'Wat is een sprits voor ding?' vroeg Kitty, de blonde gastvrouwe met de vierkante kaken.
Barnard, ook een mecanicien, zei vlug: 'Een nieuw stuk gereedschap, gloednieuw. Dat hebben we nu bij ons in plaats van draad. Als we een stroom willen laten lopen tussen twee plekken, dan drukken we op de knop van de sprits, het spul komt eruit en hecht zich aan de eerste plek. We trekken het overal naar toe waar we willen, houden het tegen de tweede plek, laten de knop los en we hebben een permanente verbinding. De buitenkant oxideert en wordt dan een goede isolator.'
Kitty dronk het bier van Schmitz op ten teken dat ze het begreep.
'Hoe dan ook,' vervolgde Allixter, 'toen ik al die dingen daar zag rondslingeren, dacht ik Ja hoor, ze hebben een contact met de Aarde. En ik wist ook dat het van één kant moest komen, want ik had beslist nog nooit een van die langneuzige Plaggen met hun gele kippenvel op Aarde gezien.
En toen dacht ik aan de chef. Hij leek precies op het lijk. Misschien zat er iets meer leven in. En toen ik er langer over nadacht, schoten die andere vreemde dingen me weer te binnen. En toen de robot me vertelde dat hij zo in de war was dat hij alle Plags automatisch doodde, toen begreep ik het.'
'Wat dan?' vroeg Schmitz.
'De Plags wilden de buis naar de planeet openhouden - ik weet niet hoe 't er heet. Het zou me niks verbazen als ze een aantal van die werkwerelden hadden, allemaal met robots, en allemaal halen ze uit de planeet wat erin zit en verzenden de opbrengst naar Plag- Plagi- verrek, ik kan het nog steeds niet uitspreken. O ja, Plagigonstok. Dat was het.
Nou, die robot doodde dus alle Plags zodra ze zich vertoonden. Dus moesten ze een monteur van een ander ras halen om de machine te repareren. En dat was ik.'
'Zo te horen waren ze ten einde raad,' bromde Buck.
Allixter zei: 'Wat hadden ze te verliezen? Of ik maakte de robot, of hij maakte me dood. Verder hadden ze alleen een oorlogsschip kunnen sturen om de robot te vernietigen - en dan sneden ze zich in eigen vlees. Daarom namen ze contact op met de chef, gaven hem bevel zijn beste monteur te sturen met alles wat hij nodig had om de robot te repareren.'
Nadenkend hief Schmitz zijn glas. Het bleek leeg te zijn. Hij keek vlug naar Kitty, die bezig was haar haar te fatsoeneren. 'Buck - geef me nog een biertje. Ik vind dat de chef je wel een idee had kunnen geven wat je te wachten stond.'
'Zodat ik alles kon verklappen? Van z'n lang zal z'n leven niet. Op deze manier zou ik denken dat het een waanzinnig toeval was geweest, als ik weer terugkwam.'
Barnard vroeg: 'Hoe wist je op welke manier de chef wilde ontsnappen?'
Allixter fronste veelbetekenend zijn zware wenkbrauwen. 'Nou - ik heb jullie al verteld dat ik het zeker wilde weten toen ik al die Aardse spullen zag. Misschien vergiste ik me - misschien hadden we inderdaad een buis naar die Plagplaneet. Daarom vroeg ik de code aan de robot.
En die stond niet op onze lijst, dat wist ik - het waren niet eens dezelfde eenheden die wij gebruiken. Blijkbaar hadden de Plags een eigen buizenstelsel opgezet en kwamen ze er per ongeluk achter dat wij er ook een hadden. Ze smokkelden een spion door onze buizen, en die werd de chef. Misschien zijn er nog wel meer van dat soort hier.'
'Eén ding snap ik niet,' zei Barnard. 'Hoe kon de chef hier ademen? In dit soort lucht had hij toch moeten stikken.'
Allixter dronk zijn pul uit voordat hij antwoordde. Buck duwde hem naar de tap en schoof hem boordevol terug. Allixter zei: 'Heb je nooit dat litteken gezien dat de chef in zijn hals had?'
'Tuurlijk wel. Zag er heel lelijk uit. Hij moet in de weg hebben gestaan van een lang en scherp mes.'
'Het was helemaal geen litteken. Het was een adembuis die onder zijn huid naar zijn keel liep. Daaruit kreeg hij zijn fluor en daardoor raakte hij zijn fluorwaterstof kwijt aan een absorptiefilter. Onze lucht zou hem geen kwaad doen, maar ook geen goed, want hij had er niets aan.'
Schmitz schudde zijn hoofd. 'Volgens mij zou hij zijn keel moeten verbranden.'
Barnard lachte. 'Weet je nog dat je hem een keer een van die kromme zwarte sigaren aanbood?'
'Ja,' zei Schmitz. 'Hij zei dat-ie niet snapte hoe ik die dingen overleefde.'
Allixter zei: 'Hij zou lang niet zoveel zuurstof nodig hebben als wij. Met een heel klein beetje kon hij een hele tijd doen. Natuurlijk lekte hij uit zijn neus en zijn mond, dat was niet te vermijden-'
Barnard sloeg met zijn vuist op de toog. 'Ik heb altijd al gezegd dat de chef naar een ziekenhuis stonk!'
Schmitz zei treurig: 'Wat zou er nu gebeuren? Gaat de regering een commissie sturen naar Plag- Plagi- je weet wel?'
'Nou,' zei Allixter, in zijn nieuwe rol van bron van alle wijsheid, 'ik weet het niet zeker. Ze hebben ons bestolen bij 't leven, die Plaggen. Al onze ideeën, gereedschappen, technieken - het ging allemaal naar ze toe. Dat is niet zo erg, maar ze pasten wel op dat wij niets in ruil kregen.
Dat was de taak van de chef. Het versturen van koopwaar - hij kon het station in wanneer er niemand was, of hij kon het verzenden via het ontsnappingsluik in zijn kantoor. Het spul werd waarschijnlijk betaald door een niet bestaand bedrijf in platina of uranium dat ze goedkoop van een of andere robotplaneet haalden. Of misschien drukten ze hun eigen geld. De veiligheidsdienst zegt dat ze een kist fonkelnieuwe biljetten van honderd frank in het kantoor van de chef hebben gevonden.'