Uiteindelijk bereikte ze het hek van de club. Ze reed de statige oprit op en hoorde het grind onder haar wielen knerpen. Ze ging rechts, naar de parkeerplaats voor personeel net achter het huis. Er stonden een paar auto’s, sommige met buitenlandse kentekens. Sanne wist dat sommige meisjes blind waren gevaren op de verhalen van een vriendin of nicht die de tocht naar Nederland had ondernomen. Ze waren gewoon in de auto gestapt, ergens in Oekraïne of Slovenië of een ander land waar hun toekomst er weinig rooskleurig uitzag. Je moest aardig wanhopig zijn, dacht ze, om de tocht van duizenden kilometers af te leggen, naar het onbekende, niet wetend of je daar wel een baan zou kunnen krijgen. En dan waren de meisjes die in de Soixante Neuf werkten waarschijnlijk nog de gelukkigen. Onwillekeurig schudde ze haar hoofd. Zelf wist ze dat er een moment kwam dat ze de deur achter zich dicht kon trekken en kon terugkeren naar haar normale leven, maar wat als je hier jaar in jaar uit werkte? Als je altijd maar weer die mannen aan hun trekken moest laten komen, moest toestaan dat ze aan je zaten, begerig, bezitterig. Toen Rudi had gezegd dat ze als callgirl aan de slag moest, had het haar niet eens al te moeilijk geleken. Een beetje seks met mannen die dat thuis niet kregen, en dat was het dan. Maar inmiddels moest ze toegeven dat ze de baan misschien toch wat had onderschat. En dan had ze waarschijnlijk nog niet eens de echt moeilijke klanten gehad, waar ze haar collega’s weleens over hoorde praten. Degenen met de extreme wensen en duistere verlangens, waaraan je had te voldoen want dat was nou eenmaal de reden dat ze naar de club kwam. Ze prees zichzelf gelukkig dat dit maar tijdelijk was. Dat ze kon terugkeren naar haar eigen leven.
Ze zette de motor af en bleef even achter het stuur zitten. De regen striemde over de voorruit naar beneden en ontnam haar het zicht nu de ruitenwissers hun werk niet meer deden. De uitzichtloosheid. Was het genoeg om door te draaien? Of redeneerde ze te veel vanuit zichzelf. Ze kon er maar niet de vinger op leggen. Was deze baan voor de meiden die hier werkten een zegen of een vloek?
Met die gedachte in haar hoofd stapte ze uit. Ze hield haar tas boven haar hoofd om haar zorgvuldig geföhnde haar te beschermen tegen de regen. Met drie stappen was ze bij de achterdeur. Ze liep naar de woonkamer, waar een opgewonden sfeer heerste. Zelfs Alexander was er, zag ze.
‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg ze een beetje verbaasd.
‘Heb je het niet gehoord?’ antwoordde Nancy, een jonge Amsterdamse die het dichtst bij haar stond. ‘Er is iemand gearresteerd voor de moorden!’
Sanne schakelde snel om. ‘O, echt?’ vroeg ze, oprechte verbazing veinzend. ‘Ik heb er niks over gehoord.’
‘Het was net op het nieuws en de politie heeft Alexander ook al gebeld. Het is de echtgenote van Haasdonk!’
‘Dat meen je niet!’
‘Ja, bizar hè?’ Lisa had blosjes op haar doorgaans intens bleke wangen. ‘Ze schijnt de club te hebben bedreigd.’
‘Serieus?’
Xaviera kwam er ook bij staan. ‘Maar ze wisten niet dat zij het was’, vulde ze aan. ‘Anders was ze natuurlijk wel eerder gepakt. Alleen nu hebben ze haar telefoon gescand.’
‘Echt waar?’ vroeg Sanne, zich onderwijl afvragend hoe Xaviera in vredesnaam bij dat woord kwam.
De vrouw knikte heftig. Haar donkere haar danste op haar schouders. ‘En zo hebben ze ontdekt dat zij zo vaak heeft gebeld. Terwijl ze tegen de politie had gezegd dat ze helemaal niet wist dat haar man hier kwam.’
‘Werkelijk?’ Sanne hield zich een beetje op de vlakte, maar Xaviera leek het niet te merken.
‘Ik had het echt nooit verwacht’, zei ze hoofdschuddend. ‘En ik heb haar ook helemaal niet gezien hier.’
‘Dat zegt niet alles’, zei Sanne. ‘Zo moeilijk is het niet om hier op een drukke avond ongezien rond te lopen.’
‘Dat is waar. Hoewel...’ Xaviera tikte met haar vinger tegen haar lippen. ‘Het zou mij wel opvallen als zo’n vrouw hier ineens zou opduiken.’
Sanne knikte wat. Wat Xaviera zei had ze zelf ook al bedacht. Het was druk geweest op de avond dat Eugène Bladel werd vermoord, maar dan nog zou een vrouw alleen toch best een opvallende verschijning zijn geweest in de club?
‘Ze werd afgeleid doordat Alexander langs haar heen liep. Blijkbaar waren de gemoederen genoeg gesust. Even ving ze zijn blik. Die was onpeilbaar. Ze vroeg zich af of hij erin geloofde dat de dader nu bekend was. Eerlijk gezegd dacht ze van niet.
Alexander verdween en tegelijkertijd kwam Felicia binnen. Ze was vandaag gekleed in een knalrood jurkje en droeg torenhoge hakken. Haar blonde haar was opgestoken alsof ze net een paar uur bij de kapper had gezeten. Wat misschien ook wel zo was, bedacht Anne. Het nieuws dat er een verdachte was aangemerkt werd best groot opgepakt in de media en misschien dacht Felicia dat ze straks voor de camera moest verschijnen. Sanne kon er niks aan doen dat haar blik cynisch werd. Net op dat moment keek Felicia haar recht aan. Voor zover er al warmte in haar blik had gezeten, verdween die er meteen uit. Sanne huiverde. Vriendinnen zouden ze waarschijnlijk nooit worden.