O, hij was meer dan acceptabel, maar dat ging ze niet zeggen, want zijn ego was al groot genoeg. ‘Een beetje.’
‘Een beetje?’ vroeg hij beledigd. ‘Dokters redden levens.’
Ze wierp hem een plagende blik toe. ‘Hoeveel levens red jij, Gabe? Je bent sportarts.’
‘Heel veel eigenlijk,’ zei hij ernstig. ‘Je moet het zo zien. Beroepssporters trainen iedere minuut van de dag voor dat ene doel, brengen er vele offers voor. Als ze geblesseerd of gewond raken, lopen ze het risico dat alles hen door de vingers glipt. Dan willen ze niets liever dan een dokter bij de hand hebben.’
Daar had hij een punt. ‘Wilde je familie niet dat je medicijnen ging studeren?’
Hij knikte. ‘De eerstgeboren zoon moet het boerderij- imperium overnemen. Dat is heilig.’
Nu werd ze echt nieuwsgierig. ‘Ben jij de eerstgeboren zoon?’
‘Hm-m.’
‘Hoeveel kinderen hebben je ouders?’
‘Alleen mijn zus en ik.’
Ze vroeg zich af hoe zijn zus was, hoe zijn ouders waren. Ze vroeg zich van alles af wat ze zich niet zou moeten afvragen. ‘Dus je wilde de boerderij niet?’
‘Zie ik eruit als een boer?’ grapte hij.
Gekleed in een modieuze spijkerbroek, T-shirt en sportschoenen zag hij er niet bepaald uit als een boer, nee. ‘Dan moet je zeker te hard werken, hè?’ Ze kon het niet laten hem te plagen.
‘Ik hou van het platteland, maar ik wil er niet wonen. Ik ben meer een stadsmens.’
‘Omdat de vrouwenpopulatie daar groter is?’
‘Precies.’ Hij grinnikte. ‘Ik heb de variëteit nodig, maar mijn familie is het er niet mee eens.’
‘Vanwege de vrouwen of het gebrek aan interesse voor het boerenbestaan?’
‘Allebei.’ Hij knipoogde. ‘Ik ben het zwarte schaap.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Zo erg ben je niet. Kijk eens naar hoe hard ik mijn best moest doen om ervoor te zorgen dat je met me naar bed ging.’
‘Ja, maar dat kwam doordat ik mijn zondige gedrag probeerde te veranderen.’
‘O, waarom?’ vroeg ze belangstellend.
Ineens was hij heel geïnteresseerd in een cherrytomatenplant. Hij boog voorover om te kijken of de tomaatjes al rijp waren. ‘Iets vertelt me dat je dat al weet.’
‘Diana,’ zei ze zacht.
Hij draaide zich naar haar toe. ‘Wat hebben ze je verteld?’
‘Het eerste wat ze deden toen ik bij de Blades kwam, was me voor jou waarschuwen.’
Zijn wenkbrauwen schoten omhoog. ‘Maar jij negeerde dat.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik ben niet zo kwetsbaar als zij blijkbaar was.’
Met een ongemakkelijke uitdrukking draaide hij zich weer naar de plant toe en begon tomaten te plukken. ‘Ze was geestelijk niet gezond. Dat wist ik niet toen we begonnen met afspreken.’
‘Wat gebeurde er?’ Ze ging naast hem staan en stak haar handen uit zodat hij zijn groeiende verzameling tomaten erin kon leggen.
Hij vermeed het te antwoorden door een tomaat in zijn mond te stoppen. Vervolgens deed hij hetzelfde bij haar.
Het had iets intiems dat hij haar voerde, maar dat negeerde ze. Vastberaden bleef ze hem aankijken, wachtend op een reactie.
‘Oké, we hadden een paar dates gehad en toen maakte ik er een eind aan. Intussen had zij zich in haar hoofd gehaald dat we zielsverwanten waren of zoiets. Het werd heel onaangenaam en ze werd steeds hysterischer. Ze stond vaak ineens voor de deur, kwam langs op feesten waar ik ook was. Toen ik op reis was met het team, trok ze zomaar bij me in. Al haar spullen stonden er en ze gedroeg zich als een waanzinnige. Het was gewoon gevaarlijk. Ze dreigde met van alles. Ik belde een vriend die psychiater is. Samen hebben we haar familie gebeld. Het was erg, het was echt erg. Daarna heb ik besloten om even helemaal te stoppen met daten.’
Blij dat hij het haar had verteld, liep ze naar de tuintafel om de tomaten erop te leggen. Het beviel haar ook dat hij het vervelend had gevonden dat er iemand gekwetst was, ook al was dat niet echt zijn schuld geweest. Diana had al problemen gehad. Die waren gewoon naar de oppervlakte gekomen bij Gabe. Arme kerel. Ze vond niet dat hij zichzelf maandenlang moest straffen om zoiets.
Ze glimlachte naar hem toen hij haar volgde om nog meer tomaten bij de verzameling te leggen. ‘Je weet toch dat ik je niet zal gaan stalken, hè?’
‘Ja, dat weet ik.’ Hij verbrak het oogcontact en staarde naar de tuin.
Om de gespannen stilte die volgde te verbreken, vroeg ze: ‘Wat vindt je familie dan van je carrière? Ze kunnen toch niet teleurgesteld in je zijn? Je bent arts.’
Dat bracht een flauwe glimlach op zijn gezicht. ‘Ook al is het slechts een sportarts?’
‘Je weet dat ik alleen maar plaagde.’ Ze had zelf gezien hoeveel aanzien hij genoot in het stadion. Het team vertrouwde echt op hem.