Home>>read Slaven van de Klau free online

Slaven van de Klau(66)

By:Jack Vance


'Het noorden is die kant op,' peinsde hij. 'Daar heb je die opslagruimte en daar zie ik de gouden deur al...'





6



Het station in de Naaf was stil toen Allixter door het gordijn kwam. Op de uit-buis lagen alleen enkele tientallen trossen groenwitte druiven, een dozijn groen geschilderde zuurstoftanks - alles op weg naar een mijnstation op een ertsrijke maar luchtloze asteroïde.

De in-band was leeg en toen de operateur Allixter door had gelaten, wijdde hij zich weer aan zijn tijdschrift.

Allixter sloop langs het expeditiekantoor, maar Schmitz zag hem toch. Hij schoof het glazen luik open. 'Hé, Scotty,' bulderde hij. 'Kom meteen weer hier en dien je verslag in. Het is hier geen commune, weet je! Heb je de regels niet gelezen?'

Allixter aarzelde, maar ging terug.

'Hier,' zei Schmitz, terwijl hij hem een geel formulier toegooide. 'Vul maar in - en laten we het voortaan doen zonder dat ik je op je kop moet zitten. Ik heb ook mijn werk, weet je. Jullie kerels werken me op m'n zenuwen. Dat loopt maar binnen en dat rent maar weer naar buiten als een kudde trutten in een havenkroeg. En als ze me dan komen vragen wie waar is geweest en wie wat heeft gedaan-'

'Wees 's even stil, Sam,' zei Allixter. 'Ik moet opbellen.'

Schmitz keek verbaasd. 'Ga je gang maar, pak mijn telefoon maar. Ik vind het niet erg. Zolang je me goed behandelt, mag alles. Wil je mijn telefoon hebben? Prima! Als je maar doet wat je moet doen, dan zal ik niet klagen. Mijn God, man! Waar is de linguahelper? De chef slaat ons bont en blauw als-'

'Die heb ik in het station achtergelaten.' Allixter bladerde in het telefoonboek. Hij keek op. Schmitz keek hem aandachtig aan. Zijn helderblauwe ogen glansden als gegalvaniseerde metalen ringen in zijn ronde rode gezicht.

Allixter klapte het boek dicht. 'Nee, ik wacht maar even. Goeiedag, Sam Schmitz.'

'Hé!' brulde Schmitz. 'Je verslag!'

'Ik ben zo weer terug.'

'Wanneer is dat? Vergeet niet dat ik voor alles verantwoordelijk ben, ik ben degene die uitgekafferd wordt als jullie de lijn trekken...'

Met een stem als zijde zei Allixter: 'Kun je nog een kwartiertje wachten, Sammy, schat van me? Dan krijg je een verslag van me, zo mooi dat je zou willen dat je het mee naar huis kon nemen en inlijsten en aan je muur hangen.'

Schmitz zat grommend, nerveus, zijn taaklijst doornemend een kwartier te wachten. 'Die verdomde Allixter. Die is 't ergst. Die Schotten zijn allemaal gek, ze drinken te veel van die bruine smurrie die ze whisky noemen. Goddank dat er nog bier bestaat... Hé zeg, daar is-ie al weer.'

De vier mannen die Allixter bij zich had droegen grijze uniformen en ze leken sterk op elkaar. Ze waren alle vier lang, mager, beheerst. Hun gezicht was bot, hun ogen waren scherp en priemend en hun mond hielden ze stijf dicht.

'Hemeltjelief!' flapte Schmitz eruit. 'De Wereldveiligheidsdienst, en niet minder. Wat heeft Allixter nou weer op z'n geweten?' Automatisch ging zijn hand naar de knop op de telefoon om de chef te waarschuwen.

'Niet doen, Schmitz!' riep Allixter. 'Blijf van die telefoon af!'

Een van de veiligheidsmannen deed de deur naar het hok van Schmitz open en wenkte hem eruit. 'Ik geloof dat u beter mee kunt komen.'

Breedsprakig protesterend gehoorzaamde Schmitz, dravend op zijn korte beentjes om de lange agenten bij te houden. De agenten stelden zich naast de grote groene deur met de bronzen letters op. Allixter drukte op de knop, de deur gleed open, hij glipte naar binnen. De secretaresse keek op van haar tafel. 'Zeg tegen de chef dat ik terug ben,' zei Allixter.

Aarzelend drukte ze een knop in. 'Scotty Allixter komt verslag uitbrengen.'

Na een pauze kwam het antwoord: 'Laat hem maar komen.'

Ze liet het slot openspringen en Allixter liep naar de binnendeur. Nu kwamen de veiligheidsagenten ook binnen. Een van hen ging recht op het bureau van de secretaresse af, die snel de chef wilde waarschuwen, en hield haar arm vast.

Allixter schoof de binnendeur weg. De laboratoriumlucht sloeg hem in het gezicht. Met de vier agenten achter zich ging hij naar binnen.

De chef zat achter zijn bureau met zijn rug naar het licht. Hij bewoog even, maar bleef toch stil zitten. 'Wat betekent dit?' vroeg hij toonloos.

De luitenant van de veiligheidsdienst zei: 'U bent gearresteerd.'

'Waarom?'

'Wegens massale diefstal, spionage en onwettige aanwezigheid op de planeet. Om te beginnen. Waarschijnlijk volgen er nog meer aanklachten wanneer er een volledig onderzoek is uitgevoerd.'

'Heeft u een arrestatiebevel?'

'Jazeker.'

'Laat kijken.'

De luitenant trad naar voren met een blauwe map. De chef las het document met een sardonische trek om zijn mond. Allixter dacht: Al die jaren kom ik al in dit kantoor, praat ik met die man, kijk ik naar hem, en nu pas zie ik hem zoals hij is, het schepsel van een andere wereld met geel kippenvel en een adem van gifgas.

Plotseling merkte hij dat de lucht in het kantoor, die altijd al bijtend en medicinaal rook, extra scherp was geworden. Hij schreeuwde: 'We moeten hier weg, hij probeert ons te vergiftigen!'