Maar toch. Eugène Bladel was gestorven terwijl zij een verdieping lager mannen stond te verleiden. Een gekwalificeerd medewerker van de politie op een paar meter afstand en toch had Bladel zijn bezoek aan de Soixante Neuf met de dood moeten bekopen. Het klopte niet.
Ze greep het stuur steviger vast. Ze mocht dit niet laten gebeuren.
Een halfuur later knipte ze het licht op het kale nachtkastje uit. Met open ogen lag ze in het donker. Ze was moe, maar wist nu al dat ze niet kon slapen. Er ging te veel door haar hoofd. Ze zag Bladel voor zich, zoals ze hem woensdag had gezien. Iets te zwaar, iets te oud. Kansloos was het woord dat door haar gedachten had gespeeld. Kwamen alleen kansloze mannen naar de Soixante Neuf? Meteen dacht ze aan Ricardo. Nee, niet alleen maar. Maar veel waren als Bladel. Geld genoeg om een vrouw te kopen, maar geen tijd en energie besteed aan het opbouwen van een relatie. Die tijd en energie was in hun werk gaan zitten. Steeds meer, steeds hoger, steeds geslaagder. Thuis was het leeg. Koud, misschien wel. En dan misten ze iets wat ze niet konden kopen. Het beste alternatief was de Soixante Neuf, of een van de vele andere clubs, escortbureaus of telefoonlijnen die dreven op dit soort mannen. Geslaagd in hun werk, gefaald in de liefde.
Met een zucht draaide ze zich op haar zij. Was dat onvermijdelijk? Was vol voor je werk gaan, de beste willen zijn, het recept voor eenzaamheid? Die gedachte vervulde haar met een onbestemd gevoel. Ze ging vol voor haar werk. Ze wilde de beste zijn. Falen was geen optie. Ze had gefaald, één keer, en dat ging haar niet nog een keer gebeuren. Ze had zichzelf beloofd harder te werken dan anderen, beter te worden dan anderen, hoge doelen te stellen en alles te doen die te halen.
Maar ten koste van wat?
De leegte van Bladels leven zette haar aan het denken. Onwillekeurig trok ze een parallel met haar eigen leven, al had ze aan twee handen niet genoeg om de verschillen op te sommen. Maar toch. Ze was alleen. Ze richtte zich op haar werk. Een relatie met haar hebben, was niet makkelijk. Iemand vinden die haar begreep, zich niet liet afschrikken door haar gedrevenheid, haar vasthoudendheid, haar neiging om alles aan de kant te gooien om te slagen, was een behoorlijke opgave. Zoals nu. Ze kon niet zeggen waar ze aan werkte, waar ze was of hoelang het ging duren. Was het niet veel te veel gevraagd van een partner om daar begrip voor op te brengen?
Ze gooide zich op haar andere zij en probeerde die gedachte te blokkeren. Ze was vierendertig, geen tweeënzestig, zoals Bladel. Ze had haar kans niet gemist, ze was onafhankelijk. Ze stond open voor een relatie. Heel even verscheen Ricardo in haar gedachten, maar net zo snel zette ze hem in haar hoofd aan de kant. Ze moest een beetje lachen om zichzelf, haar eigen naïviteit. Hij zag haar als callgirl. Hij betaalde geld om met haar te kunnen doen wat hij wilde. Als hij een relatie wilde, kwam hij niet in de Soixante Neuf. Bovendien, ze hoefde zich niet per se te binden. Haar leven beviel haar ook zoals het nu was. Natuurlijk waren er dingen die ze miste, hier, alleen in een groot tweepersoonsbed. Warmte, genegenheid, interesse. Haar gedachten gingen terug naar Bladel. Hij moest dat ook hebben gemist. Of misschien maakte het hem niet uit. Vond hij betalen voor seks een aanvaardbaar alternatief, en interesseerde de rest hem niet. Misschien was zijn leven als geslaagd, en gehard, zakenman genoeg.
Gehard. Dat woord bleef hangen. School daar een aanwijzing in? Bladel kwam over als zachtaardig, een beetje verlegen bijna. Maar met die houding bouwde je geen succesvol bedrijf op. Er moest meer zijn, een andere kant. Had hij iemand kwaad gemaakt? De verkeerde mensen geïrriteerd? Het was niet moeilijk de Soixante Neuf binnen te komen en niet op te vallen. Het zou vast geen grote opoffering zijn om een uurtje met een van de meisjes te besteden. Een mannetje op wacht, die in de gaten hield wanneer Bladel alleen was, en de moord was eigenlijk een koud kunstje. Mocht er iets toch niet helemaal volgens plan verlopen, dan was een flink pak cash een goed middel om dat af te dekken. Sanne was ervan overtuigd dat alle meisjes gevoelig waren voor geld. Onder het flinterdunne laagje loyaliteit aan hun werkgever ging een honger naar geld schuil. Geld om familie te onderhouden, die diep in Rusland zoud creperen zonder de constante cashflow uit Nederland. Geld voor dure kleding of schoenen, waar ze dol op waren. Geld voor drugs, ook al wisten ze allemaal dat Barbino het gebruik ervan niet tolereerde binnen de muren van de club. Maar controleren deed hij het niet, dus zo groot was het risico niet. Sanne kon zelfs wel begrijpen dat de meisjes naar verboden middelen grepen. Elke avond, week in week uit, jaar in jaar uit, dit werk doen, met een uitzichtloosheid waar je treurig van werd – er waren mensen voor minder aan de drugs gegaan. Een stapel contant geld die je werd aangeboden voor de kleine opoffering de andere kant op te kijken en je mond te houden, was waarschijnlijk het verschil tussen heroïne en cocaïne.