‘Barbino heeft op papier de dagelijkse leiding in de club en wordt in eerste instantie je belangrijkste aanspreekpunt’, zei Rudi. ‘Op dit moment zijn rechercheurs bezig zijn gangen na te gaan, ook financieel, maar dat is een tijdrovende klus. Alles wat jij uit hem los kan krijgen, is meegenomen. Over de moorden heeft hij weinig te zeggen. Hij beweert dat hij de slachtoffers niet kent, wat zou kunnen kloppen, want de Soixante Neuf trekt vele duizenden bezoekers per jaar. Barbino houdt zich voornamelijk bezig met de vijftig belangrijkste bezoekers – degenen die het vaakst komen en het meeste geld inbrengen – en laat veel van de dagelijkse beslommeringen over aan zijn zoon Alexander.’ Hij drukte op een knop en een nieuwe foto verscheen. Een jongere man, met duidelijk dezelfde trekken als Barbino, maar dan knapper. ‘Dit is hem. Ook hij kan een belangrijke bron van informatie zijn. Uiteraard is hij al uitgebreid verhoord, maar hij zegt niet veel te weten. Misschien is hij in het dagelijks leven wat loslippiger.’
Sanne knikte en prentte het gezicht van de man in haar gedachten. Ze zou alle foto’s nog krijgen, maar ze wilde zo snel mogelijk de hoofdrolspelers kennen.
‘En dan door naar de slachtoffers.’ Rudi klikte naar de volgende sheet van de briefing. De foto die op het scherm verscheen, stond in schril contrast met de vorige twee. Sanne kneep haar ogen samen. Ze zag een man, die op zijn zij op een bed lag. Zijn linkerarm lag onder zijn lichaam, zijn rechter was over een paars kussen gevouwen. Hij omklemde het kussen alsof het een vrouw was die hij tegen zich aantrok. Het gebaar paste niet bij zijn gezicht. Hij had zijn ogen opengesperd, wat hem een angstige uitdrukking gaf. Hoogstwaarschijnlijk was dat ook het laatste wat hij had gevoeld: angst. Als hij tenminste had gezien dat iemand met een mes op hem af was gekomen en de huid van zijn buik ter hoogte van zijn navel had doorboord. Het was alsof de moordenaar het mes erin had gezet en het vervolgens naar beneden had getrokken. Een rafelige wond was het gevolg. Sanne fronste. Als dit een seksueel getinte moord was, was het eigenlijk raar dat het mes net boven het geslachtsdeel van de man eruit was getrokken. Was de moordenaar gestoord? Of wilde die hier iets mee duidelijk maken?
‘Dit is Antoine Verbiest’, zei Rudi. ‘Een zevenenveertigjarige ondernemer uit Antwerpen. Hij is een regelmatige bezoeker van de Soixante Neuf, hij komt ongeveer eens in de twee maanden. Hij is ongetrouwd, geen kinderen en zijn strafblad is blanco. Hij wordt nog nagetrokken, maar op het eerste oog lijkt hij geen vijanden te hebben. Hij is groot geworden met een papierhandel en heeft inmiddels een aardige boterham verdiend met zijn business, maar geld lijkt niet het motief van deze moord. Zijn portefeuille lag nog op het nachtkastje, met vierhonderd euro in contanten. Dat is minus het bedrag dat hij eerder die avond had betaald aan Lisa, zijn favoriete escortdame.’
Rudi pauzeerde even om die informatie te laten inwerken. Daarna ging hij door: ‘Het slachtoffer is gevonden in de suite die hij eerder die avond met Lisa deelde. Maar nadat hij er met haar is geweest, is hij nog beneden gezien. Hij heeft wat gedronken aan de bar, maakte een praatje met de bardame en is daarna niet meer gezien. We weten nog niet of hij zelf naar boven is gegaan, of door de moordenaar meegelokt is. Er zijn allerlei scenario’s denkbaar. Mogelijk is hij zijn portefeuille vergeten in de suite en is hij daarom teruggekeerd. Wie zal het zeggen? In elk geval is hij opnieuw in de suite terechtgekomen, die nog niet door de housekeeping was opgeruimd. Het was die avond niet echt druk, en dan worden de kamers na gebruik afgesloten en pas na sluitingstijd schoongemaakt. Een van de medewerkers heeft het slachtoffer daar even na middernacht gevonden. De patholoog heeft het tijdstip van overlijden geschat op ergens tussen halftien en twaalf.’
‘Wat zegt de houding waarin hij is gevonden?’ vroeg Sanne. ‘Die is niet echt alledaags, zo met dat kussen.’
‘Let op.’ Rudi klikte door. De volgende foto was een close-up van een kaartje. Het leek op een speelkaart, maar zonder de gangbare symbolen die daarbij hoorden. Sanne hield haar hoofd een beetje scheef. Op het kaartje stonden getekende poppetjes, een man en een vrouw die op hun zij tegen elkaar aan lagen, de man achter. De man op het kaartje lag in precies dezelfde positie als het slachtoffer. Er stond iets boven geschreven in krullerige letters, waarschijnlijk de naam van het standje. Het was niet leesbaar, omdat er bloed op de kaart zat.
‘Een aandenken?’ zei ze met opgetrokken wenkbrauwen.
Rudi knikte. ‘Daar lijkt het op. Bij het volgende slachtoffer kregen we er ook eentje. De kaarten en de houdingen waarin de slachtoffers zijn gevonden maken duidelijk dat de moordenaar zich laat inspireren door de oosterse liefdeskunst.’ Rudi tikte op het dossier voor zich op tafel. ‘In de media is de bijnaam “Kamasutra-killer” al opgedoken. Dit slachtoffer is gevonden in de zogenaamde “lepelhouding”. Maar of dat een hint is of een willekeurig gekozen houding, weten we natuurlijk niet.’