‘Nou, het zijn niet alleen de mannen waar ik niet zo dol op ben. De vrouwen zijn zo mager. Ze hebben nauwelijks rondingen. Niet bepaald sexy.’
Beledigd kwam ze overeind en keek naar zijn gezicht in het maanlicht. ‘Dus je houdt niet van het lichaam van een ballerina?’
Er verscheen een grijns op zijn gezicht en hij probeerde haar weer omlaag te trekken. ‘Ik denk dat je wel weet wat ik van jouw lichaam vind, Roxie.’
Dat was niet goed genoeg. Ze verzette zich tegen zijn getrek en trommelde afwachtend met haar vingers op zijn borst.
Zijn grijns werd nog breder. ‘Oké, je hebt niet alleen een mooi lichaam, maar je beweegt je ook goed. Je weet wat je doet, maar tegelijkertijd is het alsof het onbewust gaat. Echte natuurlijke gratie zoals ik die nooit eerder bij iemand heb gezien.’
‘Ga maar door met de complimentjes, want over mijn borsten ben ik nog steeds wat onzeker.’
Hij lachte harder. ‘Je borsten zijn prima.’
‘Met push-up beha.’
‘Ik vind ze het mooist zonder beha, zoals je heel goed weet.’ Zijn brede palm gleed van haar buik naar haar ribbenkast. ‘Met mooie tepelkwastjes erop zou je het goed doen als revuemeisje,’ zei hij plagend.
‘Ja, van tepelkwastjes weet jij zeker alles af,’ zei ze, terwijl ze wegdraaide om uit bed te gaan.
Voor ze dat kon doen, had hij haar vastgegrepen en was hij op haar gerold. ‘Zou je fulltime willen dansen?’ Zijn mond zweefde boven haar borsten.
‘Vroeger wilde ik dat,’ antwoordde ze ademloos, afgeleid door wat zijn tong aan het doen was. ‘De realiteit is dat er niet veel mensen zijn die kunnen rondkomen van het dansen. Zelfs als dat wel kan, is dat niet voor lang. Voor je het weet, heb je artritis.’
‘Je kunt toch proberen er je beroep van te maken?’
‘Het is te laat voor klassiek,’ zei ze kreunend. ‘Ik ben al op mijn retour.’
Hij lachte en liet zijn vingers plagend omlaag glijden. ‘Er zijn ook andere vormen van dans.’
‘Het spijt me je teleur te moeten stellen, Gabe,’ hijgde ze, ‘maar ik denk niet dat revuedansen iets voor mij is.’
Zijn vingers gingen onverstoorbaar verder met plagen. ‘Je zou les kunnen geven, of pasjes bedenken voor de Blades, of je eigen winkel beginnen in danskleding. Je werkt toch graag in een winkel?’
Zijn ideeën bevielen haar wel. Een eigen winkel met een dansstudio erboven om les te geven of zoiets. ‘Ik ben dol op danskostuums,’ zei ze.
‘Nou, dan denk ik echt dat je een keer een kostuum met tepelversieringen moet proberen,’ zei hij. Zijn stem werd dieper van het lachen, terwijl ze onder hem lag te kronkelen. ‘Er zijn niet veel vrouwen die ze kunnen dragen, dus dat is echt een compliment.’
Ze mompelde een bijvoeglijk naamwoord dat zo kleurrijk was dat hij zich oprichtte en haar abrupt nam.
Een tijd later lag ze volledig ontspannen en uitgeput uit te rusten met haar hoofd op zijn schouder. Heel vaag hoorde ze een stemmetje in haar achterhoofd zeggen dat ze nu echt terug moest naar haar eigen huis, maar ze was zo moe en had het zo lekker warm. Het was heerlijk zo dicht bij iemand te zijn.
‘Mis je je grootouders?’ vroeg hij zacht, haar schouders masserend met zijn vingertoppen.
Slaapdronken antwoordde ze automatisch: ‘Iedere dag.’
‘Heb je er nooit aan gedacht om je vader op te sporen?’
‘Ik heb geen informatie waarmee ik iets kan,’ mompelde ze, terwijl haar oogleden dichtvielen.
‘Weet je echt helemaal niets?’
Zijn vraag leek van heel ver te komen, maar ondanks haar vermoeidheid kwam er ineens een woordenstroom op gang. ‘Er is niemand aan wie ik het kan vragen en er staat niets in de papieren die ik heb. De dag nadat ik ben geboren, is mijn moeder naar Engeland vertrokken en nooit teruggekeerd. Ik heb mijn grootouders er een paar keer naar gevraagd, maar die wilden alleen vertellen dat mijn moeder nogal op haar vrijheid was gesteld en zich niet had willen binden aan mijn vader, en ik wilde ze niet kwetsen door aan te dringen. Zij hebben me grootgebracht en ze hadden het al moeilijk genoeg met het losbandige leven van hun dochter. Om dat te compenseren heb ik me altijd heel braaf gedragen. Ik deed nooit iets wat hen van streek zou kunnen maken, ook niet in mijn pubertijd. Later werd oma ziek en had ze me nodig. Toen mijn opa.’
Ze wilde ontsnappen aan de herinneringen die haar meedogenloos bestookten, maar dat lukte niet. Ze had een heel andere jeugd gehad dan haar leeftijdgenoten en vriendinnen, maar ze had geleerd niet over haar problemen thuis te praten. Dat was te deprimerend en niemand kon er iets mee. Bovendien was het makkelijker er niet over te praten, omdat ze het onvermijdelijke verlies maar nauwelijks had kunnen accepteren.