Home>>read Slaven van de Klau free online

Slaven van de Klau(95)

By:Jack Vance


Walgend liep hij van de poel weg. Op zijn pols zat een rode zwelling en de botten van zijn onderarm deden pijn. 'We gaan verder,' zei hij met zijn kaken op elkaar. 'Misschien zijn ze verderop toeschietelijker.'

Honderd meter lang stroomde de rivier vlot voort en toen begon hij te vallen. Hij stuiterde over treevormige richels en werd gespleten door grote keien. Over de natte stenen klauterend viel Barch keer op keer net niet. Als hij over zijn schouder keek, zag hij Komeitk Lelianr doodkalm een halve meter boven de rivier wandelen.

'Ik wou dat ik zulke sandalen had,' zei hij jaloers.

Ze antwoordde niet.

'Hoe lang blijven die dingen het doen?'

'Als ze intensief gebruikt worden een maand of twee.'

'En hoe hoog kun jij ermee komen?'

'Vijftig of zestig meter. Of hoger als ik voorzichtig blijf.'

'Loop 's vijftien meter omhoog en zeg me dan wat je ziet.'

Heen en weer wiegend en stappend alsof ze op stelten liep, steeg ze op. De wind kreeg haar te pakken en liet haar over het dal zweven.

Barch haastte zich over de stenen om haar bij te houden. 'Wat zie je?'

'Rotsblokken, nog meer zwarte bomen en een meer.'

'Geen rook? Geen gebouwen?'

'Niets.' Ze daalde weer af met grote glijpassen. 'Denk je dat we iets vinden om te eten?'

'Natuurlijk,' zei hij zelfverzekerd. 'Misschien bij dat meer.'

Een paar minuten daarna werd het dal breder. Voor hen lag het meer, min of meer rond en omringd door eerst een rand drassige grond, vervolgens een strook vaste bodem overwoekerd met doornstruiken. De struiken liepen uit in een uitpuilende groene zak. Barch plukte er een, spleet hem open en rook aan het vruchtenmoes. 'Het ruikt als citroenthee of rum.'

Komeitk Lelianr zei nuchter: 'Waarschijnlijk is het giftig.'

Barch rook nog eens, aarzelend. 'Eén ervan kan me niet al te veel kwaad doen...'

'Je kunt er misselijk van worden.'

'Dan weten we tenminste dat het gif is. Er gaat niets boven de empirische methode.' Hij beet in de zak en kauwde er peinzend op. 'Erg lekker is 't niet.'

'Kijk,' zei het meisje, 'daar heb je dat vliegende beest weer.'

Barch liet de grote bes vallen en keek hoe de vogel met zijn uilenkop, zijn vleermuisvlerken en zijn reigerpoten onbeholpen glijdend op de oever van het meer landde.

'Als we die kunnen vangen,' zei hij, 'eten we geroosterde uil.' Hij raapte een steen op en sloop naar de vogel toe.

De uilereigermuis waadde het water in en bleef bruusk staan met een poot in de lucht. De vrije poot priemde in het water en weer omhoog; een zwarte vorm buitelde door de lucht en landde in een struik.

'Dat lijkt wel een vis,' constateerde Barch. De vogel ging zijn vangst inspecteren. Barch rende met zijn armen zwaaiend naar hem toe. 'Niks daarvan!' Behoedzaam tilde hij de vis uit de doorns terwijl de vogel terug huppelde naar het water. Komeitk Lelianr sloeg het gebeuren met afkeer gade.

Barch gooide haar zijn aansteker toe. 'Maak jij vast een vuur, dan maak ik dit beest schoon.'

Hij legde de vis op een platte steen naast de rivier en zaagde de kop en de staart af met een scherpe, vlakke steen. Met zijn tanden op elkaar spleet hij de zachte buik en begon te trekken, te schrapen en te wassen en uiteindelijk hield hij twee repen taai wit vlees over.

Komeitk had aan de rand van het bos een vuur aan- gelegd. Barch zorgde voor twee dunne groene takken en roosterde de vis zorgvuldig.

'Zo,' zei hij, 'dat ruikt best lekker.' Hij legde de vis op een steen en likte zijn vingers af. 'Het smaakt ook nog goed.'

Komeitk Lelianr at zonder iets te zeggen.

'Zwaar op de maag ligt het niet,' merkte Barch op. 'Maar vandaag verhongeren we in ieder geval niet.' Hij keek weer naar de groene doornbessen. 'Die smaakte niet zo best - maar ik voel nog geen pijnscheuten.' Hij dekte het vuur af. 'Nu moeten we maar eens op onderzoek gaan.'

De lucht schudde onder een explosie in de verte. De echo's dreunden door het dal. 'Wat is dat?'

'Dat is een ontploffing,' legde het meisje ongeïnteresseerd uit. 'Een instabiele substantie wordt in een kleine ruimte opgesloten en dan-'

Barch viel haar zuur in de rede: 'Wij arme wilden zijn niet helemaal onbekend met explosieven. Wij kunnen zelfs behoorlijk stevige knallen maken met uranium.'

Zij stond te luisteren. 'Ik denk dat er achter die berg een steengroeve is.'

Barch keek spiedend naar de bergen. 'We moeten op verkenning, uitzoeken waar mensen wonen, als die er zijn.'

'En wat doen we dan?'

'Als we de omstandigheden kennen, kunnen we pas plannen maken. Als we een van die schuiten konden stelen, dan zouden we...' Zijn stem stierf weg. Hij trok Komeitk Lelianr achter een struik. 'Stil!'

Aan de overkant van het meer stonden drie mannen als grijze rotspilaren.

'Ze hebben ons gezien,' fluisterde het meisje.

'Ik geloof het niet. Ik zag ze uit het bos komen.'

'Als ze omlopen, vinden ze ons.'

'Daar komen ze.' Barch nam in elke hand een zware ronde steen en wachtte af.





11