‘Waar slaat dit op? Waarom besluip je me zo?’ vroeg ze hijgend.
Het was ziek, hoezeer hij ervan genoot haar zo moeizaam te voelen ademhalen. Zijn eigen ademhaling was ook niet bepaald gelijkmatig. Wauw, wat waren haar ogen blauw vanochtend, en wat zag haar haar met blonde highlights er fantastisch uit, zo in die losse vlecht met plukjes om haar gezicht. ‘Jou een lesje leren,’ mompelde hij, terwijl hij zijn armen weer steviger om haar heen sloeg.
‘Wat voor lesje?’ vroeg ze verbijsterd.
‘Dat je niet alleen in de tuin je oefeningen moet gaan doen, omdat iemand je dan kan besluipen.’
‘Alleen een griezel zou zoiets doen.’
Een griezel zoals hij. ‘Juist, dus moet je voorzichtiger zijn.’
Roxie werd heen en weer geslingerd tussen woede en begeerte. Eerst won de boosheid. Ze bewoog snel met haar knie omhoog en stopte pas op enkele centimeters van zijn kruis. ‘Ik had je flink kunnen raken,’ zei ze ernstig.
Hij knikte. ‘Bedankt dat je dat niet hebt gedaan. Ik heb geen kinderwens, maar het is wel fijn als de fysieke mogelijkheid er is.’ Hij ging anders staan zodat ze het niet nog eens kon doen, maar hij liet haar nog niet los. ‘En als ik nu een wapen had gehad?’
‘Wat wil je nu eigenlijk bereiken?’ vroeg ze ronduit. ‘Dat ik me niet meer veilig voel in mijn eigen achtertuin?’
‘Nee, zo bedoelde ik het niet.’ Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Ik vind gewoon dat je voorzichtig moet zijn.’
‘Ik ben voorzichtig, Gabe. In het jaar dat ik hier alleen woon, heeft nog niemand de moeite genomen in te breken.’ Er was ook niemand geweest die de moeite had genomen om op bezoek te komen. Al jaren niet.
De stilte strekte zich tussen hen uit. Ze was zich vaag bewust van haar gejaagde ademhaling, van die van hem, van hoe dicht ze tegen elkaar aan stonden. Verder werd ze volledig in beslag genomen door de emotie die ze in zijn ogen zag. Ze wist niet wat die betekende.
‘Ik wel,’ zei hij uiteindelijk.
Wat moest ze daar nu weer van denken? Haar ademhaling werd dieper, rustiger. Die van hem ook. Ze besefte dat het idioot was, zoals ze hier stonden, elkaar aanstarend, maar ze was als verlamd. Ook besefte ze ineens dat hij had gejogd en dat haar handen op zijn warme gespierde schouders rustten. Erg opwindend. ‘Ga je iedere ochtend hardlopen?’ vroeg ze zacht.
Hij knikte. ‘Ik heb moeite met slapen. Hier.’
‘Heb je er last van dat ik de tuin doe?’
‘Ja.’
‘O.’ Vervelend, maar daar ging ze niet mee stoppen.
‘Heb je de tuin altijd zelf onderhouden?’ vroeg hij, terwijl hij zo mogelijk nog dichterbij kwam staan.
Ze knikte langzaam.
‘Daarom ben je dus zo bruin, en zo getraind.’
O, die stem was hypnotiserend, híj was hypnotiserend. ‘Ja, en ook door het dansen.’ Ze ontspande zich even tegen hem aan, waarop ze zijn spanning juist voelde toenemen.
‘Het dansen,’ herhaalde hij zacht mompelend. ‘Ja.’
‘Die oortelefoontjes heb ik in om de buren niet te storen.’
‘Het helpt niet. Je stoort deze buurman.’ Hij verstevigde zijn greep op haar middel. Toen verplaatste hij zijn vingers en schoof haar T-shirt iets omhoog waardoor haar blote huid zichtbaar werd.
Onwillekeurig huiverde ze van anticipatie en genot. En nog eens. O, dit was fijn. Dit was heel, heel erg fijn.
‘Dit is erg.’ Hij leek exclusief tegen haar lippen te praten. ‘Dit gebeurt niet.’
‘Waarom niet?’ Ze liet haar tong over haar bijzonder droge onderlip glijden.
Hij werd nog gespannener. ‘Ik wil geen relatie.’
‘Ik ook niet,’ verzekerde ze hem.
Hij bleef stil.
Doordat hij haar zo stevig vast bleef houden en haar zo intens aankeek, vatte ze moed. ‘Wat ik wel zou willen, is dat je…’
Nog steeds zweeg hij, maar het vuur in zijn blik laaide op.
‘…me een dienst bewijst,’ ging ze verder, haar stem fluisterzacht.
‘Wat?’ Zijn ogen bleven vastgeplakt aan haar mond.
Ze wist niet of hij wel luisterde, maar daar kwam ze snel genoeg achter. ‘Dat je met me naar bed gaat.’
Zijn blik vloog naar die van haar.
Haar kin een beetje optillend, bleef ze hem dapper aankijken.
Zijn lippen vertrokken iets. ‘Heb je champagne gehad bij het ontbijt?’
Had ze dat maar gedaan, dan was dit heel wat makkelijker geweest. Rustig doorademend herhaalde ze in gedachten haar nieuwe mantra. Ze was een vrije geest die door het leven fladderde en niet bang was te doen wat ze wilde. ‘Ik wil dat je mijn minnaar wordt.’ Ze beet op haar onderlip en voegde er fluisterend aan toe: ‘Mijn eerste.’
Zijn ogen werden groot. ‘Wat?’
Hij had haar gehoord, dus wachtte ze af.