Ze bleef staan, vijf minuten, tien minuten. Rudi kwam niet terug en er was ook nog geen agent bij haar gekomen voor een getuigenverklaring. Ze rekte haar nek zodat ze net de overloop kon zien. De technische recherche krioelde de kamer in en uit. Van een afstand zag het er altijd uit alsof ze maar wat door elkaar liepen, maar Sanne wist dat ze werkten volgens een zorgvuldig systeem. De kans dat bewijsmateriaal werd verprutst of over het hoofd werd gezien, moest zo klein mogelijk worden gehouden.
Ze zag flitsen. De politiefotograaf die de plaats delict in beeld bracht vanaf zo’n beetje alle mogelijke hoeken. Dat was de eerste stap voordat het bewijsmateriaal opgeraapt en verzameld kon worden. Blijkbaar was hij net klaar, want de man met de camera liep de trap af en kroop onder het lint door. Ze drukte zich nog iets verder naar achteren, maar hij had geen aandacht voor de minimaal geklede meisjes. Weer keek ze naar boven. Er was een grote lamp opgesteld, want met het immer gedempte licht in de Soixante Neuf was de kans dat er iets over het hoofd werd gezien groot. Ze zag twee mannen in de weer met plastic zakjes, waar uiterst voorzichtig bewijsmateriaal in werd gestopt. De zakjes werden gelabeld en bij elkaar bewaard. Ze herkende het voorwerp in een van de zakjes. Een kaart. De grootte van een speelkaart en, wist ze zeker, voorzien van getekende figuren en krullerige letters. Zijn handtekening. Ze wist te weinig van de leer van de Kamasutra om te kunnen duiden in welke positie Bladel was aangetroffen, maar daarover zou Rudi haar ongetwijfeld bijpraten.
‘Mevrouw?’ Een jonge agent dook voor haar op. ‘Komt u mee?’
Ze knikte en liet zich meenemen naar de bar, waar de agent haar aan een tafeltje liet plaatsnemen. ‘Ik heb uw paspoort nodig.’
‘In mijn tas.’
Hij liet haar naar de woonkamer lopen om haar tas te halen. Even later overhandigde ze hem het valse document. Hij schreef het nummer over, net als de datum en plaats van uitgifte en haar volledige fakenaam. Haar valse identiteit was goed afgedekt, zelfs bij een check in het register zou niet duidelijk worden dat het om een neppaspoort ging. Dat was het verschil met de fakedocumenten van de politie zelf en de slechte namaakdocumenten die je van schimmige figuren kon kopen. Een bordeauxrood boekje met een echt lijkend identiteitsbewijs erin was niet zo moeilijk te krijgen, maar zodra de identiteit werd gecheckt viel je daarmee finaal door de mand.
De agent stelde wat algemene vragen, hoelang ze hier werkte, hoe ze de sfeer in de club zou beschrijven, wat ze vanavond had gedaan.
‘Is u vanavond iets ongewoons opgevallen?’
Ze deed alsof ze nadacht. Haar werk had haar inmiddels een halve actrice gemaakt. Langzaam schudde ze haar hoofd. ‘Niet echt. Het was druk.’
‘Personen die u niet kende, mensen die zich vreemd gedroegen...’ probeerde de agent haar op een idee te brengen.
Ze keek hem aan met lichte sarcasme. ‘Er komen hier elke avond mensen die ik niet ken. Daar leven we van.’
‘Jullie hebben vaste gasten.’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik werk hier nog maar net. Bovendien komen er meer onbekenden dan vaste gasten.’
‘Iemand die zich vreemd gedroeg?’
‘Allemaal?’
De agent keek haar recht aan. Hij zei niets. Sanne sloeg haar ogen neer, alsof ze de zwaarte van zijn blik voelde. Ze moest haar houding een beetje laten varen, de agent het gevoel geven dat ze meewerkte. Maar niet te veel haar best doen. In haar dagen als rechercheur had ze honderden mensen verhoord. Bij degenen die te hard probeerden had ze altijd een zekere scepsis gevoeld. De braafste jongetjes van de klas, die probeerden vriendjes te worden met de politie. Om wat te verbergen? Ze had het idee dat haar collega’s met dezelfde mengeling van terughoudendheid en sarcasme de politie tegemoet traden als zij nu deed.
‘Niemand in het bijzonder’, beantwoordde ze de vraag. ‘Ik heb vanavond zes mannen gehad. Twee komen hier vaker, al kende ik ze nog niet. De andere vier waren volgens mij nieuw, maar dat weet Barbino beter dan ik.’
‘Wat wilden ze?’
Ze zuchtte en leunde achterover. Terwijl ze praatte, telde ze op haar vingers. ‘Eentje wilde bondage, dus die heb ik met handboeien vastgebonden en bewerkt met een leren zweep. Hij noemde mij “meesteres”, ik hem “slaaf”, en dat vond hij zo opwindend dat hij klaarkwam zonder dat ik er iets voor hoefde te doen. De tweede was zo’n vaste gast, hij wilde wat hij blijkbaar altijd wil: dat hij aan mijn tepels mocht likken terwijl ik hem met mijn hand liet klaarkomen. De derde...’
‘Ja, ja.’ De agent stak zijn hand op. ‘Was er een bij die Kamasutra noemde, of standjes wilde die daarmee samenhangen?’
‘Hm.’ Ze zette haar nadenkende blik weer op. ‘Er was er eentje die wilde dat ik voor hem ging staan met mijn rug naar hem toe en helemaal vooroverboog, zodat ik met mijn handen mijn enkels omklemde. Daardoor kon hij extra diep komen en dat vond hij opwindend. Het zou er eentje uit de Kamasutra kunnen zijn, ik weet het niet.’