Home>>read Slaven van de Klau free online

Slaven van de Klau(57)

By:Jack Vance


De cyclus vorderde naar meer gecompliceerde situaties. Een stip bewoog zich snel over het scherm, gevolgd door een langzaam bewegende stip. Het werd herhaald en Allixter wees de eerste stip aan. Jan bracht een geluidje voort. Allixter wees naar de langzame stip, wat een nieuw geluid opleverde.

Van de onderkant van het scherm groeide een lijn tot bijna bovenaan. Een tweede verticale lijn werd niet langer dan een paar centimeter. Jan maakte geluiden waarvan Allixter hoopte dat ze 'lang' en 'kort' betekenden, of 'hoog' en 'laag'.

Een cirkel zwol op tot aan de rand van het scherm en daarnaast verscheen een stipje. Jans woorden voor 'groot' en 'klein' werden vastgelegd in het machinegeheugen.

Weldra waren de vergelijkende situaties afgewerkt en begon het scherm dingen te tonen die met een zelfstandig naamwoord benoemd konden worden - bergen, een oceaan, een boom, een huis, een fabriek, vuur, water, een man, een vrouw. Daarna kwamen ingewikkelder objecten - een turbine in een plastic huis om het idee van machinerie over te brengen - een gestileerde tekening van een dynamo met een uitwendige stroomkring in de vorm van een spoel om een staaf, waaruit een magnetisch veld straalde. Vervolgens liep de stroom naar een onderbreking in de draad waar bliksemflitsjes over de tussenruimte sprongen. Allixter wees naar deze flitsjes en de linguahelper legde Jans woord voor elektriciteit vast.

Zo werden er tweehonderd fundamentele zelfstandige naamwoorden opgeslagen in het geheugen. Daarna wijdde de cyclus zich aan intermenselijke relaties. De films waren ontworpen om aan mensen te tonen en er waren mensen afgebeeld. Allixter hoopte maar dat het niet verwarrend zou werken.

Eerst viel een man een ander aan en sloeg hem met een knuppel. Het slachtoffer viel neer met een ingeslagen schedel. Allixter wees: de machine borg het woord voor 'dood' of 'lijk' op. Toen stak de moordenaar zijn woeste smoel naar de camera toe en stormde naar voren met zijn knuppel omhoog. Jan sprong piepend achteruit. Met een grijns herhaalde Allixter de scène en deze keer kreeg de machine het woord voor 'aanvaller' of 'vijand' of misschien voor 'aanval'.

Een uur later waren er twintig situaties getoond en verwerkt. Allixter kreeg de indruk dat de inboorlingen langzamerhand nerveus werden. Ze wierpen onrustige blikken in alle richtingen, gebaarden met geagiteerd wapperende handjes.

Allixter keek zoekend in het rond, maar hij zag niets dat op gevaar duidde. Maar hij merkte wel dat zijn zenuwen het ook te kwaad kregen en hij kon zich moeilijk concentreren op de linguahelper.

Cyclus A was voltooid - alle woorden en situaties van de fundamentele woordenschat waren opgenomen, hoewel nuttige en essentiële abstracties, zoals vragende vormen en voornaamwoorden, nog ontbraken.

Allixter schakelde de machine op de praatstand. Hij sprak in de microfoon, erop lettend dat hij alleen de fundamentele woorden gebruikte. 'Verlangen terugkeren door machine. Leiden naar uit-machine.'

De linguahelper absorbeerde zijn woorden, zocht er de tegenhangers in de piep-, sis-, fluittaal bij en produceerde die.

Jan luisterde aandachtig - toen keek hij Allixter aan. Zijn schouders trilden, de lucht jankte en spetterde langs de huidplooien van zijn oksels.

De linguahelper zocht zijn geheugen af en vormde de woorden: 'Roepen naar machine... verlangen... machine man... gebroken machine... man komen door machine... slecht...'

Er was meer gezegd dan de machine weer kon geven. Allixter zei: 'Gebruiken woorden geven machine.'

Jan staarde met zijn grote, doffe ogen. Zijn lange pluim van rode en groene pennen hing neerslachtig omlaag. Hij probeerde het nog een keer. 'Man roepen verre machine bouwer. Man komen. Verlangen vriend bouwen machine.'

Allixter keek kregel naar de naargeestige horizon, naar de bestèrde violette hemel waar nooit dag of nacht te zien zou zijn. Hij overwoog of hij nu Cyclus B zou afwerken - een proces dat het geduld van hemzelf en Jan op de proef zou stellen, maar waarmee hij misschien de installatie op kon sporen die hem terug kon sturen naar de Aarde.

Hij probeerde het nog eens. 'Verlangen terugkeren door machine. Leiden naar uit-machine.' Hij gebaarde naar het goudbruine gordijn. 'Zien in-machine. Verlangen uit-machine.'

Nu was er iets niet in orde. De nervositeit die hij al eerder had opgemerkt werd acuut. De inboorlingen doken in elkaar op het beenwitte platform in gladde ballen, met hun kammen om zich heen gevouwen als half gesloten paraplu's. Allixter zocht Jan. Jan zat aan zijn voeten, even stijf opgerold als zijn soortgenoten.



Plotseling bang klapte Allixter de plaat voor het scherm van de vertaalmachine en sloeg de kap boven de knoppen dicht. Een gebouw in de buurt trok zijn aandacht. De machinerie binnenin bewoog - malend, stampend, snauwend. Elektriciteit of een andere energiestroom sprong over tussen oude contacten.

Geroeste stangen sidderden en wrongen en knersten. Raderen kreunden en gierden om droge lagers. Zonder waarschuwing ontplofte het hele gebouw. De brokken beton en metaal spatten in grote verwarring de lucht in en vielen kletterend in alle richtingen neer. Kleinere stukken kaatsten over het platform en de inboorlingen schetterden van angst.