Op de gang kwam hij Sam Schmitz tegen. 'Carr staat achter de knoppen. Hij controleert je voor de gewijzigde code...'
Een deur met de tekst gevaar, geen toegang gleed voor hen open en ze gingen de centrale hal binnen, een lange zaal vol geluid, bedrijvigheid, stof en vooral duizend buitenissige geuren van de duizend goederen van andere planeten die over de band binnenstroomden.
Het lichtgevende plafond wierp een koud wit schijnsel over alles dat alle schaduwen vernietigde. Van romantiek of geheimen kon in dit licht geen sprake zijn - ieder artikel op de banden toonde zich bloot aan de controleurs. De muren waren van de vloer tot het plafond met gekleurde blokken beschilderd om de diverse platforms, waar tijdelijk opgeslagen partijen op doorzending wachtten, duidelijk aan te geven.
Een smal platform met een glazen hek sneed de zaal in twee. De werkers in blauwe en witte jassen sprongen van het platform op de banden en weer terug terwijl ze de koopwaar controleerden die aan de ene kant binnenkwam en aan de andere kant verzonden werd - kisten, zakken, dozen, balen, bundels, pakken en kratten.
Machinerie, metaal in baar en in onderdelen voor machines, partijen Aards fruit en groente gingen naar de kolonies, de nederzettingen, de mijnen. Ladingen anderwereldse exotica die de bourgeoisie van Parijs, Londen, Benares en Saharastad moesten verlokken en stimuleren. Tanks met water, eiken vaten whisky, groene flessen wijn.
Geprefabriceerde huizen, vliegers, auto's, speedboten voor de meren van de Tanagrahooglanden. Prachtige houtsoorten, rijk generfd en getekend uit de hardhoutmoerassen van een oerwoudplaneet. Ertsen, stenen, mineralen, kristallen, glassoorten, zand - alles reed over de banden, op weg naar de dubbele gordijnen van donker bruingoud, doorschoten met flikkerende lichtstrepen aan het eind van de zaal of daaruit afkomstig.
Bij het gordijn op de uitgaande band zat een grote blonde kerel in een hokje op een verhoging. Hij kauwde driftig op kauwgum. Allixter en Schmitz staken vlug de binnenkomende band over, stapten over het platform van de werkers en reden op de uitband mee naar het hok van de operateur.
Carr trok een hendel naar zich toe en de band kwam tot stilstand. 'Helemaal klaar om te gaan?'
'Ja, alles is zover,' antwoordde Schmitz monter. Hij wipte het hok in terwijl Allixter droevig naar het gordijn keek. 'Hoe is 't met 't vrouwtje, Carr?' vroeg Schmitz. 'Ik hoorde dat ze een beetje dermatitis had opgelopen van iets wat jij op je kleren mee naar huis nam.'
'Ze is alweer beter,' zei Carr. 'Het kwam door dat kapokspul van Deneb Kaitos. Laat eens kijken - ik moet die valse code instellen. Hé, Scotty,' riep hij omlaag, 'heb je je testament al gemaakt? Dit is net of je uit een vliegtuig springt met je neus dichtgeknepen in de hoop dat je in het water terechtkomt.'
Allixter maakte een achteloos gebaar. 'Dagelijkse kost voor mij, Carr, beste kerel. Stel die knoppen nu maar in - ik wil vanavond nog voor het eten terug zijn.'
Carr schudde spijtig, bewonderend het hoofd. 'Ze betalen je er duizend frank voor - nou, van mij mag 't. Ik heb wel eens spul gezien dat de buizen uitkwam als de instelling een klein beetje uit fase was. Hele triplexplaten kwamen eruit als verfrommelde zakdoeken - en een complete turbine waar niets van overgebleven was dan anderhalve liter roest met een raar kleurtje.'
Allixters mond verstrakte en hij liet zijn knokkels kraken.
'Daar zijn we al,' zei Carr. Een rode lamp op zijn regelbord flitste aan, flikkerde, doorliep verschillende tinten oranje en brandde toen felwit. 'Contact.'
Schmitz leunde over de rand van het hok. 'Okay dan maar, Allixter, doe er wat aan.'
Allixter trok zijn kap over zijn hoofd, verzegelde hem, liet lucht in zijn pak stromen. Carr grinnikte zacht tegen Schmitz: 'Scotty zit 'm deze keer echt te knijpen.'
Schmitz grijnsde. 'Hij is bang dat hij uitkomt in het pakhuis van een kapersbende.'
Carr keek hem nieuwsgierig aan. 'Echt?'
Schmitz spuugde. 'Ach welnee. Hij gaat naar Rhetus om de codeur bij te regelen. Zo zie ik het.' Hij spuugde nog een keer. 'Natuurlijk kan ik 't best mis hebben.'
Allixter tilde zijn kap op en schreeuwde tegen Schmitz: 'Geef me de linguahelper nou.'
Met een grijns vroeg Schmitz: 'Ken je geen Engels meer? Op Rhetus hoor je niets anders, hoor.'
'De chef zei dat ik de linguahelper mee moest nemen. Dus schiet maar op.'
Er ging een zoemer op het regelbord van Carr. Hij bromde: 'Doe het nu maar. Ik kan de band niet de hele dag stilleggen. Ouwe Hannegan zit al te jammeren dat ik zijn druiven naar Centauri moet sturen.'
Schmitz snauwde een paar woorden in een microfoon en een ogenblik later verscheen er een koerier die de vertaalmachine voor zich uitrolde. Het was een zwarte kast die tussen twee wielen was opgehangen.
'Voorzichtig met dat ding,' waarschuwde Schmitz. 'Het is duur en het is de enige goeie die we nog hebben nadat Olson de semantanalysator heeft laten doorbranden. Laat hem niet op Rhetus staan.'