‘Ja, nou, mijn vader wilde niet dat ik medicijnen ging studeren. Je kijkt naar Gabriel Andrew Hollingsworth de zesde. Ik ben de eerste in zes generaties die zijn familie heeft verraden en van het land af is gelopen.’
‘Ben je onterfd?’ vroeg ze voor de grap.
‘In eerste instantie wel, maar ik was niet van plan me te bedenken. Ik wil mijn leven niet laten dicteren door de verwachtingen van anderen.’ Hij stopte weer een tomaat in zijn mond.
Dus vrijheid was belangrijk voor hem. Ze liep naar de kraan aan de achterkant van de garage om de geur van tomaten van haar vingers te spoelen. ‘Hoe ben je losgebroken?’ vroeg ze, terwijl hij naast haar kwam staan, wachtend op zijn beurt bij de kraan.
‘Op mijn zeventiende ben ik naar de stad gevlucht. Het was niet makkelijk om tegen de wens van mijn hele familie in te gaan. Al vanaf mijn geboorte kreeg ik te horen dat het boerenbedrijf op een dag van mij zou zijn, mijn verantwoordelijkheid, enzovoort.’
‘Zijn ze je achterna gekomen?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘We hebben meer dan een jaar niet met elkaar gesproken.’
‘Dat is vreselijk.’ Hoe hadden zijn ouders hem dat kunnen aandoen? Bovendien, hij was alles wat ze zich maar konden wensen van een zoon.
‘Zo erg was het niet.’ Hij glimlachte toen hij de uitdrukking op haar gezicht zag. ‘Ik had vrienden. Ik studeerde, speelde rugby, en ik hield contact met mijn zus die op kostschool zat. Eerlijk gezegd miste ik de lammetjes en mijn hond het meest.’
‘Had je lammetjes?’ Ze was even afgeleid door het schattige plaatje dat zich in haar hoofd vormde. Vervolgens was ze nog meer afgeleid toen Gabe water dronk uit het kommetje dat hij vormde met zijn hand.
‘Ieder seizoen nam ik de wezen onder mijn hoede en bracht ze groot met de fles,’ legde hij uit nadat hij klaar was met drinken.
Ze vroeg niet of ze die lammetjes opaten met kerst.
‘Nee, we aten ze niet op,’ zei hij, haar gedachten radend. ‘Het waren huisdieren. Hoe dan ook, ma werd steeds kwader en kwader op mijn vader. Uiteindelijk hebben ze een enorme ruzie gehad.’
‘Hoera voor je moeder.’
‘Ze stond erop dat pa en ik zouden praten. Ik heb tegen hem gezegd wat ik met mijn leven wilde doen en dat hij dat moest accepteren als hij deel wilde uitmaken van mijn toekomst.’
Hij had het hard moeten spelen om zijn vrijheid te krijgen, maar ze bewonderde zijn moed. ‘Dat deed hij?’
‘Uiteindelijk.’
Wauw. Het was dan wel goed afgelopen, maar het gebrek aan steun moest hem hebben aangegrepen. ‘Hoe zit het met je zus? Had je vader ook grootse plannen met haar?’
‘Nou, dat is het ironische, zij is dol op het boerenleven, maar zij is een meisje.’
‘O, en meisjes kunnen geen boeren zijn?’
‘Zo zag mijn vader dat.’
Ze voelde net zo met zijn zus mee als met hem. Haar grootouders hadden altijd van haar gehouden en haar op iedere mogelijke manier gesteund. Dat zij haar dromen niet had kunnen verwezenlijken, kwam alleen doordat ze ziek waren geworden. ‘Dat is gewoon waanzin.’
‘Ja, hè?’
Met de rug van zijn hand veegde hij langs zijn mond. Er bleven een paar druppeltjes water zitten, net onder zijn lip. Ze wilde ze graag weg kussen.
‘Dus mijn vader wilde een erfgenaam om de boerderij over te nemen en mijn zus wilde het dolgraag doen, maar hij kon dat niet inzien,’ ging hij verder. ‘Ik heb haar aangeraden weg te gaan om haar eigen ding te gaan doen en haar beloofd dat ik haar zou steunen.’
Nu kreeg ze ook een beetje medelijden met zijn moeder. Het moest hard geweest zijn dat allebei haar kinderen het gevoel hadden dat ze moesten ontsnappen.
‘Mijn zus is cum laude afgestudeerd aan de landbouwuniversiteit. Je had pa moeten zien bij de diploma-uitreiking. Zo trots als wat. Nu werken ze samen op de boerderij en is alles vergeven en vergeten.’
Was dat zo? Zoiets als hij had meegemaakt, liet zijn sporen na, en dat hoorde ze ook in zijn stem. ‘Is het het allemaal waard geweest?’
‘Zeker. Niemand vertelt mij wat ik met mijn leven moet doen. Ik wil niet ingeperkt worden,’ zei hij nadrukkelijk. ‘Daarom vind ik het denk ik ook leuk voor het rugbyteam te werken. Zo help ik de jongens hun ambities te realiseren. Iedereen zou vrij moeten zijn om zijn dromen na te jagen.’ Hij wierp haar een gegeneerde blik toe. ‘Dat klinkt wel een beetje weeïg, hè?’
‘Nee,’ zei ze eerlijk. ‘Wat vindt je familie nu trouwens van je werk?’
‘Handig, omdat ik vip-kaartjes voor hen kan regelen voor alle belangrijke wedstrijden,’ zei hij lachend.
‘Ik denk dat ze hun eigen kaartjes wel zouden kunnen betalen als ze dat wilden, of niet?’