets?’
‘Hotspots van de cia.’
Ze schudt haar hoofd, pakt de foto op, die van Becker en Milla op het balkon. ‘Kijk naar haar, Tau. Kijk hoe ze naar hem kijkt.’ De directrice zakt langzaam terug in haar stoel. ‘Ik ben heel erg teleurgesteld in haar.’
Masilo en Quinn zitten achter de gesloten deur van het kantoor van de advocaat.
‘Heb je het Strachan-incident met iemand besproken?’ vraagt Masilo.
‘Alleen met het observatieteam.’
‘Is er al een dossier? Iets in het systeem?’
‘Nog niet.’
Masilo knikt opgelucht. ‘Houden zo. Quinn, dit is een heel gevoelige kwestie. Het is heel goed mogelijk dat hij haar als doelwit heeft gekozen. Dat hij niet is wie wij denken dat hij is.’
Quinn overdenkt dit. ‘Het zou me verbazen...’
‘We kunnen het ons niet veroorloven een fout te maken. De schade aan de Operatie, de schade aan de reputatie van het Bureau.’
Hij kijkt naar Quinn om te controleren of dit allemaal wel tot hem doordringt.
‘De opdracht van de directrice is heel specifiek. Niets in het systeem. Je houdt alles in je la. Strachans naam wordt nergens genoemd. Van nu af aan staat ze bij ons bekend als “Miss Jenny”. Zo zullen alle betrokkenen haar noemen, dat is de naam die op instructies aan andere departementen staat. Van nu af aan beperken we het aantal mensen dat ervan weet drastisch; de directrice, ik, jij, en een klein team dat je onmiddellijk moet samenstellen. Een paar operators die je vertrouwt, Quinn, drie of vier verstandige mensen. Zoek ze zorgvuldig uit. Zíj doen het monitoren, zíj schrijven de rapporten. Met de hand.’
‘Ik begrijp het.’
‘We moeten haar appartement doorzoeken, we willen microfoons in elke kamer. Vandaag nog. En alleen jouw team luistert af. En we willen precies weten waar ze naar kijkt op haar computer, wat voor materiaal ze hier aanvraagt, digitaal of hard copy. En we willen haar telefoongesprekken afluisteren.’
‘Visuele observatie en laten volgen?’
‘Nee, concentreer je op Becker. En over Becker gesproken: we willen dat jij die twee Shabangu-handlangers opspoort met wie Becker heeft gewerkt.’ Masilo raadpleegt zijn aantekeningen. ‘Volgens de transcriptie zei Becker tegen Shabangu: “Ik heb er een hier. Hij heet Enoch Mangope, die met dat witte oog. En hij zegt dat hij voor u werkt.” En de andere heet Kenosi, dat is het enige wat we hebben. Spoor ze op, Quinn, we willen precies weten wat Becker tegen ze heeft gezegd. Nog vragen?’
‘Nee.’
‘De volgende opdracht is voor Rohn in Walvisbaai. Hij zal zijn bron vandaag moeten gebruiken.’
‘Dat is misschien te vroeg.’
‘We hebben geen keus. Nog zeven dagen, Quinn. Er is geen tijd meer.’
‘Ik zal het tegen hem zeggen.’
‘Dat is voorlopig alles, dank je.’
Quinn staat op en loopt naar de deur, waar hij blijft staan. ‘Waarom “Miss Jenny”?’
‘Dat was een idee van de directrice. Schijnbaar iemand die de Amerikanen heeft bespioneerd. Lang geleden.’
Quinn fronst zijn wenkbrauwen.