Vanaf de rand werden gevlochten ijzerdraden naar een ring achterop de parabolische reflector geleid. Hiernaast viel het enorme instrument in het niet, precies zoals de romp naast de reflector verbleekte. Nu was het zeil gereed om te vertrekken.
De pont bracht de laatste benodigdheden: water, voedsel, reserveonderdelen, een nieuw magazijn voor de microfïlmviewer en de post. En toen beval Henry Belt: 'Onder zeil gaan.'
Dit bestond uit het draaien van het zeil totdat het het zonlicht opving terwijl de romp zich rond de Aarde van de zon af bewoog, en het zeil evenwijdig aan de zonnestralen richten tijdens het deel van de tocht in de richting van de zon; kortom, het opbouwen van een baansnelheid die na verloop van tijd de banden van de aardse zwaartekracht zou slaken zodat Zeil 25 richting Mars zou zweven.
In deze periode controleerden de kadetten ieder uitrustingstuk aan boord van het schip. Sommige van de instrumenten ontlokten hun een grimas van ontzetting en weerzin: 2 5 was een oud schip en antiek uitgerust. Henry Belt scheen zich te vermaken met hun gemopper. 'Dit is een oefenreis, geen pleziertochtje. Als u vertroeteld had willen worden, had u een baantje op de grond moeten nemen. Ik waarschuw u, heren, ik heb geen sympathie voor mensen die overal gebreken zien. Als u een voorbeeld wilt om uw gedrag naar te richten, kijk dan naar mij. Ik aanvaard alle wisselvalligheden blijmoedig. U zult mij nooit horen vloeken of mij verbijsterd met mijn armen zien zwaaien als het geluk een keer neemt.'
De zwaarmoedige, peinzende Sutton, die meestal het beschroomdst van de kadetten was, waagde een onbezonnen grapje. 'Als wij u tot voorbeeld namen, meneer, dan konden we ons niet meer verroeren tussen alle kratten whisky.'
Daar verscheen het rode boekje. 'Buitengewoon brutaal, meneer Sutton. Hoe kunt u zich zo makkelijk tot boosaardige opmerkingen verlagen? U zult de scherpe kantjes van uw geestigheid moeten inslikken, anders wordt u niet populair.'
Sutton bloosde hevig en zijn ogen glinsterden. Zijn mond ging al open, maar hij sloot hem vastberaden weer. Henry Belt, die beleefd had gewacht, wendde zich af. 'De heren zullen merken dat ik streng vasthoud aan mijn eigen gedragsregels. U kunt de klok op mij gelijk zetten. Er bestaat geen betere, opgewektere scheepsmaat dan Henry Belt. Een eerlijker man zult u nergens vinden. Meneer Culpepper, u wilde iets zeggen?'
'Niets van belang, meneer. Ik ben alleen dankbaar dat ik deze reis niet maak met een minder opgewekte, eerlijke en stipte man dan u.'
Belt woog het gezegde. 'Eigenlijk kan ik geen aanstoot nemen aan deze opmerking. Weliswaar bespeur ik een zweem van zurigheid en rakelingse laster, maar ja, ik geef u het voordeel van de twijfel en ik aanvaard uw opmerking zonder er iets achter te zoeken.'
'Dank u, meneer.'
'Maar ik moet u waarschuwen, meneer Culpepper, dat uw gedrag een zekere ongedwongenheid heeft die mij zorgen baart. Ik geef u de raad meer ernst te maken met een vertoon van oprechtheid, wat het risico op een misverstand zal verkleinen. Iemand die minder ruimhartig was dan ik, zou uw opmerking heel goed brutaal gevonden kunnen hebben en u een strafpunt hebben gegeven.'
'Ik begrijp het, meneer, en ik zal mijn best doen om de kwaliteiten die u noemde te cultiveren.'
Belt had niets meer te zeggen. Hij liep naar het raam en keek naar het zeil. Onmiddellijk keerde hij zich op zijn hakken om. 'Wie heeft de wacht?'
'Sutton en Ostrander, meneer.'
'Heren, heeft u niet naar het zeil gekeken? Het is overstag gegaan en is bezig zijn achterkant naar de zon te keren. Over tien minuten zitten wij verstrikt in honderd kilometer staglijnen.'
Sutton en Ostrander kwamen ijlings in actie. Henry Belt schudde misprijzend het hoofd. 'Hier ondervindt u aan den lijve precies wat bedoeld wordt met de woorden "onachtzaamheid" en "onoplettendheid". U twee hebt een ernstige fout gemaakt. Dit is een voorbeeld van slecht zeemanschap. Het zeil moet altijd zo'n positie hebben dat de stagen gespannen blijven.'
'Er schijnt iets mis te zijn met de sensor, meneer,' hakkelde Sutton. 'Die hoort ons te waarschuwen wanneer het zeil achter ons zwaait.'
'Ik vrees dat ik u een extra strafpunt moet geven wegens het verzinnen van een smoes, meneer Sutton. Het is uw taak om u zich ervan te vergewissen dat alle waarschuwingsseinen te allen tijde goed functioneren. Men moet de instrumenten nimmer zien als een surrogaat voor waakzaamheid.'
Ostrander keek op van het regelbord. 'Iemand heeft de schakelaar uitgezet, meneer. Ik zeg dit niet als smoes maar als verklaring.'
'Het onderscheid tussen die twee is vaak wazig, meneer Ostrander. Knoop mijn woorden over het onderwerp waakzaamheid alstublieft goed in uw oren.'
'Ja meneer, maar - wie heeft de schakelaar uitgedaan?'
'Zowel u als meneer Sutton zijn in theorie druk bezig zulke ongelukjes en voorvallen te voorkomen. Heeft u niet gezien wie dat deed?'
'Nee meneer.'
'In dat geval zou ik u van nieuwe onoplettendheid en plichtsverzuim kunnen betichten.'