‘Ga.’ Krachtig draaide hij haar om en duwde haar in de richting van de douane.
Haar bevroren voeten deden automatisch een wankele stap. En nog een, en nog een. Ze draaide zich niet om, wuifde niet toen ze hem een laatste keer hoorde zeggen:
‘Ga.’
Hoofdstuk 12
De vlucht naar Londen duurde een eeuwigheid. Van het gedreun van de motor kreeg ze hoofdpijn. De airconditioning maakte haar ogen nog droger dan ze al waren en het verkilde bloed in haar aderen maakte haar stijf. Hoe hard ze ook haar best deed, ze kon niet stoppen met aan Gabe denken. Hij moest het toch van haar gezicht hebben afgelezen? Even had haar hart opengelegen. Als hij het had gevraagd, was ze gebleven, maar hij had gezegd dat ze moest gaan.
Dus ging ze, naar alle toeristische trekpleisters. Buckingham Palace, de Tower, Madame Tussauds. Aan het eind van haar eerste ellendige week ging ze, boos op zichzelf omdat ze zich nog steeds zo miserabel voelde, naar het Royal Ballet waar ze al zo lang dolgraag heen wilde. Het theater op zichzelf was prachtig, het publiek was indrukwekkend, de ballerina’s waren mooi, maar haar hart was er niet bij. Ze keek naar de ongelooflijk getalenteerde dansers, maar kon er niet van genieten. In de pauze ging ze weg. Ze liep het drukke beroemde Covent Garden op. Daar bleef ze verloren staan, niet wetend wat ze hier in vredesnaam deed of wat ze wilde doen. Ze stond midden in een vreemde stad, alles was precies zoals ze had gedacht dat het zou zijn, alleen vond ze er niets aan.
‘Roxie!’
Verbaasd draaide ze zich om. Was dat voor haar bedoeld? Ze kende hier niemand. Naast de ingang van het theater stond een man die er precies zo uitzag als Gabe. Was ze aan het hallucineren? Had ze last van een soort verlate jetlag?
Het was een behoorlijk levensechte hallucinatie, want het waanbeeld liep naar haar toe met zijn ogen strak op haar gericht. Ze knipperde, maar hij bleef op haar af komen, tot hij vlak voor haar stond. Hij droeg een prachtig pak en in zijn hand had hij een programmaboekje van het ballet. ‘Je houdt niet van ballet,’ zei ze, omdat ze het gevoel had dat ze toch iets moest zeggen tegen dit onechte wezen.
‘Nee, maar jij wel.’ Onderzoekend keek hij haar aan. ‘Waarom ben je halverwege weggegaan?’
‘Ik vond het niet realistisch.’ Het was vreemd die woorden uit te spreken terwijl ze een gesprek stond te voeren met een hallucinatie.
Zijn wenkbrauwen gingen omhoog tot bijna aan zijn haargrens. ‘Een meisje sterft aan een gebroken hart en komt terug als geest om haar geliefde te beschermen tegen de boosaardige geesten van bedrogen vrouwen. Welke gedeelte is volgens jou niet realistisch?’ Een van zijn mondhoeken ging omhoog in een scheve grijns.
‘Hoe komt het dat jij het verhaal van Giselle kent, terwijl je een hekel hebt aan ballet?’
‘Omdat ik de voorstelling al drie keer heb uitgezeten.’ Zijn glimlach kreeg iets spijtigs en hij kwam nog dichterbij staan.
‘Drie keer?’ Haar stem begaf het bijna toen ze de warmte van zijn ademhaling op haar ijzige huid voelde.
‘Die vrouw aan het loket denkt vast dat ik een stalker ben. Wat ik ook soort van ben.’
Haar hoofd liep over. Hij was geen hallucinatie, hij was echt. O, lieve help, waarom was hij hier?
‘Welk deel van het verhaal stoorde je het meest?’ vroeg hij.
Ze trilde vanbinnen, vanbuiten, overal. ‘Ik vond het niks dat ze stierf aan een gebroken hart, alleen omdat die vent haar had teleurgesteld,’ fluisterde ze.
‘Nee, dat was niet erg heldhaftig van haar,’ stemde hij zacht in. ‘Wat had ze volgens jou moeten doen?’
Ze was nog steeds bezig tot zich door te laten dringen dat hij voor haar stond, dus staarde ze hem slechts aan zonder antwoord te geven.
‘Wat zou jij hebben gedaan?’ Hij was even stil. ‘Had ze haar koffers moeten pakken en op reis gaan?’ suggereerde hij.
Heftig schudde ze met haar hoofd. ‘Nee, ze had de confrontatie met hem moeten aangaan en hem vertellen wat ze op haar hart had.’ Dat was wat zij had moeten doen. Ze had Gabe eerlijk moeten vertellen wat ze echt wilde, zonder bang te zijn voor zijn reactie.
‘Klinkt redelijk.’ Zijn ogen waren onpeilbare donkere poelen. ‘Maar weet je, ik denk dat de tweede helft je beter was bevallen.’
‘Hoezo?’ Haar keel zat dicht, waardoor ze nauwelijks kon praten.
‘Omdat ze dan haar kracht bewijst,’ antwoordde hij, nog steeds kalm en ondoorgrondelijk. ‘Ze doet alles wat in haar macht ligt om haar geliefde te beschermen. Zoveel van iemand houden, zo gepassioneerd, dat is mooi. Het is zeldzaam, en het is een geschenk.’
Haar hart bonsde hevig. Dit kon toch niet zijn wat zij dacht dat het was? Dat wilde ze zo graag, maar tegelijkertijd was ze vreselijk bang, dus maakte ze een grapje voor het geval ze het mis had. ‘Wil je daarmee zeggen dat je van het ballet hebt genoten?’